Zaterdag 14 september 19.00 uur - 24e zondag door het jaar (Vredeszondag)
Lezingen: Jesaja 50,5-9a; Jacobus 2, 14-18; Marcus 8, 27-35.
Als er belangrijke bijeenkomsten gehouden worden zul je altijd bestuurders in politiek, bedrijfsleven en godsdiensten op de eerste rij vinden. Afgelopen donderdag herdenking van het begin van de bevrijding in Mesch, tegenwoordig gemeente Eijsden-Margraten, was dit ook het geval: De koning en de koningin, de gouverneur, de burgemeester, onze nieuwe bisschop, maar ook veteranen, die eertijds hun leven hadden ingezet om ons te bevrijden. Op een dergelijke manier gebeurt dat telkens bij evenementen op het terrein van de politiek, het bedrijfsleven, maatschappij en kerk: mensen met een verantwoordelijke positie zitten op de eerste rij en worden bijzonder verwelkomd. Dat is vaak heel terecht, maar niet altijd. Ook - en dat zie je dan op de TV - worden mensen welkom geheten en geëerd, die oorzaak zijn van een hoop ellende; typen, die uit zijn op macht en daarbij geweld niet schuwen. Op zich hoeft 'macht' niet verkeerd te zijn, bijvoorbeeld als ze maar in dienst staat van mensen en hen niet overheerst. Waar echter leger, rechtspraak en pers ondergeschikt zijn aan de machthebber volgt vaak onderdrukking en terreur en wordt oppositie monddood gemaakt. Nixon die indertijd als president van de VS moest aftreden moest erkennen dat 'macht mensen bederft, en absolute macht mensen absoluut bederft.
Hoe anders is de manier van optreden van leiders als de profeet Jesaja en van Jezus in lezingen van vandaag uit de heilige Schrift. Zij staan allebei in dienst van het goede, van de liefde tussen mensen, van onderlinge betrokkenheid en welwillendheid. Ze verzetten zich tegen het kwaad van vrijheidsberoving door machthebbers die -koste wat kost- hun eigen positie willen handhaven. De religieuze overheid in Jeruzalem in dit geval. De neiging tot overheersing, baas zijn en onderdrukking, die zo eigen kan zijn aan mensen, is Jesaja en Jezus vreemd. Met hun aanwijzingen zijn ze uit op een andere invloed, nl. invloed op het gedrag van de mens, zodat wij mensen worden/zijn van goedheid en gerechtigheid. Machthebbers zijn vaak gevangenen van hun eigen macht en van de kliek waarmee zij die uitoefenen. Profeten als Jesaja en Jezus staan voor de vrijheid van de kinderen Gods, gericht op verantwoordelijkheid voor elkaar, voor goedheid, voor barmhartigheid en vergeving. Zij staan voor de macht van de liefde, van de goede verhouding met medemens en God. Maar hun positie is heel lastig. Zij lijden onder de opdracht geroepen te om het goede in mensen te bevorderen en het kwaad te bestrijden. En wie onder mensen lijdt er graag?
De apostelen hadden zich bij Jezus aangesloten met een andere Messiasverwachting. De Gezalfde van God) zou iemand zijn, die zou komen om de macht en grootheid van Israël te herstellen. Ze droomden van grootheid en macht, zoals die ook nu nog door machthebbers wordt gekoesterd. Wat Jezus hen vandaag vertelt valt hen koud op het dak: een Messias, die veel zal moeten lijden. Niks pracht en praal, niks eer en heerlijkheid, maar leven in een situatie waarin goedheid en liefde tegenstand ondervinden; en het daarin volhouden bij alle pijn en moeite. Zo is Jesaja, zo is Jezus tot in zijn dood op het kruis. In zijn overgave aan God, in het zich geven, ondervindt Hij zijn Pasen; niet in het koste wat kost willen redden van het eigen leven. Jezus nodigt ons uit het leven te doorleven, ieder op een eigen manier, zoals Hij het ons heeft voorgedaan, het daarbij uit te houden en niet te wijken voor het kwaad. In het voltrekken van goedheid en liefde leven wij nu al voorgoed. Pasen is dan ook voor ons. Amen.
Emeritus pastoor Reijnen.
______________________________________________________________
Zaterdag 7 september 2024 - 23e zondag door het jaar (Ziekenzondag)
Lezingen: Jesaja 35, 4-7a; Jacobus 2, 1-5; Marcus 7, 31-37.
