Zaterdag 17 mei 2025 - 5e ZONDAG DOOR HET JAAR.
Lezingen: Handelingen 14, 21-27; Openbaring 21, 1-5a; Johannes 13, 31-33a.34-35.
De pas gekozen paus Leo XIV, die zondag in Rome wordt geïnstalleerd is in brede kringen goed ontvangen. Zo blijkt uit de vele berichtgeving. Hij bouwt voort op hetgeen paus Franciscus al tot stand heeft gebracht. Hij heeft door zijn openheid naar de mensen het Evangelie van Jezus, opnieuw onder de aandacht gebracht van gelovigen en ongelovigen. Iedereen, die ontvankelijk is voor die goede boodschap van Jezus, kan er troost en ondersteuning in vinden. Hopelijk is dat bij velen het geval. Maar een paus kan dat niet alleen. Hij is weliswaar voorganger maar niet zozeer van een verzameling individuen, maar van een gemeenschap van mensen die in geloof, hoop en liefde op elkaar betrokken zijn. Hopelijk is de kwaliteit van onze gemeenschappen in beleving en gedrag van christenen van dien aard dat het Evangelie voor velen 'zichtbaar' wordt Dat zou wel mogen in de onzekere en vaak chaotische tijd waarin we leven.
In de eerste lezing zagen we hoe in de jaren na Jezus' hemelvaart niet alleen in Jeruzalem maar ook in landen van de Grieks-Romeinse cultuur geloofsgemeenschappen het Evangelie van Jezus zichtbaar maakten. Paulus en gezellen ondernamen reizen, traden op in Joodse plaatsen van samenkomst, de synagogen. Maar ze wendden zich ook tot mensen uit de andere culturen, vaak 'heidenen' genoemd. Zo ontwikkelden zich plaatselijke gemeenschappen van mensen die geloofden de goede tijding van liefde van Jezus en daaruit gingen leven. Drie kenmerken: ze luisterden naar de apostelen, vertolkers van het Evangelie van Jezus, ze baden samen en en zorgden ervoor dat niemand van hen iets te kort komt. Dat ging zo verder. Vanaf de 12e eeuw ontstaat het netwerk van parochies, zoals wij dat tot voor kort gekend hebben.
In de 2e helft van de vorige eeuw, na de 2e wereldoorlog 80 jaar geleden breekt het vrijheidsideaal door: ieder individu vrij om het eigen leven in te richten bij een toenemende welvaart. Gevoel van vrijheid van verplichtingen. Globaal genomen krimpt sindsdien het aantal geïnteresseerden in geloof en kerk in ons deel van de wereld. Minder mensen die zich kerk-gebonden voelen. Bestuurlijk brengt het brengt de bisdommen ertoe over te gaan tot federatie tot federatievorming en fusies van parochies. Kerken, die niet meer exploitabel zijn worden gesloten. Maar ook maatschappelijk Die ontwikkeling geeft te denken, vooral in de tijd waarin we nu leven. Er is namelijk zoveel aan de hand in onze huidige wereld dat het leven, de zekerheid, het houvast de veiligheid, het leven zelf aantast. Waar vinden we steun, kracht en houvast, kracht om het in moeilijke situaties vol te houden? We moeten ons bezinnen op de kern van het Evangelie. Jezus geeft zijn leerlingen tijdens zijn emotioneel afscheid bij zijn Laatste Avondmaal hen een 'gebod' een kernwens mee. Eerst geeft Hij aan wat 'verheerlijkin' voor Hem inhoudt: de door Hem af te leggen weg, door lijden, dood tor en met zijn opstanding met Pasen. Zijn verbinding in liefde met zijn/onze hemelse Vader helpt Hem erdoorheen. Liefde is het kernwoord dat Hem draagt. Het is ook de kern van ons christenzijn: 'Een nieuw gebod geef ik u; gij moet elkaar liefhebben; zoals ik u heb liefgehad, zo moet ook gij elkaar liefhebben'. Zo moeten wij ook in onze onzekere wereld vol dreiging als christenen aanwezig zijnstaan: Hieruit zullen allen kunnen opmaken dat gij mijn leerlingen zijt als ge de liefde onder elkaar bewaart'. Als we als kerk, vernieuwd tot gemeenschap van op elkaar in liefde betrokken mensen, in onze huidige wereld aanwezig zijn zal onze wereld er wél bij varen. Amen
Emeritus-pastoor A. Reijnen
_____________________________________________________________________
Zaterdag 10 mei 2025 - 4e zondag van Pasen
Lezingen uit Handelingen 13,14.43-52 en Johannes 10,27-30
Een paar jaar geleden vertelde een collega van mij, een priester uit India, een bijzondere gebeurtenis die hij meemaakte in zijn parochie. Tijdens een zomerse catecheseles organiseerden ze een wedstrijd voor de kinderen. Elk kind moest een Bijbelvers opzeggen. Wie het goed deed, kreeg een klein prijsje.
Een jongetje kwam naar voren, maar bleef zwijgend staan. Hij schoof zenuwachtig met zijn voeten, keek naar beneden en zag er duidelijk gespannen uit. Hij kon zich zijn tekst niet herinneren. Zijn moeder zat op de eerste rij en probeerde te helpen. Ze gebaarde en vormde de woorden met haar lippen, maar het hielp niet. Het geheugen van haar zoon bleef leeg. Uiteindelijk boog ze zich naar voren en fluisterde zacht het begin van de zin: "Ik ben het licht der wereld." Het jongetje begon te stralen. Hij hief zijn hoofd op en zei met overtuiging en een luide stem: "Mijn moeder is het licht der wereld."
Iedereen lachte hartelijk en we lieten het maar zo. Want eigenlijk had het kind iets heel dieps gezegd.
Beste mensen, vandaag horen we in het Evangelie Jezus zeggen: "Mijn schapen luisteren naar mijn stem; Ik ken ze, en zij volgen Mij." Hij spreekt als de Goede Herder, degene die zijn leven geeft voor zijn schapen, die hen kent, beschermt, en nooit laat gaan. Toen ik dit Evangelie las, dacht ik: hoe zou het zijn om deze woorden te horen door de ogen van een moeder?
Moeders kennen hun kinderen op een unieke manier. Niemand kent je zoals je moeder dat doet. Ik herinner me een moment uit mijn jeugd: als iemand tegen mijn moeder zei dat ik een goede zoon was, glimlachte ze alleen. Want zij alleen wist hoe zwaar het werkelijk was om mij op te voeden. Moeders zien wat anderen niet zien. Ze herkennen de stem van hun kind in een drukke ruimte. Ze voelen aan wanneer er iets niet klopt, zelfs zonder woorden. En ze zouden zonder aarzeling alles geven voor het welzijn van hun kind. Die diepe, persoonlijke verbondenheid dat is de liefde waar Jezus vandaag over spreekt. Niet een abstracte liefde, maar een concrete, levende liefde die draagt, verzorgt en beschermt.
Op deze vierde zondag van Pasen vieren we traditioneel Jezus als de Goede Herder. Dat dit samenvalt met Moederdag is geen toeval. De zorg, tederheid en trouw van een moeder weerspiegelen iets van het mysterie van Gods liefde. Als je ooit hebt gezien hoe een moeder 's nachts opstaat voor een ziek kind, hoe ze haar eigen vermoeidheid opzij zet om haar gezin gelukkig te maken, of hoe ze haar kind in alle stilte begeleidt naar volwassenheid, dan begrijp je iets van de woorden: "Ik ken ze, en zij volgen Mij."
En omgekeerd herkennen ook kinderen de stem van hun moeder. Net zoals Jezus zegt: "Mijn schapen luisteren naar mijn stem." In de stem van een moeder klinkt veiligheid door, vertrouwdheid, en liefde. Jezus zegt niet dat zijn volgelingen Hem herkennen aan zijn wonderen of grootse daden, maar aan zijn stem, aan zijn nabijheid en zijn tederheid.
Het jongetje uit het verhaal wist zijn tekst niet meer. Maar hij wist wie voor hem stond: zijn moeder. De vrouw die hem kende en liefhad. "Mijn moeder is het licht der wereld," zei hij. Een vergissing misschien, maar ook een diepe waarheid. Want moeders zijn vaak het eerste licht dat een kind ziet, de eerste stem die vertrouwen geeft, de eerste gids op de weg van het leven.
Beste mensen,Vandaag mogen we stilstaan bij die mensen die als herder in ons leven zijn geweest, en vaak zijn dat moeders. In het gezin, in de gemeenschap, biologisch of geestelijk: moeders zijn vaak de eerste die ons helpen de stem van Jezus te leren herkennen.
Maar er is nog een andere kant. Jezus zegt ook: "Niemand zal hen uit mijn hand roven." Wat een belofte! Moeders (en vaders!) maken zich zorgen: zal het goed gaan met mijn kind? Is hij/zij veilig? Jezus zegt: "Ik geef hun eeuwig leven. Ze zullen nooit verloren gaan." Hij lijkt tegen iedere ouder te zeggen: je hoeft hen niet alleen te dragen. Mijn handen zijn sterker dan alles. Daar zijn ze voorgoed veilig.
Laten we vandaag, terwijl we onze moeders eren, ook danken voor Jezus, de Goede Herder. En laten we Hem vragen dat wij zijn stem blijven horen, dat we leren kijken met zijn ogen, en liefhebben met zijn hart, zoals een moeder dat doet. Amen.
Kapelaan Siju.
______________________________________________________________________
Zaterdag 3 mei 2025 - 3e zondag van Pasen
Lezingen uit Handelingen 5,27b-32.40b-41 en Johannes 21,1-19 of 21,1-14
Broeders en zusters in Christus, We denken vaak dat Thomas de enige leerling was die twijfelde aan de opstanding van Jezus. Hij staat bekend als "de ongelovige Thomas" omdat hij zei: "Als ik niet de wonden zie, zal ik niet geloven." Maar is dat eigenlijk wel eerlijk? Was hij werkelijk de enige die twijfelde?
Als we goed naar de evangelieverhalen kijken, merken we dat ook de andere leerlingen moeite hadden om werkelijk te geloven. Ze waren verbijsterd, verward, onzeker. In het evangelie van vandaag zien we zelfs dat zij na de verrijzenis terugkeren naar hun oude beroep. Petrus zegt: "Ik ga vissen." En de anderen gaan met hem mee.
Waarom doen ze dat? Ze hebben de Verrezen Heer al gezien, en toch trekken ze zich terug. Ze gaan vissen, net als vroeger, vóór hun roeping. Het lijkt erop dat ze de betekenis van de opstanding nog niet helemaal begrepen hebben. Misschien twijfelen ze. Misschien weten ze eenvoudigweg niet hoe ze nu verder moeten.
En dat is herkenbaar. Ook wij kunnen juist na ingrijpende gebeurtenissen zoals verlies, ziekte, onzekerheid terugvallen in oude gewoontes. Terug naar wat vertrouwd is, zelfs als het ons niet meer werkelijk voedt. Twijfel, verwarring en onzekerheid horen bij het leven van geloof. Ze zijn geen teken van zwakte, maar maken er deel van uit.
Juist dan komt Jezus opnieuw in beeld. Aan de oever van het meer verschijnt Hij weer, zoals Hij vaker onverwacht verscheen na zijn verrijzenis. Hij stelt een eenvoudige vraag: "Hebben jullie iets te eten?" En pas bij de overvloedige vangst herkent Johannes Hem: "Het is de Heer!" Het lijkt op hun eerste roeping, toen ze ook een wonderlijke vangst meemaakten. Jezus begint opnieuw met hen - en dus kunnen ook zij opnieuw beginnen.
Dan volgt het indringende gesprek tussen Jezus en Petrus. Drie keer vraagt Jezus: "Heb je Mij lief?" En drie keer antwoordt Petrus: "Ja, Heer, U weet dat ik van U houd." Het is geen toeval dat dit drie keer gebeurt - precies zo vaak als Petrus Hem had verloochend.
Maar Jezus blijft niet hangen in het verleden. Hij herstelt Petrus in zijn waardigheid én Hij geeft hem een opdracht: "Weid mijn lammeren. Hoed mijn schapen." Liefde voor Jezus is niet alleen een gevoel of een woord, maar iets dat zich moet uiten in zorg, dienstbaarheid en verantwoordelijkheid.
