WELKOM OP DE HOMEPAGE VAN DE PAROCHIE
ST. DIONYSIUS TE NIJSWILLER
Geschiedenis van onze St. Dionysiuskerk
De kerk van Nijswiller ligt ten noorden van de Selzerbeek aan de huidige Kerkstraat, die deel uitmaakt van de oude hoofdweg van Maastricht via Gulpen langs Orsbach naar Aken. De driesprong bij de kerk wordt gevormd door de Kerkstraat en de Hofstraat - de oude hoofdweg - en de zuidelijker gelegen Kolmonderstraat, waaraan het kasteel Nijswiller is gelegen. Ten zuiden van de Selzerbeek loopt nu de doodlopende Sint Dyonisiusweg, die samenvalt met de vroegere oude baan naar Vaals via Mamelis.
Het oudste gedeelte van de St. Dionysiuskerk te Nijswiller is een zaalkerkje uit de 11e eeuw. Enkel het onderste gedeelte van de schipmuren van de huidige kerk dateert uit die tijd. Zowel van het oude nabije kerkje te Lemiers als van dat van Nijswiller wordt gezegd dat het oorspronkelijk een jachthuis of jachthut van keizer Karel de Grote zou zijn geweest, waarvan men later te Nijswiller een devotiekapel ter ere van St. Dionysius gemaakt zou hebben. Het staat in ieder geval vast dat in 1179 te 'Wilra Sancti Dionisii' een kapel bestond. Het zaalkerkje is in de 17e eeuw voorzien van een even breed en hoog koor, opgetrokken uit regelmatige lagen natuursteen. De huidige oostelijke partij van de kerk is ontworpen door P.J.H. Cuypers en uitgevoerd in de jaren 1895-1896. In 1905 is de kerk inwendig grondig vernieuwd.
Nijswiller werd in 1835 een parochie. De parochies Wahl- en Nijswiller verkregen gezamenlijk een pastoor, woonachtig te Wahlwiller. Vóór 1802 was Nijswiller een beneficiaal kerkje van de parochie Wahlwiller-Mechelen en vanaf 1802 van Mechelen-Wahlwiller.
De rechter zijkapel van de kerk is toegewijd aan St. Dionysius. Het neoromaanse altaar is in 1911 vervaardigd door het atelier Houtermans te Roermond. Dionysius wordt daarop afgebeeld als bisschop met een staf in de linkerhand. Rondom dit altaar is in 1911 een schildering aangebracht door Willem Essers (1866-1932) uit Herzogenrath (D), welke schildering in 1967 bij een kerkrestauratie is verdwenen. Op die schildering werd Dionysius weergegeven met in zijn handen zijn hoofd, dat hij voor de borst droeg als verwijzing naar zijn martelaarschap, hetgeen een traditioneel gegeven is voor de identificatie van een afbeelding van St. Dionysius. Naast dit altaar staat een beeld van Dionysius, als bisschop weergegeven met een martelaarspalm in de hand (110 cm hoog; gips; gesigneerd: J. Breuer Aachen). Alleen het koor van de kerk bezit glas-in-lood ramen (niet gesigneerd). Het middelste raam stelt de kerkpatroon St. Dionysius voor, die boven zijn romp zijn afgesneden hoofd vasthoudt. De heilige is links en rechts geflankeerd door een raam met een engel.
Pastoor Jongen, parochieherder van Wahlwiller en Nijswiller van 1934 tot 1944, heeft aantekeningen over de geschiedenis van beide parochies nagelaten. Op 1 juni 1938 maakte hij een notitie over 'De Nijswiller Jaarmarkt op St. Dionysius, voorheen en thans'. G.C. Ubaghs vermeldde in 1865 reeds dat ieder jaar te Nijswiller op de feestdag van de kerkpatroon een grote veemarkt plaatsvond. Dit wordt niet alleen bevestigd door Limburgse almanakken uit de vorige eeuw, maar ook door de Limburger Koerier die op 5 oktober 1866 de jaarmarkt aldus aankondigde: 'Jahrmarkt zu Nijswiller, Gem. Wittem, 9 October 1866, wird wie gewöhnlich mit Zulassung von Horn-Vieh abgehalten werden. Doch werden keine Musikanten, Orgelspieler oder fremde Krämer zugelassen. Der Bürgermeister, Math. Merckelbach'.
Volgens pastoor Jongen had de vermaarde veemarkt door de opkomst van de maandmarkten aan betekenis ingeboet. De bezoekers kwamen uit de naburige plaatsen als Simpelveld, Bocholtz, Mechelen, Gulpen, Vijlen en Vaals, maar ook uit de Belgische en vooral Duitse grensstreek.
Oudere inwoners van Nijswiller herinneren zich nog de jaarlijkse processies uit de Duitse grensstreek, maar hierover zijn geen aantekeningen bekend. Pastoor Jongen vermeldt in 1939 dat de jaarlijkse processie uit Aken wegens de oorlogstoestand geen doorgang vond, maar hij tekende niet de gebruikelijke jaarlijkse processiebedevaarten op. Uit een toevallige schriftelijke mededeling is een voetbedevaart in 1939 vanuit Herzogenrath naar Nijswiller bekend. Het octaaf van St. Dionysius werd door affiches aangekondigd. De verering van St. Dionysius bleef niet beperkt tot het octaaf van de heilige, want in 1940 noteerde pastoor Jongen: 'De stroom der pelgrims bleef op de feestdag en gedurende het octaaf aanhouden. Ook kwam menige buitendorper er door het jaar om stille hulp zoeken'. St. Dionysius werd aangeroepen door pelgrims met hoofdklachten.
In de tijd van de Duitse bezetting werd de veemarkt noodgedwongen afgeschaft. Na de bevrijding kon deze niet onmiddellijk worden ingesteld in verband met de distributie. Vanaf 1951 werden de jaarmarkten hernomen, maar de gewijzigde omstandigheden leidden ertoe dat deze na enkele jaren niet meer werden gehouden. De verering van St. Dionysius hing mogelijk nog steeds sterk samen met de jaarmarkt, want na de opheffing van deze bemerkt men niets meer over een bedevaart naar de kerkpatroon. De toenmalige pastoor van Wahl- en Nijswiller bevorderde de vereringen in zijn parochies niet, zoals blijkt uit het verloop van de verering van St. Quirinus te Wahlwiller. In 1998 werd in het weekeinde van het Dionysiusoctaaf de reliek van de kerkpatroon door de plaatselijke kerkbezoekers nog steeds vereerd.
Bron: KNAW- Meertens instituut