Het is, beste mensen, normaal dat we verlangen naar een goed en, als het even kan, comfortabel leven. In ons onderbewustzijn weten we, weliswaar, dat we een groei doormaken van kind naar volwassene, naar ouder worden en naar een levenseinde. Maar we hopen dat dit groeiproces geleidelijk verloopt zonder (veel) incidenten, pech en ziekten en in een omgeving die ons leven draagt. Bij veel mensen is dit echter niet het geval. Mochten wij zelf al geluk hebben, anderen moeten leven met een handicap of aangetaste gezondheid en in een omgeving die hun leven niet of nauwelijks ondersteunt. We hoeven maar dagelijks naar de nieuwsuitzendingen op de TV te kijken en we zien de gebeurtenissen die afbreuk doen aan de levens van velen. In toenemende mate wordt onze manier van leven, onze vrijheid en (voor de meesten van ons)welvaart, ervaren als onder druk en bedreigd. Het lijkt erop, dat we ons leven niet in eigen hand hebben. Niet alleen verschijnselen in de natuur, zoals de opwarming van de aarde, maar ook dictatoren en regimes van machtige landen bepalen wat er (met ons) gebeurt. Deze regimes ontnemen mensen hun vrijheid, hun inbreng en manipuleren hen met hun propaganda. In de chaos blijft een mens echter uitzien naar ordening; in de onzekerheid blijft een mens verlangen naar zekerheid, betrouwbaarheid en houvast; in ziekte blijft een mens hopen op genezing; bij beroving van vrijheid blijft een mens verlangen naar vrijheid. Eenmaal in het bestaan geplaatst verlangen we goed te kunnen leven.
Dat verlangen en die hoop zijn van alle tijden, door God bij de schepping in ons gelegd. Ze komen ook terug in de lezingen uit de heilige Schrift van vandaag. Ze dienen ter bemoediging. De profeet Jesaja richt zich tot de mensen die na jaren zijn mogen terugkeren naar eigen land en Sion, de stad Jeruzalem, voorbeeld stad waar menen God en elkaar vinden. (Hoe is de stad, hoe zijn Israël en de Palestijnen er op vandaag aan toe?). Maar de ballingen van toen staan voor een nieuwe toekomst waarin God in zijn barmhartigheid en ontfermende liefde aanwezig is. Hij geeft voor Zijn Boodschap zicht aan ontvankelijke, verlangende en hopende mensen; God is aanwezig waar doven horen, stommen spreken en kreupelen gaan. Wij hebben door onze zintuigen toegang tot onze werkelijkheid. Hij heeft in mensen het vermogen gelegd daaraan (mee) te werken in onderlinge zorg en instellingen van zorg. Ook Jezus komt in Gods Naam tegemoet aan het verlangen van mensen naar een normaal leven en te kunnen horen, zien, spreken en gaan. Maar Jezus wil geen sensationele wonderdoener zijn. Hij wil een geloof dat zich uit in de liefde, het zich geven. Daarom verbiedt Hij de ophef die uit zijn werk kan voortvloeien. Voor Hem komt zijn leven tot voltooiing in zijn beschikbaarheid voor God en mensen tot in zijn kruisdood. Daarop volgt zijn Pasen waarin pijn, dood en kwaad overwonnen zijn. Zijn Pasen dat ons Pasen geworden is, d.w.z. het Pasen van allen die in de Goede Tijding van Jezus geloven en zijn manier van leven navolgen. In zijn brief aan de inwoners van de landstreek Galatië (in het huidige Turkije) noemt Paulus als 'vruchten van de Geest (van geloof) liefde, vreugde en vrede, geduld, vriendelijkheid en goedheid, geloof en zachtmoedigheid en zelfbeheersing'. Het zijn eigenschappen die het leven dienen en waarnaar de moderne mens naar op zoek is, maar deze vaak niet meer vindt in het geloof in God. Mogen wij echter geloofsgetuigen zijn en blijven te midden van de zoekende en onzekere mensheid van onze tijd. Amen
Emeritus pastoor Reijnen
______________________________________________________________
Zaterdag 31 augustus 2024 - 22e zondag door het jaar
Lezingen uit Deuteronomium 4,1-2.6-8 en Marcus 7,1-8
Voorganger Pastoor-deken P. Bronneberg
______________________________________________________________
Zaterdag 24 augustus 2024 (Nijswiller) - 21e zondag door het jaar
Lezingen uit Jozua 24,1-2a.15-17.18b en Johannes 6,60-69.