Wat hier gebeurt met Petrus, is ook voor ons van betekenis. Want wie kent er geen momenten van zwakte, van twijfel, van tekortschieten? Wie is er nooit onzeker over zijn geloof? En toch komt Jezus ook naar ons toe. Niet met een oordeel, maar met liefde. Niet met verwijten, maar met die ene vraag: "Heb je Mij lief?"
We hoeven niet volmaakt te zijn om Hem te volgen. Maar we worden wél uitgenodigd om opnieuw te beginnen. Jezus roept juist mensen die geworsteld hebben, die gevallen zijn, die zich klein voelen. Hij roept ook ons om zijn kudde te weiden, om te zorgen voor anderen, trouw te zijn aan ons geloof , en Zijn liefde zichtbaar te maken in deze wereld.
Beste mensen, geloof is geen rechte lijn. Het is een weg met bochten, hobbels, stiltes en nieuwe kansen. Zelfs de apostelen hadden tijd nodig om tot een diep geloof te komen. Twijfel kan soms juist de plek zijn waar God ons het diepst raakt.
Mogen we daarom leren van Petrus: om opnieuw te beginnen, om vergeving te ontvangen, en om vanuit liefde te handelen. Niet volmaakt, maar wel oprecht. Want Jezus vraagt geen perfectie. Hij vraagt ons hart. "Volg Mij," zegt Hij. Vandaag, morgen, elke dag. Amen.
Kapelaan Siju.
______________________________________________________________________
Zaterdag 26 april 2025 19.00 uur - 2e zondag van Pasen
Lezingen uit Handelingen 5,12-16 en Johannes. 20,19-31
Vandaag vieren wij de 2e zondag van Pasen, de zondag van de Goddelijke Barmhartigheid. Tegelijkertijd is het in ons land een feestweekend: we vieren Koningsdag! Afgelopen zaterdag kregen velen een Koninklijke onderscheiding 'een lintje' een bijzondere erkenning voor hun inzet en goedheid in de gemeenschap. Wat opvalt bij deze uitreikingen is altijd hetzelfde: het is een verrassing! Mensen weten van niets. Plotseling staat daar de burgemeester, de familie is erbij, de spanning stijgt... en dan, opeens, wordt de naam genoemd. Misschien mochten een aantal van jullie hierbij aanwezig zijn en hebt u ook dit speciale moment meegemaakt. De verbazing, de tranen, de vreugde…. een van binnenuit echte beleving.
Die spanning, die verrassing, daar herkennen we vandaag ook iets van in het evangelie dat we elk jaar op deze zondag horen: het verhaal van apostel Tomas. De leerlingen zaten bijeen, achter gesloten deuren, bang, onzeker, twijfelend over wat er allemaal was gebeurd. En opeens staat Jezus daar, in hun midden. "Vrede zij u," zegt Hij. Wat een ongelooflijke verrassing! De leerlingen zijn blij, maar Tomas was er niet bij. Wanneer de anderen hem vertellen dat zij de Heer hebben gezien, kan hij het niet geloven. Tomas wil het zelf zien, zelf aanraken. Hij verlangt naar zekerheid.
Soms wordt Tomas wel eens "de ongelovige" genoemd, maar dat doet hem eigenlijk tekort. Want wie van ons zou niet precies zo reageren? Ook wij leven in een wereld vol twijfel: twijfel aan onszelf, twijfel aan elkaar, twijfel aan de toekomst en ook, ja, twijfel aan God. Tomas stelt de vragen die wij misschien ook niet durven te stellen. Zijn twijfelen is eerlijk. Hij blijft niet hangen in zijn twijfel, maar gaat op zoek naar ontmoeting. Hij verlangt ernaar om Jezus echt te ontmoeten, om te weten: is het waar? Is Hij werkelijk opgestaan?
En dan, een week later, opnieuw zijn de leerlingen bijeen. En weer is daar Jezus. En deze keer is Tomas erbij. Jezus komt niet met verwijt, maar met een uitnodiging: "Kom, leg je vinger hier. Zie mijn handen. Wees niet langer ongelovig, maar gelovig." En Tomas antwoordt: "Mijn Heer en mijn God!"
Wat een prachtige geloofsbelijdenis! Van twijfel naar diep geloof, van onzekerheid naar vrede.
Broeders en zusters, het verhaal van Tomas laat ons zien dat twijfel niet het einde hoeft te zijn van het geloof. Integendeel: twijfel kan de deur openen naar een dieper vertrouwen. Geloof is niet het tegenovergestelde van twijfel; geloof is het vertrouwen dat, zelfs midden in onze onzekerheden, God ons tegemoetkomt en ons vrede geeft.
Geloof brengt vrede. Dat zien we bij Tomas: zodra hij Jezus herkent, wordt zijn hart gerustgesteld. Hij hoeft niet meer alles te begrijpen of te controleren. Hij vertrouwt. En uit dat vertrouwen komt vrede voort vrede in zijn eigen hart en vrede met de anderen.
Ook vandaag is dat nog steeds zeer relevant! In een tijd waarin zoveel mensen worstelen met vragen over het geloof, over het leven, over rechtvaardigheid, over de toekomst, roept Jezus ons toe: "Vrede zij u." In een wereld waar oorlog, conflict en verdeeldheid nog steeds dagelijkse realiteit zijn, zegt Jezus: "Ik ben bij jullie." Geloof betekent niet dat al onze vragen verdwijnen. Geloof betekent dat we ons, zelfs mét onze vragen, toevertrouwen aan Jezus. Net zoals Tomas dat uiteindelijk deed.
Beste mensen, Laten wij vandaag bidden dat wij, net als Tomas, mogen groeien in geloof. Dat onze twijfels geen muren worden, maar bruggen. Dat de vrede van de verrezen Heer in ons hart mag wonen. En dat wij, ieder op onze plek, dragers van die vrede mogen zijn, als kleine bouwstenen van Gods Koninkrijk. "Zalig zij die niet zien en toch geloven." Amen.
Kapelaan Siju.
______________________________________________________________________
Zondag 20 april 2025 - Paaszondag - Verrijzenis van de Heer (hoogfeest)
Lezingen uit Handelingen 10,34a.37-43 en Johannes 20,1-9
Niet ontvangen.
______________________________________________________________________
Zaterdag 12 april 2025 - Palmzondag - ORDE VAN DIENST
Lezingen uit Lucas 19,28-40 en Lucas 22,14-23,56
PALMZONDAG ORDE VAN DIENST (Nijswiller en Wahlwiller 2025)
1. INTREDE
Welkom.
Wat gaan we doen? We wijden onze buxus-palmtakjes. We lezen het intochtverhaal van Jezus op een ezel in Jeruzalem waarbij de mensen Hem toezwaaiden met palmtakken. We komen in twee rijen naar voren en ontvangen allemaal een palmtakje. Overige palmtakjes worden na de viering uitgedeeld
We gaan verder bidden en lezen een stukje uit de brief van St. Paulus aan de christenen van de handelsstad Filippi, we zingen een lied en lezen een klein gedeelte uit het lijdensverhaal van Lucas. Daarna gaan we verder met de H. Mis zoals we dat gewoon zijn.
2. WELKOMSTWOORD door de voorganger
Van harte welkom.
Wij, christenen, beginnen vandaag een bijzondere week.
Bij alles wat ons dagelijks bezig houdt hopen we ruimte te maken
voor de gedachtenis van de weg die Jezus is gegaan ten einde toe.
Drie jaar lang was hij getrokken naar steden en dorpen.
Hij had in woord en daad laten zien hoezeer God ons liefheeft.
Een aantal mensen waren in Hem en zijn manier van leven gaan geloven.
Anderen wezen hem af, bang voor de ruimte die Jezus gaf
en bang om hun invloed op het volk te verliezen,
Ze stonden Hem naar het leven.
Nu was hij met zijn leerlingen op weg naar Jeruzalem
voor de viering van het Joodse Paasfeest, de bevrijding van de slavernij in Egypte.
3 GEDACHTE BIJ DE PALMZONDAG
Voorganger
Jezus zou de stad binnengaan op de dag die wij Palmzondag zijn gaan noemen.
Begin van de zogenoemde Goede Week, vol tegenstellingen.
Gejuich op de Palmzondag,: 'Hosanna in den hoge'
'aan het kruis met hem' aan het kruis met Hem' op de Goede Vrijdag.
Lector 1
In zijn lot herkennen we de manier
Waarop nog steeds met mensen wordt omgesprongen:
onschuldig gevangen genomen en vastgezet,
vals beschuldigd en veroordeeld,
gemarteld ten dode toe,
slachtoffer van machtsaspiraties van medemensen,
slachtoffer van corruptie en bedrog.
Denken we aan al die plekken op onze wereld, waar deze dingen gebeuren.
Lector 2
In de aanvaarding van zijn lot
heeft Jezus ons een voorbeeld gegeven
van vergeving en zachtmoedigheid,
van zich toevertrouwen, ondanks alles,
aan zijn en onze hemelse Vader,
die hem met Pasen om zijn trouw
deed opstaan uit de dood.
Voorganger
Deze week geeft aanleiding om ons te bezinnen
op wie we zijn en hoe wij leven.
Het geloof in Jezus en de navolging van zijn model van menszijn
houdt nu al eeuwig leven in zich.
Lector 1
Aan de situatie waarin we nu verkeren ervaren we onze kwetsbaarheid,
onze afhankelijkheid van natuur en medemens.
Is het niet nu de gunstige tijd God in gedachten te nemen
en zijn Mensenzoon,
die onder ons model is geweest van onbaatzuchtige liefde?
Lector 2
Jezus Christus, die zijn leven gaf om in ons wakker te roepen
het besef van de ware vrijheid,
de vrijheid van Gods kinderen;
en geen slaaf te zijn en te worden van macht en materieel goed
Voorganger
Mogen we de tijd vinden voor het doorleven van deze Goede Week.
En moge deze week ons inspireren en bemoedigen
bij het gaan van onze eigen weg door het leven.
Moge de palmtakken die we vandaag ter hand nemen
een uiting zijn van geloof in Hem,
die, door lijden en dood heen, groeide naar Pasen,
ons daarin meenam en ons deel geeft aan eeuwig leven.
4. LIED
Indien een koor aanwezig is zingt het koor.
Bij volkszang wordt gezongen GvL 423 'De kinderen van Jeruzalem'.
5. PALMWJJDING
1. GEBED EN WIJDING VAN DE PALMTAKKEN
Voorganger
Zo'n klein groen takje in de hand nemen betekent:
lente, kiezen voor Jezus' ontluikende manier van leven.
Het betekent dat wij ons te binnen brengen,
dat zijn weg van dienende goedheid,
ook onze weg kan zijn en ons nieuw leven schenkt
Gebed.
Jezus van Nazareth zo bent u genoemd,
toen u rondging in deze wereld.
In u werd hoorbaar de stem van de levende God;
In u lichtte op de liefde van de enige God.
In u heeft zijn tegenwoordigheid zich belichaamd,
zo geloven wij.
Wij bidden, dat als wij deze altijd groene takken aannemen,
door u aangespoord worden
en begeesterd met de kracht die van u is uitgegaan.
Geef dat wij met elkaar mogen leven wat u hebt voorgeleefd.
Wij verlangen naar de moed,
die ons voor elkaar zo goed als God doet zijn.
Zegen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest
deze palmtakken die wij ter hand nemen
Mogen zij ons tot zegen zijn. Mogen wij elkaar tot zegen zijn.
6. EVANGELIE VAN DE INTOCHT:
In het A-jaar: Matteüs 21,1-11
In het B-jaar: Marcus 11, 1-10
In het C-jaar: Lucas 19, 28-40
(A-jaar) Uit het H. Evangelie volgens Matteüs hst.21, 1-11
Toen Jezus en zijn leerlingen Jeruzalem naderden en bij Betfage op de Olijfberg kwamen, stuurde Jezus twee leerlingen eropuit met de opdracht: 'Ga naar het dorp dat daar ligt. Zodra je het binnenkomt, zul je een ezelin vinden, die daar vastgebonden staat met haar veulen. Maak de dieren los en breng ze bij Me. En als iemand jullie iets vraag, antwoord dan: 'de Heer heeft ze nodig'. Dan zul je ze meteen meekrijgen. Dit is gebeurd omdat in vervulling moest gaan wat door de profeet gezegd is: 'Zeg tegen vrouwe Sion: "Kijk, je koning is in aantocht. Hij is zachtmoedig en rijdt op een ezelin en op een veulen, het jong van een lastdier (Jesaja 62,11).
De leerlingen gingen op weg en deden wat Jezus hen had opgedragen. Ze brachten de ezelin en het veulen mee, legden er hun mantels overheen en Jezus ging erop zitten. Vanuit de menigte spreidden velen hun mantels op de weg uit, anderen braken takken van de bomen en spreidden die uit op de weg, anderen braken takken van de bomen en spreidden die uit op de weg. De talloze mensen die voor Hem uitliepen en achter Hem aan kwamen, riepen luidkeels: 'Hosanna voor de Zoon van David! Gezegend Hij die komt in de naam van de Heer. Hosanna in de hoogste hemel.
Toen Hij Jeruzalem binnenging, raakte de hele stad in rep en roer. 'Wie is die man?' wilde men weten. Uit de menigte werd geantwoord: 'Dat is Jezus, de profeet uit Nazaret in Galilea.
(B-jaar) Uit het H. Evangelie volgens Marcus hst. 11, 1-10)
Toen Jezus en zijn leerlingen Jeruzalem naderden en inde buurt waren van Betfage en Betanië bij de Olijfberg, stuurde Hij twee van zijn leerlingen vooruit. Hij zei teem hen: Gaat naar het dorp dat daar ligt. Zodra jullie er binnenkomen, zullen jullie er een ezelsveulen vastgebonden zien staan, dat nog nooit door iemand bereden is; maak het los en breng het hier. En als jullie iemand vraagt waarom jullie dat doen , zeg dan: "De Heer heeft het nodig, Hij zal het meteen weer terugsturen". Ze gingen op weg en vinden een veulen dat buiten op straat bij een deur was vastgebonden en ze maakten het los. Er stonden een paar mensen die vroegen: 'Waarom maken jullie dat veulen los?' Ze zeiden wat Jezus hun had opgedragen te zeggen en de mensen lieten hen begaan. Ze brachten het veulen naar Jezus en legden hun mantels over het dier en Hij ging erop zitten. Velen spreidden hun mantels uit op de weg, anderen spreidden takken met bladeren uit, die ze in het veld afhakten. Allen die voor Hem uitgingen of achter Hem aan kwamen, riepen luidkeels: 'Hosanna! Gezegend Hij die komt in de naam van de Heer. Gezegend het komende koninkrijk van onze vader David. Hosanna in de hoogste hemel.
(C-Jaar) Uit het H. Evangelie volgens Lucas, hst 19, 28-40
Toen Jezus Betfage en Betanië bij de Olijfberg naderde,
stuurde Hij twee van de leerlingen vooruit en zei tegen hen:
'Ga naar het dorp daarginds.
Daar zullen jullie een vastgebonden veulen vinden,
dat nog door niemand bereden is.
Maak het los en breng het hier.
Als iemand vraagt: 'Waarom maken jullie het los?'
moeten jullie antwoorden: 'de Heer heeft het nodig'.
De beide leerlingen gingen op weg en vonden het veulen,
precies zoals Jezus had gezegd.
Toen ze het dier losmaakten vroeg de eigenaar hun:
xx'Waarom maken jullie het los?'
Ze antwoorden: 'de Heer heeft het nodig'.
Daarna brachten ze het veulen naar Jezus.
Ze wierpen hun mantels over het dier en lieten Jezus erop zitten.
Onderweg spreidden de leerlingen hun mantels voor hem op de grond uit.
Toen hij op het punt stond de Olijfberg af te dalen,
begonnen de leerlingen vol vreugde en met luide stem God te prijzen
om alle wonderdaden die ze hadden gezien.
Ze riepen: 'Gezegend Hij die komt als koning, in de naam van de Heer!
Vrede in de hemel en eer aan de Allerhoogste'.
Enige Farizeeën in de menigte zeiden tegen Jezus:
'Meester, berisp uw leerlingen'.
Maar Hij antwoordde:
'Ik zeg u: als zij zouden zwijgen, dan zouden de stenen het uitschreeuwen'.
Tot zover de lezing uit het H. Evangelie. Allen: Wij danken God.
7 UITDELEN VAN DE PALMTAKKEN
(NB Bij viering binnen:) Uitnodiging aan de kerkgangers bij wijze van processie één palmtakje te komen halen. (Meer takjes kunnen na de viering worden opgehaald).
De uitnodiging gaat vergezeld van: 'Procedamus in pace. Antwoord: in nomine Christi. Amen. (Laat ons voortgaan in vrede. In de Naam van Christus, Amen)
(Als de palmwijding buiten heeft plaats gevonden gaan we in processie naar binnen. De kruisdrager voorop gevolgd door de aanwezigen met de voorganger als laatste.
8. LIED Intussen zingt het Gregoriaans koor twee antifonen 'Pueri Hebraeorum etc.' en de hymne 'Gloria, laus, et honor tibi sit (Boekjes 'Goede Week, Eys' blz 2 en 3)
Bij volkszang GvL 425: De koning van de vrede
9. GEBED
Barmhartige, eeuwige God,
om aan de mensen een voorbeeld te geven van nederigheid,
hebt U gewild, dat Jezus Christus, onze Verlosser, mens werd zoals wij
en de dood onderging aan het kruis.
Geef dat wij ter harte nemen wat zijn lijden ons te zeggen heeft
en deel hebben aan zijn verrijzenis.
Dat vragen we U door dezelfde Jezus Christus, uw Zoon,
die met U leeft en heerst in de eenheid van de H. Geest,
door de eeuwen der eeuwen. Amen
10. DIENST VAN HET WOORD
Lector
1e LEZING: uit de brief van de H. Apostel Paulus aan de christenen van Filippi.
Hij die de gestalte van God had,
hield zijn gelijkheid aan God niet vast,
maar deed er afstand van.
Hij nam de gestalte aan van een slaaf en
werd gelijk aan een mens.
En als mens verschenen, heeft Hij zich vernederd
en werd gehoorzaam tot de dood, de dood aan het kruis.
Daarom heeft God Hem hoog verheven
en Hem de naam geschonken doe elke naam te boven gaat.
Opdat in de naam van Jezus elke knie zich zal buigen
in de hemel op de aarde en onder de aarde,
en elke toch zal belijden: 'Jezus Christus is de Heer',
tot eer van God, de Vader.
Graduale: 'Christus factus est pro nobis obediens etc.' Zie boekje Goede Week'Eys).
Bij volkszang GvL 525 'Toen Jezus naar zijn stede ging'
2e LEZING Gedeelte uit het lijdensverhaal uit het Evangelie volgens Matteüs ( A -jaar) ,Marcus (B-jaar), Lucas (C-jaar) door 2 lectoren en de voorganger. (zie apart katern), gelezen door voorganger en 2 lectoren, eventueel 3 lectoren)
(Inleiding met verkorte tekst, aangegeven tussen haakjes)
NA DE LEZING van het Lijdensverhaal KORTE STILTE
CREDO III of Geloofsbelijdenis
VOORBEDE door lector
Eeuwige en enige God,
U hebt uw Zoon gezonden
en hij heeft de gestalte aangenomen van een dienaar.
Wek ook in ons deze levenshouding nu we tot U bidden:
" Voor zovelen die vernederd en geschonden zijn,
van wie de wonden vaak onzichtbaar zijn voor onze ogen,
dat er mensen zijn aan wie zij zich kunnen optrekken,
dat zij hun waardigheid mogen hervinden.
Laat ons(zingend) bidden: Heer, onze God, wij bidden U verhoor ons.
" Voor mensen in landen waar oorlog en geweld heersen
en mensen elkaar naar het leven staan,
dat er een mentaliteit mag ontstaan van verzoening, vergeving en vrede
Dat de leiders van die landen niet hun eigen belangen najagen,
maar in dienst mogen staan van gerechtigheid en vrede.
Laat ons (zingend) bidden:
" Voor mensen die geen eerlijk proces krijgen,
die ten onrechte worden veroordeeld en vastgezet;
dat hun zaak zal worden heropend en herzien,
dat recht en rechtvaardigheid mogen zegevieren.
Laat ons (zingend) bidden
" Voor mensen die actief zijn in zorg voor anderen,
voor hen die zich belangeloos inzetten voor lotgenoten
voor hulpzoekenden dat zij geholpen mogen worden;
dat er altijd voldoende zorg aanwezig mag zijn in onze samenleving;
voor onszelf dat we liefdevolle mensen mogen zijn.
Laat ons (zingend) bidden
" Parochie-intenties. Laat ons (zingend) bidden
V. Zo bidden wij U, God, verhoor de gebeden van onze gemeenschap hier bijeen.
En help ons te leven naar de wil van U die met uw Zoon en de H. Geest leeft in
eeuwigheid. Amen
11. DIENST VAN DE TAFEL
KLAARMAKEN VAN DE ALTAARTAFEL
GEBED OVER DE GAVEN
Heer, wees ons nabij,
want voor ons heeft uw Zoon het kruis gedragen.
Neem onze gaven aan, de wij U aanbieden in herinnering een Hem.
Schenk ons de verzoening waar wij om vragen
naar de rijkdom van uw barmhartigheid.
Door Christus, onze Heer. Amen
PFREFATIE
Heilige Vader, liefdevolle, eeuwige God,
om recht te doen aan uw heerlijkheid,
om heil en genezing te vinden
zullen wij U danken altijd en overal
door Christus, onze Heer.
Hij die zelf onschuldig was,
heeft willen lijden voor hen die schuldig waren;
Hij die geen kwaad bedreven had,
liet zich veroordelen omwille van de zondaars.
Zijn dood heeft onze zonden uitgewist,
zijn verrijzenis bracht ons gerechtigheid.
Daarom met alle engelen, machten en krachten,
met allen die staan voor uw troon,
loven en aanbidden we U
en zingen U toe vol vreugde:
SANCTUS (XVII) GvL 817 of HEILIG, HELLIG, HEILIG ENZ.
EUCHARISTISCH GEBED VIII GvL 734
ONZE VADER
VREDEWENS
Vrede in Gods naam, is ons toegezegd.
Geen gemakkelijke vrede,
maar een die evenwicht brengt,
gerechtigheid onthult en helder maakt
en ruimte geeft ook bij vertwijfeling, onmacht en gemis.
Moge die vrede die Jezus ons heeft gebracht
voor altijd met ons zijn.
Geven we elkaar een teken van vrede (als we in elkaars buurt zitten)
BREKEN VAN HET BROOD tijdens het zingen van het AGNUS DEI (XVII)
COMMUNIE
12. AFSLUITING VAN DE VIERING
SLOTGEBED (bij een boeteviering slotgebed uit de daartoe dienende boekjes)
Barmhartige God, Moge wij vol overgave in het leven staan,
de weg van de liefde gaan met open ogen,
met open oren en hoedende handen,
met voeten die naar elkaar toegaan
om elkaar werkelijk te ontmoeten.
Mogen wij zo U eren in onze vaak weerbarstige wereld.
Wij vragen U ons nabij te blijven
en ons te helpen onze inspiratie te vinden in Jezus, uw Zoon, die met U en de H. Geest leeft in eeuwigheid
ZEGEN
Emeritus-pastoor A. Reijnen
_____________________________________________________________________
Zaterdag 5 april 2025 - 5e zondag van de veertigdagentijd
Lezingen uit Jesaja 43,16-21 en Johannes 8,1-11.