Beste broeders en zusters, Vandaag staan we stil bij een diepe en fundamentele vraag die ons allemaal raakt: "Welke keuzes maken we in ons leven"? Elke dag worden we geconfronteerd met talloze beslissingen, variërend van kleine, dagelijkse handelingen tot grote, levensbepalende keuzes. Sommigen van ons staan op een kruispunt en weten misschien niet welke kant ze op moeten gaan. Anderen zijn wellicht zeker van hun pad, maar ook dan is het goed om ons af te vragen: "Maken we de keuzes die ons dichter bij God brengen?"
In de eerste lezing van vandaag, uit het boek Jozua, zien we hoe Jozua het volk Israël voor een keuze stelt: "Kies heden wie gij dienen zult." Hij herinnert hen aan de grote daden die God heeft verricht - het bevrijden van de slavernij in Egypte, het leiden door de woestijn, en het brengen naar het Beloofde Land. Het is alsof Jozua zegt: 'Denk aan wat God voor jullie heeft gedaan en kies bewust of je Hem wilt blijven volgen, of dat je andere wegen inslaat.'
Dit is een keuze die we elke dag opnieuw moeten maken, niet alleen in grote beslissingen, maar ook in ons dagelijks handelen. Kies ik voor liefde, voor waarheid, voor medeleven? Of laat ik me leiden door egoïsme, trots, hebzucht of angst? Het is een voortdurende uitdaging, want de wereld om ons heen biedt veel afleidingen en verleidingen. Toch is het een keuze die ons definitief maakt, een keuze die bepaalt wie we zijn en wie we worden.
In het Evangelie van vandaag zien we hoe zelfs de leerlingen voor een keuze worden gesteld. Na de moeilijke woorden van Jezus over het eten van Zijn vlees en het drinken van Zijn bloed, vertrekken velen van Zijn volgelingen. Jezus vraagt dan aan de twaalf: "Willen jullie ook weggaan?" Het is Petrus die antwoordt: "Heer, naar wie zouden wij gaan? Gij hebt woorden van eeuwig leven." Wat een prachtige en krachtige reactie. Petrus begrijpt misschien niet alles, maar hij kiest ervoor om bij Jezus te blijven, omdat hij weet dat alleen Jezus het ware leven biedt. Het leven waar je gelukkig mag zijn en rust vindt. Deze keuze van Petrus is er één van geloof en vertrouwen. Het is een keuze die niet altijd gemakkelijk is, maar die voortkomt uit het besef dat er geen beter alternatief is. Wij worden vandaag uitgenodigd om hetzelfde te doen: om ondanks onzekerheden, moeilijkheden en twijfels, te blijven kiezen voor Jezus, omdat Hij ons woorden van eeuwig leven geeft. Maar met deze vrijheid om te kiezen komt ook verantwoordelijkheid. Onze keuzes hebben consequenties, niet alleen voor onszelf, maar ook voor de mensen om ons heen. Als we kiezen voor liefde, voor waarheid, voor God, dan brengen we zegen en vrede in de wereld. Maar als we kiezen voor onszelf, voor haat, voor onverschilligheid, dan brengen we duisternis en pijn.
Laten we ons vandaag opnieuw toewijden aan het maken van de juiste keuzes. Laten we God vragen om ons te leiden en ons hiervoor open te stellen, om ons te helpen de weg van liefde en waarheid te volgen, zelfs als die weg moeilijk is. En laten we, net als Petrus, zeggen: "Heer, naar wie zouden wij gaan? Gij hebt woorden van eeuwig leven."
Moge God ons de wijsheid en de moed geven om altijd voor Hem en 'Zijn Liefde' te kiezen, zodat we het eeuwige leven mogen ontvangen en dat ook mogen doorgeven aan de wereld om ons heen. Amen.
Kapelaan Siju.