Broeders en zusters, We zijn op weg naar Pasen, de climax van Gods Liefde: Jezus' lijden, sterven en verrijzenis. In deze Veertigdagentijd worden wij uitgenodigd tot bekering, tot een nieuw begin, tot een leven dichter bij God. Maar vandaag, op deze vijfde zondag, verschuift het accent van onze zonde, waar wij in onze leefwijze tekort schieten naar iets dat daar nog dieper onder ligt: de barmhartigheid van God. Gods Liefde laat nooit iemand in de steek. Wij verwijzen vaak voor onze menselijk problematiek naar God, terwijl God, desondanks, altijd bereid is om ons te helpen en ons veel richtlijnen geeft. Maar God weet dat we nog onze levenslessen te leren hebben. Hij wil ons blijven bijstaan. Door Zijn barmhartigheid geeft Hij ons een veilige bedding om ons in 'Zijn hogere vorm van liefde' te ontwikkelen, zodat we allen gelukkig kunnen worden en ook anderen kunnen vergeven.
In het evangelie horen we hoe Jezus onderricht geeft in de tempel, wanneer de schriftgeleerden en farizeeën een vrouw bij Hem brengen die betrapt is op overspel. Volgens de Wet van Mozes verdient zij de dood door steniging. Ze vragen Jezus
om haar te veroordelen - maar niet uit liefde voor de Wet of uit zorg om de vrouw. Het is een val. Ze hopen dat Jezus zich ofwel tegen de Wet keert, ofwel tegen zijn eigen boodschap van barmhartigheid. Maar Jezus laat zich niet meeslepen in hun val. Hij bukt zich, schrijft met zijn vinger op de grond. Wat Hij schreef, weten we niet. Maar Zijn stilte is krachtig. Wanneer Hij opstaat, zegt Hij: "Laat degene onder u die zonder zonde is, het eerst een steen op haar werpen." Die woorden treffen als een bliksemstraal. Eén voor één verlaten ze de plek - begonnen bij de oudsten. Ze laten de stenen vallen, letterlijk én figuurlijk. Want ze herkennen iets van zichzelf in deze vrouw. Ze weten: ook wij zijn niet zonder zonde. En dan, als iedereen weg is, blijft Jezus alleen met de vrouw. Hij vraagt haar:
"Waar zijn ze? Heeft niemand u veroordeeld?" Ze antwoordt: "Niemand, Heer." En Jezus zegt: "Ook Ik veroordeel u niet. Ga heen, en zondig voortaan niet meer."
Let goed op: Jezus keurt haar zonde niet goed. Hij noemt het zonde. Maar Hij ziet méér. Hij ziet een mens. Geen object van oordeel, maar een kind van God, gewond, vernederd, angstig. En in plaats van haar te veroordelen, geeft Hij haar een nieuwe toekomst. Hij geneest haar met zijn barmhartige blik en zijn woorden vol hoop. Dat is de kern van het evangelie: God is barmhartig. Niet sentimenteel of zwak, maar krachtig en transformerend. Zijn barmhartigheid is geen beloning voor wie het goed doet, maar een scheppende kracht voor wie gevallen is. Zij vertrekt niet vanuit onze verdiensten, maar vanuit Gods hart - een hart vol liefde en mededogen.
Wij denken vaak dat we eerst berouw moeten tonen, en dán pas vergeving mogen ontvangen. Maar dit evangelie keert die volgorde om. Jezus vergeeft, en juist daardoor wordt een nieuw begin mogelijk. God vergeeft ons niet omdat we berouw hebben; we hebben berouw omdat God ons vergeeft."Vergeving is geen eindpunt, maar een nieuw begin. En dat is niet alleen goed nieuws voor onszelf. Het is ook een oproep. Wie van ons werpt nog stenen? Stenen van oordeel, veroordeling, uitsluiting?
De Veertigdagentijd is geen tijd van schuldgevoel, maar van innerlijke zuivering. Een tijd om ons hart te spiegelen aan Jezus' hart: mild, eerlijk, genadig. Jezus ziet niet alleen onze zonde, Hij ziet onze roeping. Hij ziet niet enkel wat wij gedaan hebben, maar wat wij kunnen worden. En Hij zegt ook tot ons: "Ik veroordeel je niet. Ga, leef opnieuw, leef anders."
Laat mij afsluiten met een verhaal dat de essentie van barmhartigheid prachtig weergeeft:
Op een dag kwam een moeder bij keizer Napoleon om vergefenis te vragen voor haar zoon, die ter dood was veroordeeld. De keizer zei: "Uw zoon verdient geen genade." De moeder antwoordde: "Heer, het zou geen genade zijn als hij die verdiende." Napoleon zweeg, en zei toen: "U hebt gelijk. Hij krijgt genade." Zo is Gods barmhartigheid: onverdiend, onvoorwaardelijk, verrassend. Net als genade is barmhartigheid geen beloning, maar een geschenk.
Broeders en zusters, Mogen wij geraakt worden door die barmhartige blik van Jezus. Mogen wij de stenen in onze handen loslaten. En mogen wij, als mensen die vergeven zijn, zelf barmhartigheid brengen - in ons gezin, onze parochie, onze samenleving. In woord, in daad, in houding - elke dag opnieuw. Amen.
Kapelaan Siju.
______________________________________________________________________
Zaterdag 29 maart 2025 - 4e zondag van de veertigdagentijd - Zondag Lætare
Lezingen: Jozua 5, 9a.10-12; 2 Korintiërs 5, 17-21; Lucas 15, 1-3.11-32.
Het lijkt voor ouders een hele opgave hun kinderen te begeleiden tot het zelfstandig in het leven kunnen staan. Nu is dat waarschijnlijk altijd al een hele opgave geweest, momenteel lijkt het nog meer het geval vanwege het vele dat op ouders en kinderen afkomt: de vele mogelijkheden waaruit te kiezen valt en de vele invloeden die ze ondergaan. Ouders hebben die vaak zelf niet in de hand, gezien de smartphones waar de meeste kinderen over beschikken Daardoor zijn ze altijd door iedereen bereikbaar zijn en kunnen ze zelf anderen bereiken. Misschien maakt het voor kinderen en ouders 't leven wel onoverzichtelijker en valt er niet gemakkelijk structuur aan te geven. Misschien is dat wel een van de oorzaken van depressieve neigingen bij een kwart van onze jeugd. Dat opvoeden ongemakkelijk kan zijn is van alle tijden zeker als de kinderen heel verschillend zijn. Onlangs vertelde een moeder dat ze in de opvoeding aan al haar vier kinderen, vanwege hun verschillen, veel aparte aandacht had moeten geven.
Van verschillend geaarde kinderen en hoe een vader daarmee omging hoorden we in het Evangelieverhaal van vandaag. De ene zoon zoekt het avontuur en vraagt daartoe zijn deel van de erfenis; de ander is plichtsgetrouw en ziet daarin de rechtvaardiging van zijn bestaan.. De vader is bezorgd, denkt misschien dat al zijn opvoedingswerk vergeefs is geweest, maar geeft ruimte aan de jongste en laat hem gaan. De oudste, steun en toeverlaat van de vader is verzekerd eigenaar te worden van het bedrijf; zoals de vader zegt: al het mijne is het jouwe. Toch zijn er kanttekeningen te maken: de jongste zoon heeft het vermogen in te zien, dat zijn gedrag geleid heeft tot zijn faillissement. Hij krijgt berouw en schaamt zich niet dat eerlijk aan zijn vader te bekennen. De oudste daarentegen ziet zijn plichtsgetrouwheid als een soort zelfrechtvaardiging, die hem hard doet zijn voor zijn broer en verwijtend naar zijn vader. Hij is niet in staat zich te verzoenen met zijn jongste broer, hij mist de souplesse om blij te zijn met de terugkeer van zijn broer en mee te doen met het feest om diens terugkeer te vieren. De vader blijft voor beide de goede, onbaatzuchtig liefhebbende vader, rechtvaardig voor de oudste, beide sturend met zijn opmerkingen, vergevingsgezind en blij bij de terugkeer van de jongste. Vergelijkbare verhalen maar ook weer anders en passend bij onze tijd met zijn heel andere mogelijkheden en uitdagingen kunnen zich nu voordoen. Maar eigengereidheden en daaruit voortkomende keuzes, hoe onverstandig ook, komen ook nu voor. Eigengerechtigheid met gebrek aan ruimte voor begrip en verzoening zijn ook vaak niet ver weg. Het meeste indruk wekt de liefdevolle, begrijpende en op verzoening gerichte houding van de vader. Hij blijft zichzelf en gaat variabel om met beide zonen. Zoals de vader voor zijn zonen is, zo is God, onze hemelse Vader voor ons zijn mensen, die heel verschillend van elkaar op onze aarde vertoeven. Vanaf de eerste zondag van deze veertigdagentijd wordt ons voorgehouden dat God door de geschiedenis heen meetrekt, betrokken is op zijn mensen, zijn volk. De aansporing die in dit verhaal naar ons uitgaat is om 'zo goed als God te zijn: onbaatzuchtig in onze liefde, soepel en variabel voor de vele verschillende mensen waarmee we omgaan, rechtvaardig, vergevingsgezind en verzoenend. Proberen we op weg nar Pasen daaraan te voldoen. Daarmee helpen we onze wereld anders menselijker door te worden en er hoop uit te putten. Amen
Emeritus-pastoor A. Reijnen
_____________________________________________________________________
Zaterdag 22 maart 2025 - 3e zondag van de veertigdagentijd.
Lezingen uit Exodus 3,1-8a.13-15 en Lucas 13,1-9.
Beste broeders en zusters in Christus,
Er is een verhaal over een jongen die graag met zijn vriend uit de buurt speelt onder een boom achter hun huis. Op een dag vertelt zijn vader hem dat hij de boom zal omhakken, omdat er al drie jaar geen vruchten meer aan zijn gekomen. De jongen is verdrietig en deelt het slechte nieuws met zijn vriend uit de buurt, en samen huilen ze.
De volgende dag breekt de jongen zijn spaarvarken open en koopt een mand appels. Met de hulp van zijn vriend bindt hij de appels aan de boom. De volgende ochtend ziet zijn vader de boom vol appels en roept zijn vrouw: "Schat, ik weet niet hoe dit mogelijk is; ineens heeft de dorre boom appels, en het meest verbazingwekkende is dat het een sinaasappelboom is!" De kleine jongen probeerde zijn speelplek, de boom, te redden.
In het evangelie van vandaag vertelt Jezus ook een gelijkenis over een onvruchtbare vijgenboom. De eigenaar zoekt al drie jaar naar vruchten aan de boom, maar vindt niets. Daarom wil hij de boom omhakken, zodat hij de grond niet langer nutteloos bezet. De tuinman smeekt echter om de boom nog een jaar intensieve verzorging te geven; als hij dan nog steeds geen vrucht draagt, kan hij worden omgehakt.
Hoewel Jezus geen directe uitleg bij de gelijkenis geeft, is het duidelijk dat de boom ons allemaal vertegenwoordigt. Jezus zelf is de tuinman, die voor ons pleit en bemiddelt, en die ons voedt met Gods woord en genezing, evenals met zijn lichaam en bloed. De eigenaar in de gelijkenis verwijst naar God de Vader, onze Schepper.
Het is zorgwekkend dat de vijgenboom na drie jaar nog steeds geen vruchten draagt. In de Bijbel symboliseert het getal "drie" volledigheid. De boom kreeg alle nodige aandacht en voedingsstoffen. Het is daarom cruciaal om te begrijpen waarom hij toch onvruchtbaar bleef.
Om te ontdekken wat het probleem is, moeten we kijken naar de wortels van de boom. Het probleem zit niet in de stam, takken of bladeren, maar in de wortels. Wanneer een boom voeding uit de grond haalt, dan zijn wortels open en ontvankelijk voor wat de bodem biedt. Het is dus belangrijk dat de boom in een vruchtbare voedingsbodem kan wortelen en gezonde voeding kan binnenhalen, maar vooral dat wortels open en ontvankelijk zijn en zich verrijken aan de noodzakelijke voeding. Net zoals de vijgenboom in de wijngaard van God de Vader staan wij onder de zorg van Jezus Christus, onze hemelse tuinman. Hij voedt ons voortdurend met Gods woord en met zijn lichaam en bloed, die ons geestelijk voeden. De uitdaging voor ons is: zijn wij bereid ons hart open te stellen en te ontvangen wat de Heer ons aanbiedt? En zetten wij het om in vruchtbare daden?