______________________________________________________________
Zaterdag 17 augustus 19.00 uur - Viering Maria Tenhemelopneming (hoogfeest)
(Kroetwuschzegening)
Lezingen uit Spreuken 9,1-6 en Johannes 6,51-58
Beste mensen, Misschien heeft u wel eens gehoord van de Taj Mahal in India, een wereldberoemd monument van liefde. Keizer Shah Jahan liet dit schitterende gebouw van wit marmer, versierd met edelstenen en ingewikkelde patronen, bouwen als teken van zijn eeuwige liefde voor zijn vrouw Mumtaz Mahal. Dit monument is een bewijs van menselijke toewijding en creativiteit.
Maar vandaag herdenken we een andere, nog grotere uitdrukking van liefde. God koos niet voor een monument van steen om Zijn liefde voor Maria te tonen, maar verhief haar met lichaam en ziel naar de hemel. Hij maakte haar tot een levende tempel van de Heilige Geest, een teken van zijn onbegrijpelijke en onmetelijke liefde. Dit is de ware betekenis van de Tenhemelopneming: het verheffen van Maria tot in de heerlijkheid van God.
Dit geloofsmysterie werd op 1 november 1950 plechtig vastgelegd door paus Pius XII in de apostolische constitutie Munificentissimus Deus (Dat betekent: “Allervrijgevigste God” Het is Gods allerhoogste waardering voor de ‘Edelmoedigheid’ van Maria). Het dogma van de Tenhemelopneming benadrukt de unieke band tussen Maria en haar Zoon, Jezus Christus. Het bevestigt de grote dingen die God in haar leven heeft gedaan, zoals Maria zelf zingt in het Magnificat: “De Almachtige heeft grote dingen voor mij gedaan, heilig is zijn Naam.”
Wanneer we nadenken over Maria’s Tenhemelopneming, worden we uitgenodigd om ons af te vragen of we, net als Maria, de zegeningen in ons leven erkennen. Zijn we dankbaar voor wat God ons geeft? Vertrouwen we, zoals Maria, op God en leggen we ons leven in Zijn handen met nederigheid en bereidheid?
Wat kunnen wij van Maria leren? Allereerst leren we van haar vertrouwen in God. Maria wist ook niet altijd hoe Gods plan precies zou verlopen, maar ze vertrouwde erop dat Hij haar zou leiden. Ook wij worden uitgenodigd om ons vertrouwen in God te stellen, vooral in tijden van onzekerheid en lijden. Net zoals Maria worden we uitgenodigd om “ja” te zeggen tegen Gods wil in ons leven, God is de Bron van Liefde en daarom mogen wij erop vertrouwen dat Hij in ieder geval het beste met ons voor heeft, zelfs als we niet alle antwoorden hebben. Wij kunnen vaak niet begrijpen wat er allemaal gebeurd, maar Hij wil ons in ieder geval in Liefde inspireren. Daarnaast herinnert Maria ons aan de waarde van een leven van dienstbaarheid en liefde. Haar leven was gericht op anderen: op haar Zoon Jezus, op haar echtgenoot Jozef, en op de mensen om haar heen. Wij worden ook geroepen om ons leven te richten op dienstbaarheid aan anderen, in navolging van het voorbeeld dat Maria ons gaf.
Beste mensen, De verheffing van Maria is niet alleen een eerbetoon aan haar, maar ook een teken van vertrouwen en hoop voor ons allen. Net zoals Maria is opgenomen in de hemel, worden ook wij geroepen om deel te hebben aan Gods glorie. Dit feest herinnert ons eraan dat ons leven op aarde niet het einde is, maar dat er een grotere bestemming op ons wacht: een bestemming van eeuwig leven bij onze hemelse Vader.
Laten we vandaag, op dit Hoogfeest van Maria Tenhemelopneming, vragen om haar voorspraak. Dat zij ons mag begeleiden op onze levensweg om onze aardse taken aan te kunnen. Moge zij ons helpen om net zoals zij, ons vertrouwen in God te stellen en om te leven in dienstbaarheid en liefde. En moge de hoop en uitdrukking, die uitstraalt van haar tenhemelopneming, ons bemoedigen in ons eigen geloofsleven, in de zekerheid dat ook wij geroepen zijn tot een eeuwig leven bij God.
Maria, Koningin van de hemel, bid voor ons, zodat we mogen delen in de glorie die God voor ons bereid heeft. Amen.
Kapelaan Siju.
______________________________________________________________
Zaterdag 10 augustus 19.00 uur - 19e zondag door het jaar
Lezingen uit 1 Koningen 19,4-8 en Johannes 6,41-51
______________________________________________________________
Zaterdag 3 augustus 19.00 uur - 18e zondag door het jaar
Lezingen uit Exodus 16,2-4.12-15 en Johannes 6,24-35
______________________________________________________________
Zaterdag 27 juli 19.00 uur - 17e zondag door het jaar
Lezingen uit 2 Koningen 4,42-44 en Johannes 6,1-1
______________________________________________________________
20 juli 2024 (Nijswiller) - 16e Zondag door het jaar.
Lezingen: Jeremia 23, 1-6; Efeziërs 2, 13-18; Marcus 6, 30-34.
Herders in Nederland hebben het momenteel niet gemakkelijk. Het blauwtongvirus maakt heel veel slachtoffers onder schapen, geiten en zelfs runderen. Ondanks inenting blijken er toch nog dieren te sterven. Herders, die van hun dieren niet rijk worden maar er wel aan verknocht zijn, hebben er veel verdriet van als ze machteloos moeten toezien dat hun dieren lijden en doodgaan. Herders en kudden kennen een wederzijdse band, een wederzijdse genegenheid. Met die onderlinge band en zorg van de kant van herders voor ogen, wordt het woord 'herder' ook gebruikt voor de verhouding tussen de geloofsgemeenschap en haar voorgangers. Het woord 'herder' kan echter ook gelden voor alle leidinggevenden in welke sector van het leven ook in kerk en maatschappij. Niet alle herders hebben zich gedragen of gedragen zich nog als echte zorgzame herders (1e lezing van de profeet Jeremia). De misbruikaffaires in de kerk t.a.v. kinderen, en de vaak blijvende pijnlijke gevolgen ervan voor de slachtoffers hebben dat aangetoond. In plaats van liefdevolle zorg en echte genegenheid is er sprake van machtsmisbruik. En dat, terwijl hun voorbeeld Jezus Christus zichzelf de 'goede herder' noemt, 'die zijn leven geeft voor zijn schapen'. Bovendien zegt Jezus dat 'ieder die voornaam wil zijn moet zijn als een dienaar'. De status die iemand heeft -in welke positie ook- of dat nu is in de kerk, in het bedrijfsleven, in de sport, in de wereld van het vertier, achter de voordeur, betekent geen vrijbrief voor (machts)misbruik. De status die men heeft kan gevaarlijk voor degene, die die positie bekleed. Hij/zij kan zich er zo mee vereenzelvigen, dat hij/zij meent alles te kunnen, alles te mogen. Het bewustzijn van dat gevaar spoort aan tot nederigheid, tot een vragend gebed dat niemand van ons in de val trapt van de macht; dat we noch slachtoffer, noch dader zullen zijn. Het voorbeeld van Jezus als de Goede Herder zal ons daarbij kunnen helpen.
Vandaag viert de orde waar ik deel van uitmaak haar titelfeest, het feest van de Allerheiligste Verlosser. Ons Algemeen Kapittel van afgevaardigden uit heel de wereld (ruim 4500 Redemptoristen vertegenwoordigend) en het Algemeen bestuur herinneren ons er regelmatig aan, dat we deel uitmaken van 'een gewonde wereld': een wereld van oorlog en geweld; van mensen zonder toekomst op drift, zonder plek om te leven; de slachtoffers van misbruik en corruptie en van geschonden onderlinge verhoudingen; allemaal tekenen van een gewonde. Daar staat echter - voor de mens, die erin kan/wil geloven - Gods liefde tegenover. In Jezus heeft God ons een model van mens-zijn getoond, dat gebouwd is op gerechtigheid, zorg en naastenliefde. Het is het model van de 'herder die zijn leven geeft voor zijn schapen' en dus niet uit is op eigen macht en eer. Speciaal heeft Hij zorg voor die tekort komen, in hun mentale en lichamelijke gezondheid zijn aangetast. Hij laat ons zien hoe om te gaan met lijden en dood: 'Vader in uw handen beveel ik mijn geest'. Zijn perspectief is vervolgens 'leven op de Paasmorgen'. Wij, die in Hem, in zijn model van mens-zijn geloven, zijn uitgenodigd Hem, ieder naar eigen maat na te volgen. Zíjn perspectief van leven voor altijd is ons perspectief, met allen die ons in geloof zijn voorgegaan. Jezus, die zijn leven geeft voor zijn schapen en geworden is onze Allerheiligste Verlosser. Aan Hem mogen we ons toevertrouwen, heel de mens die we zijn, in al wat ons overkomt. Moge dat ons hoop, vertrouwen en vreugde geven. Amen
Emeritus pastoor Reijnen.