De vastentijd roept ons op tot ware bekering. De gelijkenis in het evangelie laat zien dat God ons tijd geeft om ons te bekeren. God vraagt ons dus niet om enkel de buitenkant te versieren, zoals de kleine jongen deed door appels aan de boom te hangen, maar om een diepgaande vernieuwing van binnenuit. Wij moeten terugkeren naar God, zoals de Israëlieten dat deden na vierhonderd jaar slavernij in Egypte. God antwoordde hen via Mozes door middel van de brandende braamstruik, zoals we lezen in de eerste lezing. De brandende braamstruik symboliseert Gods eeuwige Liefde, die in deze vastentijd op ons wacht. De vijgenboom kreeg nog één jaar om vrucht te dragen; wij hebben ook al vele jaren gekregen om ons "hart" te volbrengen en ons los te maken van de slavernij van de zonde. Het is nu een zeer geschikte tijd om hieraan te werken. Laten we deze kans niet schieten. God verlangt naar geestelijke vruchten, niet naar dorre religieuze bomen.
Mogen we groeien van onvruchtbaarheid naar werkelijke vruchtbaarheid, tot Gods eer en tot onze redding en Liefde en Licht voor de wereld. Zeker in deze duistere tijd waarin de wereld zo naar Licht verlangt. Het Licht is er, wij moeten het alleen opnemen en verspreiden. Amen.
Kapelaan Siju.
______________________________________________________________________
Zaterdag 15 maart 2025 - 2e zondag van de veertigdagentijd
Lezingen uit Genesis 15,5-12.17-18 en Lucas 9,28b-36
Beste broeders en zusters in Christus, In het Evangelie lezen we vaker dat Jezus de berg opging om te bidden. Waarom deed Hij dat? Was het alleen om rust te vinden en zich terug te trekken van de drukte? Of zit er een diepere betekenis achter?
In de Heilige Schrift is de berg vaak een plaats van openbaring. Mozes ontving op de Sinaï de wet van God. Elia hoorde er de zachte bries van Gods aanwezigheid. Jezus sprak er de zaligsprekingen uit tijdens de Bergrede. Vandaag zien we Hem opnieuw op een berg, dit keer in een moment van glorieuze openbaring: de Gedaanteverandering. Zijn gezicht straalt als de zon en zijn kleren worden verblindend wit. Mozes en Elia verschijnen en spreken met Hem. Dit is een moment van diep mysterie en heilige aanwezigheid.
In deze Veertigdagentijd worden wij uitgenodigd om met Jezus de berg te beklimmen. Dit symboliseert onze geestelijke reis: een weg naar een dieper geloof, een bewuste bekering en een inniger leven met God. De Gedaanteverandering van Jezus is een vooruitblik op Pasen en laat ons zien dat lijden niet het laatste woord heeft.
Maar de leerlingen begrepen niet wat er allemaal gebeurde. Ze waren bang. Petrus zei: "Heer, het is goed dat wij hier zijn. Laten we drie tenten bouwen: één voor U, één voor Mozes en één voor Elia." Hij wilde deze heilige ervaring vasthouden, een leven zonder duisternis, zonder lijden. Hij wilde niet dat Jezus het lijden zou ondergaan en naar het kruis zou gaan. Maar toen klonk er een stem uit een wolk: "Dit is mijn Zoon, de Welbeminde, luister naar Hem." God de Vader bevestigde dat Jezus de juiste weg volgde en vroeg de leerlingen om naar Hem te luisteren en Hem te volgen. Hoewel de leerlingen niet alles begrepen wat er op de berg gebeurde, accepteerden ze uiteindelijk de weg die Jezus ging en volgden Hem. Want één ding was voor hen duidelijk: God de Vader was altijd met Jezus en het was Zijn wil dat Jezus zou lijden en sterven.
Wat kunnen wij uit dit Evangelie leren? Net als Petrus verlangen wij naar een leven zonder pijn en verdriet. Maar dat is ons niet gegeven. In ons leven ondervinden we moeilijkheden en vragen we ons af waarom bepaalde dingen gebeuren. We verliezen dierbaren. We worden geconfronteerd met mislukkingen, lijden en pijn. Al deze dingen horen bij ons leven, en net als de leerlingen worden wij uitgenodigd om ze te aanvaarden. Want zonder het kruis is er geen verrijzenis. Jezus zei vaak tegen zijn volgelingen: "Als je Mij wilt volgen, neem dan je kruis op."Hij beloofde ons geen gemakkelijk leven, integendeel: "Als je Mij volgt, zul je gehaat worden en misschien zelfs ter dood gebracht."
Maar Hij gaf ons één zekerheid: "Ik laat je nooit alleen. Ik ben met je om je te steunen en te begeleiden." Dit is de hoop die de leerlingen kregen op de berg Tabor en later bij Jezus' hemelvaart. Met deze hoop proberen wij als ware leerlingen van Christus te leven. Dan kunnen wij, ondanks ons verdriet, vreugde ervaren, omdat we weten dat Jezus met ons is. Hij zal ons bijstaan in al onze moeilijkheden, ons leiden en beschermen. Amen.
Kapelaan Siju.
______________________________________________________________________
Zaterdag 8 maart 2025 - 1e zondag van de veertigdagentijd
Lezingen uit Deuteronomium 26,4-10 en Lucas 4,1-13
Broeders en zusters in Christus, Hoe vreemd het ons ook mag lijken, zo kort na Advent en Kerstmis, vandaag is het de eerste zondag van de vastentijd. Op Aswoensdag zijn we begonnen aan onze vastenpelgrimage met Jezus, terwijl we ons voorbereiden op het vieren van Pasen. Toch hebben we nog een weg te gaan met Jezus en met elkaar voordat we de vreugde en het nieuwe leven van Pasen kunnen ervaren.
In het evangelie van deze zondag zien we hoe Jezus de woestijn wordt ingeleid. Eigenlijk wordt het nog krachtiger verwoord: “De Geest dreef Jezus de woestijn in en Hij bleef daar veertig dagen.” Maar waarom werd Jezus de woestijn in geleid of gedreven?
De woestijn speelt een belangrijke rol in de Joodse geschiedenis. Toen God het volk Israël bevrijdde van de slavernij in Egypte, trokken ze veertig jaar door de woestijn. Ze dwaalden rond en raakten soms verdwaald terwijl ze probeerden hun weg naar het Beloofde Land te vinden. Dit was geen gemakkelijke reis. Soms verloren ze het geloof in elkaar en in God. Ze vergaten de belofte die God met hen had gesloten: “Ik zal jullie God zijn en jullie zullen mijn volk zijn.” Tijdens hun tocht door de woestijn gaven velen de reis op en vestigden zich bij de dichtstbijzijnde oase of waterbron. Anderen sloten zich aan bij andere stammen en religies die ze onderweg tegenkwamen. Op hun dieptepunt maakten ze een gouden kalf en begonnen het te vereren. Ze vergaten waar ze vandaan kwamen, wat God voor hen had gedaan, en verloren uit het oog waar God hen naartoe leidde.
Het is dan ook geen toeval dat we de vastentijd beginnen met Jezus in de woestijn. Net als zijn voorouders werd ook Hij beproefd en verleid. Maar Jezus weigerde zich zo snel en gemakkelijk over te geven. Het Evangelie van deze zondag is afkomstig uit het evangelie van Marcus, maar het evangelie van Matteüs geeft ons meer details over wat Jezus doormaakte. Hij werd verleid met de valse geschenken van macht, prestige en rijkdom. Toch wist Jezus dat zijn kracht en identiteit van God kwamen. Hij wist wie Hij was, waar Hij vandaan kwam en waar Hij naartoe ging op zijn reis. Hij verliet de woestijn met deze krachtige woorden, die Hij ook vandaag aan ons geeft: “De tijd is gekomen, het Koninkrijk van God is nabij. Bekeer u en geloof in het Evangelie.”
Wat is dit Goed Nieuws dat Jezus ons vraagt om zijn boodschap te horen tot ons door te laten dringen en te geloven? Het is de blijde boodschap dat ieder van ons door God is geschapen, geliefd en vergeven. Oprecht geloof is een onschatbare liefde die gebaseerd is op de fundamenten van ‘weten’.
Nu we vandaag onze eigen vastenreis beginnen, moeten we ons realiseren dat we deze weg niet alleen afleggen. God is met ons en wandelt iedere stap met ons mee. Wanneer we worden verleid, moeten we het voorbeeld van Jezus volgen. Hij vertrouwde niet enkel op zijn eigen kracht, maar wendde zich tot God en vroeg om hulp – en Hij ontving die hulp. Ook wij kunnen de vastentijd niet op eigen kracht doorstaan. We moeten beseffen dat we, net als Jezus, Gods hulp, steun, leiding en bescherming nodig hebben. Wanneer we moe zijn of op het punt staan op te geven, mogen we ons tot God wenden voor bemoediging. We mogen erop vertrouwen dat God met ons zal zijn tijdens de vastentijd, zoals Hij met Jezus was in de woestijn. God zal ons nooit alleen laten.
Laten we daarom deze vastentijd niet zien als een periode van ontbering, maar als een tijd van groei en verdieping in ons geloof. Een tijd om opnieuw te ontdekken wie we zijn in Gods ogen. Een tijd om de last van ons leven los te laten en dichter bij God te komen. Mogen we deze reis aangaan met open harten, wetende dat God ons zal leiden naar de vreugde van Pasen. Amen.
Kapelaan Siju.
______________________________________________________________________
Woensdag 5 maart 2025 - Aswoensdag
Lezingen uit Joël 2,12-18 en Mattheus 6,1-6.16-18
Weet u wat de zwaarste dagen zijn voor schoolkinderen? Na de lange, mooie vakantie moeten ze weer vroeg opstaan om om 08.00 uur naar school te gaan. Wat een zwaar moment! We hebben dit allemaal meegemaakt toen we kinderen waren. Het is jammer, maar een soortgelijke situatie ervaren wij vandaag ook, wanneer we samenkomen voor de Aswoensdagviering in onze kerk.
Beste mensen, we hebben net een geweldige tijd van vreugde, dans, zang en samenzijn beleefd. Carnaval heeft ons laten zien hoe mooi het leven kan zijn wanneer we samen lachen, feesten en genieten. Gedurende deze dagen maakte het niet uit wie rijk of arm was, iedereen was gelijk, verenigd in vreugde. Maar vandaag, op Aswoensdag, nodigt de Kerk ons uit om een ander moment in te gaan: een tijd van bezinning, nederigheid en vernieuwing.
Carnaval en Aswoensdag lijken tegenstellingen, maar in werkelijkheid vullen ze elkaar aan. De vreugde van carnaval herinnert ons eraan dat het leven een gave is, een moment van dankbaarheid en verbondenheid. Maar nu stappen we in een periode waarin we ons richten op wat écht telt: onze relatie met God, met onze medemens en met onszelf. Vandaag krijgen we het askruisje en horen we de woorden: "Gedenk, mens, dat je stof bent en tot stof zult wederkeren." Dit is geen sombere boodschap, maar een oproep tot ware vrijheid: om los te laten wat ons afleidt van het echte innerlijke leven en ons te richten op wat blijvend is.
Aswoensdag markeert het begin van de veertigdagentijd, een periode waarin we worden uitgenodigd tot bezinning, gebed, vasten en naastenliefde. Het is een tijd om stil te staan bij de vraag: Wie ben ik werkelijk? Waar ligt mijn hart? Waar plaats ik mijn vertrouwen? Tijdens carnaval zetten we maskers op door schmink en verkleding, maar de veertigdagentijd roept ons op om de maskers af te leggen en eerlijk naar onszelf te kijken.
Soms denken we dat de vreugde van carnaval en de ernst van de vastentijd niet samen kunnen gaan. Maar in werkelijkheid vormen ze een geheel. Waar carnaval ons leert genieten van het leven, leert de vastentijd ons genieten op een diepere manier; door eenvoud, door stilte, door oprechte liefde. Het ware geluk ligt niet in overvloed, maar in dankbaarheid; niet in bezit, maar in delen.