______________________________________________________________
Zaterdag 13 juli 19.00 uur - 15e zondag door het jaar
Lezingen uit Amos 7,12 en Marcus 6,7-13
______________________________________________________________
Zaterdag 6 juli 2024 - 14e zondag door het jaar
Lezingen uit Ezechiël 2,2-5 en Marcus 6,1-6.
Broeders en zusters, De vakantietijd komt er weer aan. Een tijd van ontspanning, rust, en misschien ook een tijd voor reflectie. In het evangelie van vandaag horen we hoe Jezus terugkeert naar Zijn geboortestad en geconfronteerd wordt met ongeloof en afwijzing door Zijn eigen stadsgenoten. Ze vragen zich af wie Hij denkt dat Hij is en waarom Hij het recht zou hebben om hen te onderwijzen. Ze zien Hem slechts als de zoon van de timmerman, een van hen, niet als een profeet of leraar met autoriteit.
Maar waarom reageren zij zo negatief? Het antwoord ligt waarschijnlijk niet alleen in hun jaloezie of ongeloof, maar ook in de uitdagende boodschap die Jezus verkondigt. Hij spreekt over een God van liefde en vrede, en roept de mensen op om zelf ook liefdevol, vredig, barmhartig, nederig en vergevingsgezind te zijn. Dit zijn woorden die een diepe levensverandering impliceren, iets waar de meeste mensen niet zomaar klaar voor zijn. Ze vragen van ons een zelfreflectie en een aanpassing van onze levenswijze die vaak confronterend en ongemakkelijk kan zijn.
Laten we nu een stap terug doen en onszelf de vraag stellen: Hoe zouden wij reageren als Jezus vandaag in ons dorp, onze gemeente, onze stad kwam en deze woorden van liefde, vrede en vergeving zou prediken? De kans is groot dat ook wij niet direct enthousiast zouden zijn. Onze moderne cultuur benadrukt individualisme, competitie en materieel succes. En helaas, het is ook een cultuur van geweld, onderdrukking, uitbuiting en oorlog.
In deze harde en vaak meedogenloze wereld lijkt er weinig plaats voor de zachte, maar krachtige, woorden van Jezus. Toch is er hoop. Want hoewel de cultuur waarin wij leven vaak verre van de idealen van liefde, vrede en vergeving lijkt, zijn er talloze mensen die zich inzetten voor hun medemensen. Er zijn meer dan een miljoen vrijwilligers die zich dagelijks inzetten voor de zieken, gehandicapten, armen, en vele anderen in nood. Deze vrijwilligers, mannen en vrouwen, jong en oud, laten zien dat de boodschap van Jezus nog steeds leeft en dat zijn oproep tot liefde en dienstbaarheid gehoord wordt.
En het mooie is, deze vrijwilligers zijn niet altijd gelovige mensen. Vaak zijn het ook ongelovigen die de waarden van liefde, barmhartigheid en vergeving belichamen in hun daden. Dit toont aan dat de woorden en daden van Jezus universeel zijn en een kracht hebben die verder reikt dan religieuze overtuigingen.
Vandaag, op deze eerste zondag van de zomervakantie, is het een goed moment om stil te staan bij hoe wij de woorden van Jezus in ons eigen leven kunnen integreren. Hoe kunnen wij, te midden van onze drukke en vaak competitieve wereld, de waarden van liefde, vrede en vergeving omarmen en uitdragen? Misschien door kleine gebaren van vriendelijkheid, door geduldig en begripvol te zijn, door een helpende hand te bieden waar nodig.
Laat ons bidden dat we de moed en de kracht vinden om volgens de boodschap van Jezus te leven, zodat we niet alleen ons eigen leven, maar ook dat van anderen kunnen verrijken en verbeteren. Moge deze zomervakantie een tijd zijn van niet alleen lichamelijke rust, maar ook van geestelijke vernieuwing. Amen.
Kapelaan Siju.