Als we in deze veertig dagen iets opgeven of dat nu snoep, alcohol, sociale media of iets anders is doen we dat niet omdat het slecht is, maar om ruimte te scheppen voor iets beters. Misschien kunnen we de tijd die we normaal besteden aan oppervlakkige bezigheden gebruiken om echt in gesprek te gaan met iemand, een naaste te helpen of tijd te nemen voor gebed. Dit is de ware betekenis van vasten: het is geen leegte, maar een kans om gevuld te worden met wat echt waardevol is.
Broeders en zusters, de veertigdagentijd is geen tijd van droefheid, maar een tijd van hoop. We gaan samen op weg naar Pasen, het feest van de verrijzenis, het feest van nieuw leven. Zoals de winter plaatsmaakt voor de lente, zo mag deze periode ons vernieuwen en dichter bij God brengen.
Laten we deze tijd omarmen als een geschenk. Laten we niet vastklampen aan de vreugde van carnaval, maar die vreugde omvormen tot een diepere vreugde: de vreugde van een hart dat bevrijd is, dat liefheeft en zich opent voor Gods genade.
Vandaag ontvangen we het askruisje als een teken van nederigheid, maar ook als een teken van hoop. Stof zijn betekent niet dat we niets waard zijn, maar dat we alles van God ontvangen. Laten we deze veertigdagentijd ingaan met open harten, met de bereidheid om te groeien en met het besef dat de ware vreugde niet ligt in wat we bezitten, maar in wie we zijn in Gods ogen.
Moge deze tijd ons dichter bij Hem brengen, zodat we met Pasen kunnen jubelen: "Hij is waarlijk opgestaan!" Amen.
Kapelaan Siju.
______________________________________________________________________
Zaterdag 1 maart 2025 - 8e zondag door het jaar
Lezingen uit Sirach 27,4-7 en Lucas 6,39-45
Beste mensen, Ik vraag mij af: wat zou er gebeuren als Jezus, in plaats van water in wijn te veranderen op de bruiloft van Kana, het in bier zou veranderen? Het antwoord is simpel: bij wijn waren zeven kruiken genoeg, maar met bier zouden er zeven keer zeventig nodig zijn!
Vandaag vieren we Carnaval zondag, een dag van vreugde en gemeenschap, maar ook een moment van bezinning. Carnaval is een tijd waarin we samenkomen, lachen en feestvieren, maar het markeert ook de drempel naar de Veertigdagentijd, de tijd van voorbereiding op Pasen. Een tijd waarin we ons richten op innerlijke groei, zelfreflectie en het zoeken naar verzoening. Dit kan soms een moeilijk pad zijn, zeker wanneer de feestvreugde van Carnaval nog in ons bloed zit.
Carnaval en bier zijn bijna onlosmakelijk met elkaar verbonden. Maar hoe zat het met bier in de tijd van Jezus? Hoewel wijn vaker wordt genoemd in de Bijbel, weten we dat bier al duizenden jaren een drank was in het Midden-Oosten, vooral onder gewone mensen. In Egypte en Mesopotamië was bier een veelgebruikte drank, en het zou niet ondenkbaar zijn dat eenvoudige Joodse vissers en boeren het ook kenden. Bier werd gezien als een geschenk van God, iets om van te genieten, maar altijd met mate.
Laten we nu even terugkijken naar het evangelie van vandaag, waar Jezus spreekt over het belang van een zuiver hart. Hij zegt: "Een blinde kan geen blinde leiden. Wanneer een blinde een blinde leidt, vallen beiden in de put." Dit is een krachtig beeld. Hoe kunnen we anderen helpen, als we zelf niet het juiste pad kennen? Als we niet in staat zijn om ons eigen hart te onderzoeken en te zuiveren, hoe kunnen we dan andere mensen in hun zoektocht naar het goede ondersteunen? Carnaval kan ons op een luchtige manier helpen om onszelf een spiegel voor te houden. Hoe vaak lachen we niet om ons eigen tekortschieten? Hoe vaak zien we bij een ander een splinter, terwijl we onze eigen balk over het hoofd zien?
Jezus roept ons op om eerst naar onszelf te kijken, om ons hart te zuiveren voordat we anderen willen corrigeren. In de voorbereidingen op de Veertigdagentijd wordt dit nog eens benadrukt: een tijd van bezinning, zelfonderzoek en inkeer. Als we willen groeien in het volgen van Christus, moeten we onszelf de ruimte geven om eerlijk naar ons hart te kijken. Het is niet de bedoeling dat we onszelf veroordelen, maar dat we ons openstellen voor de liefde van God, die altijd bereid is ons te vergeven en ons te vernieuwen.
Carnaval kan ons helpen om dit in een lichter perspectief te zien. Terwijl we genieten van het feest, is het ook een tijd om te reflecteren. Wanneer we lachen om de fouten van anderen, is dat dan omdat we hen willen helpen of omdat we onze eigen tekortkomingen niet onder ogen willen zien? Het is gemakkelijk om de splinter in het oog van een ander te zien, maar de balk in ons eigen oog te negeren. Jezus vraagt ons om eerlijk te zijn over onszelf, om ons hart te zuiveren, zodat we in de Veertigdagentijd - en verder - oprecht kunnen leven en anderen kunnen helpen.
Vandaag, op deze Carnavals zondag, mogen we genieten van het leven, maar laten we ons ook herinneren dat vreugde niet losstaat van verantwoordelijkheid. Laten we de tijd nemen om ons hart te onderzoeken, onze daden en handelen te bekijken en ons voor te bereiden op een periode van bezinning en groei. Want uiteindelijk is het niet de buitenkant die telt, maar wat er in ons hart leeft.
Ik zeg proost op een carnaval zonder gemiste kansen, op een feest dat bruist van leven en verbondenheid! Alaaf voor iedereen, want samen vieren we pas écht het feest als we elkaar niet laten schieten! Geniet van het feest, maak er mooie dagen van, vasteloavendj same!!
Kapelaan Siju.
______________________________________________________________________
Zaterdag 22 februari 2025 - 7e zondag door het jaar
Lezingen uit 1 Samuel 26,2.7-9.12-13.22-23 en Lucas 6,27-38
Beste mensen, De wereld waarin wij leven volgt vaak vaste richtlijnen. We worden geboren, groeien op onder begeleiding van ouders en anderen, volgen een opleiding en verwerven een plek in de samenleving door werk en relaties. De manier waarop we met elkaar omgaan, is grotendeels bepaald door verwachtingen en gewoonten. We behandelen degenen die ons goed behandelen ook goed. We zijn dankbaar en vriendelijk tegenover hen die ons kansen bieden en bereid om hulp te bieden aan wie ons helpt. Maar met degenen met wie we moeite hebben, is het lastiger. Deze richtlijnen zien we overal: in de politiek, het zakenleven en het maatschappelijke leven. Wie zich niet aan deze ongeschreven regels houdt, kan buitengesloten worden.
Toch biedt de Heilige Schrift ons een ander perspectief. In de eerste lezing van vandaag horen we het bijzondere verhaal van David en koning Saul.
Saul, die jaloers is op Davids succes, wil hem doden. David krijgt echter de kans om Saul te doden wanneer hij hem slapend aantreft in zijn tent. In plaats van hem te doden, neemt David slechts de speer en waterkruik van Saul mee als bewijs van zijn aanwezigheid. Hij spaart het leven van Saul, hoewel hij zelf wordt bedreigd. David toont eerbied en mededogen in plaats van wraak. Dit is een voorbeeld van hoe God wil dat wij met elkaar omgaan: niet kwaad met kwaad vergelden, maar goedheid tegenover kwaad stellen.
Jezus sluit hierbij aan in het evangelie volgens Lucas. Hij roept op tot een nieuwe manier van omgaan met vijanden en hen die ons onrecht aandoen. Hij gaat zelfs verder dan het gebod 'Gij zult niet doden' en zegt: 'Als iemand u op de wang slaat, keer hem dan ook de andere toe.' Als iemand je iets afneemt, geef hem dan nog iets extra's. Maar wie van ons zou zo handelen? Onze natuurlijke reactie is zelfverdediging of vlucht. Toch wijst Jezus ons een andere weg: kwaad beantwoorden met goedheid. Dit kan een verrassende uitwerking hebben en de ander tot inkeer brengen. Niet zelfbehoud of eigenbelang moeten vooropstaan, maar de liefde die zich geeft.
Ook in ons oordeel over anderen worden we opgeroepen tot barmhartigheid. Vooroordelen kunnen hardnekkig zijn en verhinderen dat we de goede kanten van iemand zien. Zo blijven moeizame verhoudingen bestaan, terwijl Jezus juist pleit voor welwillendheid, vergeving en barmhartigheid. Hij leefde zelf vanuit deze principes, tot aan de dood aan het kruis. Zo toonde Hij ons de weg naar een wereld waarin liefde en vergeving het kwaad kunnen overwinnen.
Hoe kunnen wij deze boodschap in ons eigen leven toepassen? Misschien worden we niet letterlijk achtervolgd zoals David, maar we kennen allemaal situaties waarin anderen ons onrecht aandoen. Misschien voelen we de drang om wraak te nemen of om mensen uit ons leven te snijden die ons pijn hebben gedaan. Maar Jezus nodigt ons uit om in plaats daarvan te vergeven, te bidden voor hen die ons kwaad doen en ons hart open te stellen voor genezing en verzoening.
Dit is geen gemakkelijke opdracht. Het vraagt van ons een diep vertrouwen in Gods gerechtigheid en een bereidheid om onze eigen trots en pijn los te laten. Maar als wij deze weg gaan, zullen we ervaren dat het de enige weg is naar ware vrede - niet alleen met anderen, maar ook in ons eigen hart.
Laten we deze week eens nadenken over wie wij misschien moeten vergeven. Laten we bidden voor de kracht om goedheid te tonen waar kwaad ons tegemoet komt. En laten we Jezus volgen in Zijn radicale liefde, die zelfs aan het kruis bad: "Vader, vergeef het hun, want ze weten niet wat ze doen." Moge de Heilige Geest ons leiden op deze weg van liefde en vergeving. Amen.
Kapelaan Siju.
______________________________________________________________________
Zaterdag 15 februari 2025 - 6e zondag door het jaar
Lezingen: Jeremia 17, 5-8; 1 Korintiërs 15, 12.16-20; Lucas 6, 17.20-26.
Misschien overkomt u menigmaal 'verbazing', soms 'verbijstering' bij wat er allemaal in onze wereld dichtbij en veraf gebeurt? Misschien voelen ook wij dreiging die uitgaat van het tegenwoordig vaak herhaalde oude Romeinse beginsel: 'als je vrede wil bereid je dan voor op oorlog?' Zijn mensen/volken er nog zeker van wie hun medestanders en tegenstanders zijn? Ik merk dit niet op om onze onrust te vergroten. We worden immers dagelijks door de media geïnformeerd. Veel mensen zijn ongerust en onzeker. Sommigen mijden nieuwsuitzendingen en praatprogramma's 'omdat we ons onmachtig voelen er iets aan te doen. Ons lot lijkt bepaald te worden door enkelen, hun omgeving en het geld waarover ze kunnen beschikken. Ze willen de wereld naar hun hand zetten'. Als christenen leven we met velen in deze huidige wereld. God wordt erin aangeroepen; maar dat is een god die moet doen wat machthebbers bepalen. Jezus constateert al jaren geleden in zijn Evangelie: 'dit volk eert mij met de lippen, maar hun hart is verre van mij' (Evangelie van Matteüs hst 15.8). Het is goed, dat wij ons als christenen afvragen waar we houvast en hoop kunnen putten. Het is een vraag naar de aard van ons christen-zijn.
We hebben als gelovigen vandaag geluisterd naar de lezingen uit de H. Schrift. De wereld, die ons daar wordt voorgesteld als gelukkig, vredig en geborgen is een wereld die 'van harte' rekening houdt met God. Die heeft n.l. de aarde aan en al wat erop is aan planten, dieren, mensen ons toevertrouwd, om dit alles zorgvuldig te beheren in dienstbaarheid, niet om leven(s) te vernietigen; en dat gebeurt door menselijk toedoen veelvuldig, zoals we ervaren. Profeet Jeremia is daarover duidelijk: 'Vervloekt wie op een mens vertrouwt, wie zijn kracht ontleent aan stervelingen'. Daar stelt hij tegenover: 'Gezegend wie op de Heer vertrouwt, wiens toeverlaat de Heer is'. Gelukkig de mens dus, die zich blijft toevertrouwen aan God bij al wat hem/haar overkomt. Het geeft innerlijke rust. Ook Jezus, de mens-geworden Liefde van God, is duidelijk. Jezus prijst gelukkig de arme, pretentieloze mens die God erkent en overeenkomstig zijn levensroeping leeft; Hij prijst gelukkig de mens die verlangt naar verzadiging niet alleen materieel maar ook wat betreft goedheid en liefde; Hij prijst gelukkig degenen die in hun trouw aan God belachelijk gemaakt worden en vervolgd. Waarin zit dat 'gelukkig zijn'? Zoals bij Jezus zelf zit dat geluk in de band met God en het vertrouwen dat Hij onze uiteindelijke bestemming is en ons doet leven. Maar daar volgen ook uitspraken op van 'wee de rijken, die alles en iedereen daarvoor opzij zetten. Wee degenen degenen die nu nog van alles verzadigd zijn. Wee degenen die nu lachen en achter wie mensen nu nog achterna lijken te lopen. Lucas goed begrepen leven ze in een schijnwereld. Het moment dat 'het wee' aan mensen in de schijnwereld duidelijk zal worden ligt in de lezingen niet vast. Het kan ieder moment zijn in de niet te overziene menselijk geschiedenis. Het zal bij Gods eindoordeel zijn, dat we vinden in het Evangelie van Matteüs: 'Wat ge voor de minste van de mijnen (niet) hebt gedaan, hebt ge voor Mij (niet) gedaan'. Daarna volgt aan het adres van die het goed hebben gedaan: 'ga binnen in de vreugde van uw Heer'. En de verwerping van degenen die fout zaten. Waar komt het voor ons op neer? Dat we -om met St Paulus te spreken in zijn 1e brief aan de inwoners van Tessalonica (hst 1, 3)- dat we in dit leven 'volharden in hoop' bij al wat ons overkomt. We zijn uit Gods hand voortgekomen, naar God keren wij terug voor een leven in vreugde. Zijn Zoon en onze broeder Jezus Christus is ons daarin voorgegaan. Amen
Emeritus-pastoor A. Reijnen.
_____________________________________________________________________
Zaterdag 8 februari 2025 - 5e zondag door het jaar.
Lezingen: Jesaja 6, 1-2a.3-8; 1 Korintiërs 15, 1-11; Lucas 5, 1-11.
Er was een tijd, beste mensen, dat tijden de opvoeding eerbied en ontzag sterk in de aandacht stond bijgebracht: eerbied en ontzag voor onze ouders, eerbied en ontzag voor onderwijzers, leraren, gezagsdragers en ordehandhavers; eerbied en ontzag als we een kerk binnengingen en knielden of bogen voor het daar bewaarde Allerheiligste. Eerbied en ontzag had te maken te maken met de plaats die iedereen in het leven was toebedeeld. Onze ouders stonden aan de oorsprong van ons bestaan; leerkrachten en bestuurders hadden meer inzicht dan wij en waren vaak ouder en wijzer. God in de hemel was onze uiteindelijke bestemming. De plek die iedereen in het leven innam lag grotendeels vast. Toch was daar ook een nadeel aan verbonden. Ontzag en eerbied konden ertoe leiden, dat mensen gingen zwijgen en niet gezien, niet ontzien en niet gehoord werden. Daar is in onze tijd verandering in gekomen vanuit de opvatting dat mensen gelijk zijn. Daar zit een goede kant aan. Iedereen verdient gezien en gehoord te worden over zaken die hem/haar aangaan, m.a.w iedereen moet aandacht krijgen en in zijn/haar eigenwaarde worden erkend. Mensen kunnen elkaar daardoor meer 'nabij' zijn. Evengoed bestaat in onze tijd bestaat het gevaar van door te schieten, het gevaar van zelfoverschatting, van ontkenning van gezag, van uit het oog verliezen van verhoudingen, van respect en eerbied. In onze tijd bestaat het gevaar vaneen in zichzelf opgesloten 'ik-mentaliteit'. Toch blijft waar dat, bijvoorbeeld, ouders -willen ze goede ouders zijn- een opvoedende taak hebben. Ze staan aan de oorsprong van het leven van hun kinderen, maar hebben ook de taak hen op te vangen, van begeleiden, maar ook van aan de teugel houden en gaandeweg loslaten van hun kinderen. Die moeten immers leren zelfstandig in het leven te staan.
Vinden we in het Evangelie aanwijzingen hoe we ons t.a.v. elkaar dienen te verhouden, bijvoorbeeld in de Bijbellezingen van vandaag? Het valt al op dat Jezus zijn medewerkers kiest uit diverse lagen van de bevolking en, bijvoorbeeld, niet uit de intellectuele topklaas. Jezus zelf neemt duidelijk een positie in. Hij is de leraar en leider, die de menigte en zijn leerlingen. Maar het is tussen hem en de mensen zeker geen eenrichtingsverkeer. Hij waardeert hen ook in hun kwaliteiten en ziet hen als medewerkers bij zijn taak: het verzamelen van mensen in het Rijk van God. De leerlingen van hun kant nemen van Jezus aan wat Hij van hen vraagt. Hij is immers hun leermeester, een man met een natuurlijk gezag. Ze doen
wat Jezus vraagt en werpen hun visnetten uit ook al hebben zij de hele nacht niets gevangen. Ze vangen zoveel vis dat een andere boot te hulp moet komen. M.i. vinden we in het verhaal zowel herkennen en erkennen van elkaars waarden en kwaliteiten en van wederzijdse hulp. Voor het goede omgaan zijn herkenning, willen zien wat iedereen kan en erkenning daarvan met eerbied en ontzag van groot belang. Het verhaal heeft natuurlijk ook de bedoeling het bijzondere van de persoon Jezus aan te geven. Maar Hij is er mét en vóór mensen. De leerlingen zijn vol eerbied en ontzag Petrus brengt dat onder woorden. Hij voelt zich klein, gebrekkig, tekortschieten: 'Heer, ga weg van mij want ik ben een zondig mens'. Eenzelfde huiver voor de heilige God, eerbied en ontzag vallen te proeven bij de profeet Jesaja, die zich desondanks erkend voelt als God vraagt: wie moet ik zenden om mensen te helpen het Rijk Gods binnen te gaan? Hij zegt: 'zendt mij'. Wat kunnen we hieruit leren? Van Godswege dient ieder in de eigen waarde, aard, talent, erkend te worden, accepterend ook de betekenis van anderen voor leven en samenleven. Uiteindelijk zijn we bestemd binnen te gaan in het Rijk van God. Ieder kan daaraan naar eigen maat meewerken; in 't bijzonder degenen die ervaren ertoe geroepen te zijn. Amen.
Emeritus-pastoor A. Reijnen.
_____________________________________________________________________
Zaterdag 1 februari 2025 - Opdracht van de Heer in de Tempel (Maria Lichtmis) - Blasiuszegen
Lezingen uit Maleachi 3,1-4 en Lucas 2,22-40 of 2,22-32
Beste broeders en zusters,
Vandaag vieren we het feest van de Opdracht van de Heer in de Tempel, ook wel bekend als Maria Lichtmis. Op deze dag herdenken we hoe Maria en Jozef, in gehoorzaamheid aan de wet van Mozes, hun pasgeboren zoon Jezus naar de tempel brachten om Hem aan God op te dragen. Dit feest is een viering van licht, toewijding en hoop. Simeon, de oude profeet, herkende in dit kind het licht dat de heidenen zou verlichten en sprak de woorden: "Een licht dat voor de heidenen straalt, een glorie voor uw volk Israël."
Maar wat betekent dit licht voor ons vandaag? Hoe kunnen wij, net als Simeon en Hanna, dit licht herkennen en doorgeven in onze wereld? Laat mij u een verhaal vertellen dat ons hierbij kan helpen - een verhaal over Moeder Teresa en haar ontmoeting met kinderen.
Moeder Teresa, die haar leven wijdde aan de armsten der armen, werd eens gevraagd hoe zij zo veel liefde en mededogen kon hebben voor de mensen die zij diende. Ze vertelde over een ervaring met een groep kinderen in Calcutta. Op een dag ontmoette ze een groepje spelende straatkinderen. Ze waren arm, hun kleren versleten en hun maagjes leeg. Toch straalden ze van vreugde. Moeder Teresa ging bij hen zitten en vroeg: "Waarom zijn jullie zo blij?" Een van de kinderen keek haar aan en antwoordde: "Omdat we van elkaar houden en omdat God van ons houdt." Dit eenvoudige antwoord raakte Moeder Teresa diep. Het kind bezat geen materiële rijkdom, geen comfort of luxe, maar had iets veel kostbaarders: het licht van liefde en geloof. Het herkende Gods aanwezigheid in de eenvoud van het leven, net zoals Simeon en Hanna Gods aanwezigheid herkenden in het kindje Jezus in de tempel.
Beste mensen, het licht van Christus dat wij vandaag vieren, is niet ver weg. Het schuilt niet alleen in grote gebeurtenissen of spectaculaire wonderen. Het openbaart zich juist in de kleine, alledaagse momenten van liefde, vreugde en mededogen. We vinden het in de glimlach van een kind, in de zorg voor een zieke, in het delen van wat we hebben met hen die minder hebben. We zien het in de eenvoud van het geloof, zoals dat kind in Calcutta liet zien.
Jezus, het Licht der wereld, kwam niet als een machtige koning, maar als een klein, kwetsbaar kind. Hij kwam om ons te laten zien dat Gods liefde niet onbereikbaar is, maar dichtbij. Hij leerde ons dat ook wij geroepen zijn om licht te zijn voor anderen. Moeder Teresa begreep dit diep. Ze zei vaak: "We zijn niet geroepen om succesvol te zijn, maar om trouw te zijn." En die trouw begint met het herkennen van Gods licht in ons eigen leven en het doorgeven ervan aan anderen.
Laten wij, net als Simeon en Hanna, ons hart openstellen voor het licht van Christus. Laten wij, net als Moeder Teresa, dat licht uitdragen in onze wereld, niet met grote woorden of spectaculaire daden, maar met eenvoudige liefde en mededogen. Want het licht van Christus is niet bedoeld om verborgen te blijven. Het is bedoeld om te schijnen, om anderen te verwarmen en om de duisternis te verdrijven.
Moge ons leven een weerspiegeling zijn van dit licht. Mogen wij, net als dat kind in Calcutta, de vreugde van Gods liefde uitstralen, zelfs in de eenvoud van ons dagelijks leven. En moge wij, wanneer onze tijd komt, net als Simeon in vrede kunnen zeggen: "Laat nu, Heer, uw dienaar in vrede gaan, want mijn ogen hebben uw heil gezien." Amen.
Kapelaan Siju.
______________________________________________________________________
Zaterdag 25 januari 2025 2025 - 3e zondag door het jaar.
Lezingen: Nehemia 8, 2-4a.5-6.8-10; 1 Korintiërs 12, 12-30; Lucas 1, 1-4; 4, 14-21.
Onze wereld is enkele weken geleden het nieuwe jaar begonnen in heel verschillende omstandigheden, van levensbedreigend tot nog in betrekkelijke veiligheid. Allemaal hebben ze zich afgevraagd wat de toekomst brengen zal. We beperken ons nu tot onze eigen situatie. Wij zullen onze toekomstverwachtingen en wensen afgestemd hebben op wat we tot nu meemaken in zowel de grote als onze kleine wereld. Wij leven op verschillend terreinen: in onze persoonlijke omstandigheden, alleen of in een gezin; in onze vriendschappen, in ons werk, in de besteding van onze vrije tijd. Min of meer vast liggen dingen waaromtrent we verplichtingen zijn aangegaan; al kunnen er altijd onverwachte gebeurtenissen plaats vinden. Bij pogingen tot invulling staat ons na de bevrijding in 1944/1945 aanzienlijk meer vrijheid ten dienste, mede door de groei van onze materiële welvaart. Die vrijheid is ons dierbaar en wordt door ons gekoesterd, ofschoon daar ook een betrekkelijke kant aan zit. Bij de invulling ervan komen immers sterke invloeden op ons af. Denk aan de reclame, denk aan wat TV en radio ons iedere dag voorschotelen; denk aan internet. We worden daardoor beïnvloed in onze manier van doen, in wat we aanschaffen en in wat we leuk vinden. We worden beïnvloed door de zogenoemde 'tijdgeest'. Een paar weken geleden zei iemand: 'we worden geleefd'. Daarbij dan de vraag: zijn er waarden, die ons leven dragen en welke waarden zijn dat? Dragen die waarden ook sociale kenmerken zoals 'aandacht voor medemensen', mededogen, barmhartigheid? Of zijn het vooral waarden, die gericht zijn op individueel welzijn? Welke waarden zullen die onze toekomst bepalen, een vraag van alle tijden?
De vraag naar de toekomst hield ook de Israëlieten bezig, die uit Judea en Jeruzalem bij de verwoesting van stad en tempel in ballingschap gedeporteerd waren naar Babylonië. In die vreemde omgeving kwamen ze tot besef van hun gemis: hun eredienst, hun bijbel met de voorschriften van Mozes, de verhalen van de profeten, de verzamelde wijsheden. Zo goed en zo kwaad als het ging bleven ze samenkomen op basis van hun herinneringen. Tot de Perzen de baas werden en hun koning Cyrus de ballingen verlof gaf terug te keren en stad en tempel weer op te bouwen. Teruggekeerd, maar toch ook veranderd door hun verblijf elders, vonden ze in bij de wederopbouw hun heilig boek terug.
In de eerste lezing hebben we kunnen beluisteren hoe gouverneur en priester de mensen bijeenbrachten rond hun Bijbel en hoe de mensen na al die 'jaren van leegte en gemis' tot tranen toe geroerd waren bij de herontdekking van hun oorspronkelijke rijkdom. Ze beleefden hun oorspronkelijke band met God en met elkaar op een nieuwe manier op. Het zou kunnen zijn dat in een periode van vervreemding van ons christelijk geloof de herinnering blijft smeulen aan de Jezus en zijn Goede Tijding (Evangelie); aan de liefde, waarin Hij ons is voorgegaan tot in zijn dood toe; aan de liefde die de dragende kracht is van de onze verbondenheid met elkaar en met God; en van de ook innerlijke vrede die daar het gevolg van is. Wat in het verleden in Godsnaam gebeurd is toen de ballingen naar huis terugkeerden geeft ook ons aanleiding tot het 'volhouden van de hoop' ook in moeilijke omstandigheden. Het optreden van Jezus mens geworden en gezonden om 'aan armen de blijde boodschap te brengen, blinden te laten zien, verdrukten te laten gaan in vrijheid', biedt een houvast waar wij ons onzeker voelen bij wat er allemaal op onze wereld gebeurt, in het groot en in het klein. Onze wereldkerk houdt dit jaar een jubileumjaar met als thema 'hoop'. Vertrouwen we ons en onze toekomst toe aan God, onze Vader en aan Jezus, diens Zoon en onze broeder, waarborg van ons heil. Amen
Emeritus-pastoor A. Reijnen.
______________________________________________________________________
Zaterdag 11 januari 2025 19.00 uur - Doop van de Heer
Lezingen uit Jesaja 40,1-5.9-11 en Lucas 3,15-16.21-22
Broeders en zusters in Christus, Ik herinner me nog levendig een bijzonder moment van afgelopen jaar, tijdens mijn vakantie in India. Ik had de eer om mijn neefje, de zoon van mijn broer, te dopen. Het was een prachtig en gedenkwaardig moment, niet alleen voor mij maar voor de hele familie. Tijdens de viering, zoals gebruikelijk, noemde ik eerst zijn naam: Ronel. Toen hij mij zag, begon hij te lachen. Zijn lach werkte aanstekelijk, en ik kon het niet laten om ook te lachen. Uiteindelijk lachte de hele familie mee. Het was een moment vol vreugde en liefde, een herinnering die ik voor altijd zal koesteren.
Maar niet alle doopvieringen verlopen op deze manier. Ik heb ook momenten meegemaakt waarbij een kindje tijdens de hele viering huilde... en bleef huilen. Elke doopviering is uniek, met zijn eigen vreugde en uitdagingen.
Vandaag, in het evangelie, zien we Johannes de Doper een bijzondere situatie meemaken. Jezus komt naar Johannes met het verzoek om gedoopt te worden. Johannes is verbijsterd. Waarom zou Jezus, de Zondeloze, een doopsel van bekering nodig hebben? Met zijn doop openbaart Jezus zijn solidariteit met ons. Hij kiest ervoor om zich te identificeren met ons, zondige mensen. Door zich te laten dopen, neemt Hij deel aan onze werkelijkheid. Dit gebaar toont niet alleen zijn nederigheid, maar ook zijn diepe verbondenheid met ons. Hij plaatst zichzelf niet boven ons, maar midden onder ons. Zijn doop wijst ook vooruit naar de ultieme daad van nederigheid en solidariteit: zijn dood aan het kruis. Het is een teken dat Jezus bereid is om de last van de zonde en het lijden van de wereld op zich te nemen.
Bij Jezus' doop gebeurt er iets buitengewoons. Terwijl Hij uit het water opstijgt, opent de hemel zich. De Geest van God daalt neer als een duif, en de stem van de Vader klinkt: " Gij zijt mijn Zoon, de welbeminde, in U heb Ik mijn behagen gesteld..". Hier zien we de Drie-eenheid in actie: de Vader die zijn Zoon bevestigt, de Zoon die zijn missie aanvaardt, en de Heilige Geest die Hem bekrachtigt. Deze gebeurtenis markeert het begin van Jezus' openbare bediening. Het herinnert ons eraan dat ons eigen leven en onze levens-missie ook geworteld zijn in onze identiteit als geliefde kinderen van God. Bij onze doop werden wij, net als Jezus, gezalfd met de Heilige Geest en erkend als kinderen van God. We brengen het kindje in het Licht van Gods Liefde zodat het geleid mag worden door zijn Heilige Geest.
Beste mensen, Onze doop is niet alleen een ritueel of een herinnering, maar een voortdurende roeping. Wij worden geroepen om in navolging van Christus te leven, als dienaars van gerechtigheid, als brengers van licht en liefde en als boodschappers van hoop en vertrouwen in een wereld vol duisternis.Het roept ons op om na te denken over hoe wij in ons dagelijks leven gehoor geven aan die roeping om vertegenwoordigers te zijn van Gods Liefde.
Waar kunnen wij een teken van hoop zijn? Hoe kunnen wij Gods Liefde en Licht brengen aan de mensen om ons heen?
Broeders en zusters, Het feest van de Doop van de Heer is een gelegenheid om onze eigen roeping opnieuw te overwegen. Net zoals Jezus zich aan de Vader toewijdde bij zijn doop, zo worden wij uitgenodigd om ons leven opnieuw aan God toe te wijden. Laten we werkelijk leven als geliefde kinderen van God, zodat we licht, hoop en vertrouwen kunnen brengen in de wereld. Amen.
Kapelaan Siju.
______________________________________________________________________
Zaterdag 4 januari 2025 - Openbaring des Heren (Hoogfeest)
Lezingen uit: Jesaja 60,1-6 en Mattheüs 2,1-1
Dierbare broeders en zusters in Christus, Vakantie: wie houdt er niet van? Het is een tijd om nieuwe plekken te ontdekken, onbekende gerechten te proeven en uitdagingen aan te gaan. Maar laten we eerlijk zijn: niet elke reis verloopt vlekkeloos. Soms worden we geconfronteerd met obstakels die onze verwachtingen overstijgen. En toch blijven we reizen, gedreven door nieuwsgierigheid, hoop of een diep verlangen naar iets nieuws. In het Evangelie van vandaag horen we over een buitengewone reis: Die van de drie wijzen uit het Oosten, de Driekoningen. Hun tocht is geen vakantie, maar een reis vol moed, geloof en doorzettingsvermogen.
Vandaag vieren we een van de oudste feesten van de Kerk: de Openbaring des Heren, ofwel Driekoningen. Dit feest nodigt ons uit om na te denken over de universele boodschap van het Evangelie: Jezus Christus is niet alleen gekomen voor het volk van Israël, maar voor alle volken en naties. Het draait om de openbaring van de Heer, een diepgaand woord, bewust gekozen door de eerste christenen, met een moed die ons vandaag nog steeds inspireert.
In de tijd van de Romeinen was een "openbaring" een grootse gebeurtenis. Het was het moment waarop de keizer, omringd door pracht en praal, zich toonde aan het volk. Gekleed in schitterende gewaden, met een kroon op zijn hoofd en kostbare ringen aan zijn vingers, stond hij daar als een symbool van macht, rijkdom en grootsheid.
Maar de eerste christenen hadden het lef datzelfde woord te gebruiken om iets heel anders te beschrijven: niet een keizer in al zijn glorie, maar een kwetsbaar kind in een kribbe. Geen pracht en praal, maar een baby, geboren in een eenvoudige stal. En toch geloofden zij dat juist in dit kind God zelf zich had geopenbaard. Niet aan keizerlijke hoven of machtige vorsten, maar aan eenvoudige herders en drie wijzen uit een ver land.
Wat een geloof en wat een moed toonden die eerste christenen! Ze doorzagen de schijn van keizerlijke pracht en verklaarden: "De ware openbaring is hier, in dit kind. Hier is God zichtbaar geworden."
De Driekoningen zelf zijn een voorbeeld van moed. Zij waren mensen met een wetenschap die wij nu misschien primitief zouden noemen, maar met een hart vol vertrouwen. Ze zagen een ster, een teken van iets groots, en lieten alles achter. Ze hadden geen kaarten, geen zekerheden, alleen een mysterieuze aanwijzing dat iets bijzonders op hen wachtte.
Ze trokken door de woestijn een symbool voor de ontberingen en uitdagingen die wij in ons eigen leven tegenkomen. Ze beklommen bergen, beelden van de obstakels die wij vaak proberen te vermijden. Toch gingen ze door, zonder omwegen, terugdeinzen of omzeilen. Wat een voorbeeld van vastberadenheid en vertrouwen!
Aan het einde van hun reis vonden ze niet een machtige koning op een troon, maar een kind in een kribbe. En dat was genoeg voor hen. Ze knielden neer, brachten hun kostbare gaven en erkenden: "Dit is de ware Vredevorst.
Hoe anders zijn wij vaak. Waar de wijzen de moed hadden om het onbekende tegemoet te treden, blijven wij vaak hangen in het veilige en vertrouwde. We schuwen de woestijnen van ons leven, vermijden de bergen en durven de ster van God niet altijd te volgen. Maar dit feest nodigt ons uit om moediger te zijn. De ster van Bethlehem schijnt niet alleen voor de drie koningen, maar voor ons allemaal. Het is een ster die ons roept om verder te kijken dan onze angsten, onze zekerheden los te laten en op weg te gaan naar het Licht van Christus.
Beste mensen, De Openbaring van de Heer is niet alleen een gebeurtenis van 2000 jaar geleden. Ook vandaag openbaart God zich aan ons. Soms op onverwachte manieren: in een glimlach, een hulpvaardige hand, of een moment van stilte. De vraag is: herkennen we Hem? Blijven wij bij onszelf hangen of hebben wij het doel van Gods Liefde voor ogen? Durven we net als de Driekoningen op weg te gaan, ons hart te openen en ons leven in Gods handen te leggen?
Het is niet gemakkelijk. Maar het kind in Bethlehem laat ons zien dat God ons nooit alleen laat. Hij heeft zich klein en kwetsbaar gemaakt om ons nabij te zijn. Hij gaat met ons mee, zelfs door de zwaarste woestijnen en over de hoogste bergen. Vandaag, op dit feest van de Openbaring des Heren, nodigt Hij ons uit: volg de ster, wees niet bang, en vind in Hem het ware licht en de ware vrede. Amen.
Kapelaan Siju.
______________________________________________________________________