______________________________________________________________
Zaterdag 29 juni 19.00 uur - 13e zondag door het jaar
Lezingen uit: Wijsheid 1,13-15; 2,23-24 en Marcus 5,21-43 of 5,21-24.35b-43
Broeders en zusters in Christus, De lezingen van vandaag nodigen ons uit om dieper na te denken over pijn, geloof, aanraking en goddelijke genezing. Het evangelie van vandaag presenteert ons een diepgaand verhaal in een verhaal. Jezus wordt benaderd door Jaïrus, een overste van de synagoge, die wanhopig is omdat zijn dochter stervende is. Terwijl Jezus op weg is om de dochter van Jaïrus te helpen, raakt een vrouw uit de menigte Jezus’ kleed aan in de hoop genezen te worden van haar jarenlange ziekte.
Het lijkt misschien vreemd dat Jezus, omringd door een drukkende menigte, vraagt: “Wie raakte Mij aan?” Wat kan er zo belangrijk zijn aan het feit dat iemand Hem heeft aangeraakt? Gedurende Zijn hele aardse leven heeft Jezus talloze mensen genezen, blinden het zicht teruggegeven en lammen laten lopen. Mensen hebben Hem overal aangeraakt, dus waarom stelt Hij nu deze vraag?
Er schuilt een diepe waarheid in dit moment. Dit is de enige keer in het hele Nieuwe Testament waarin Jezus aangeeft dat kracht van Hem is uitgegaan door een aanraking. Het was het geloof van deze vrouw, haar diepgewortelde vertrouwen dat een simpele aanraking van Jezus’ kleed haar zou genezen, dat leidde tot de kracht die van Hem uitstroomde. Ze zei niet: “Als ik Jezus aanspreek en Hem om hulp vraag, zal Hij me helpen.” Nee, ze geloofde: “Als ik slechts zijn kleren kan aanraken, zal ik al genezen zijn”. En zo gebeurde het. Haar geloof bracht haar tot genezing.
Er is iets wezenlijks levengevend in de kracht van aanraking. We hebben allemaal van tijd tot tijd behoefte aan een aanraking, of dat nu in de vorm is van een knuffel, een hand op onze schouder, of iemand die onze hand vasthoudt in tijden van persoonlijke moeilijkheden. Aanraking kan ons troosten, ons genezen en ons sterken.
Jezus raakt ons aan op vele manieren. Hij raakt ons aan via onze naasten, medemensen. Hij raakt ons aan door de sacramenten, waar we Zijn genade direct mogen ervaren. En Hij raakt ons op een zeer persoonlijke manier aan door ons de Heilige Geest te zenden om ons te begeleiden en te ondersteunen in ons aardse leven.
Jezus steekt Zijn hand uit en zegt: “Meisje, ik zeg je, sta op!” En het meisje staat op. De aanraking van Jezus wekt haar tot leven, zowel fysiek als spiritueel. Dit laat ons zien dat de aanraking van Jezus altijd levengevend is.
Laten we vandaag, net als de vrouw en het meisje in het evangelie, met geloof onze hand uitstrekken naar Jezus. Laten we geloven in de kracht van Zijn aanraking en de genezing die Hij ons wil schenken. En laten we diezelfde liefde en zorg uitstralen naar de mensen om ons heen, zodat ook zij de kracht van Gods liefde mogen ervaren door ons heen. Amen.
Kapelaan Siju.
______________________________________________________________
Zaterdag 22 juni 9.00 uur - 12e zondag door het jaar
Lezingen uit: Job 38,1.8-11 en Marcus. 4,35-41
Dierbare broeders en zusters, Velen van ons voelen zich aangetrokken tot de zee. We bewonderen de kleur, de kracht en het leven dat het herbergt. Anderen zijn er juist bang voor vanwege de onvoorspelbare natuur ervan.
In Bijbelse tijden was de zee een bron van angst. Mensen vonden het gevaarlijk en geloofden dat alleen God de macht had om de zee te temmen. Dit geloof zien we terug in verschillende Bijbelverhalen. In Genesis temt God de wateren door ze te scheiden en de aarde te vormen. In Exodus verdeelt God de Rode Zee, waardoor de Israëlieten kunnen ontsnappen aan de Egyptenaren. En in Openbaring wordt ons verteld dat er ‘geen zee meer zal zijn’ wanneer Gods vrede uiteindelijk neerdaalt op een ‘nieuwe aarde en een nieuwe hemel’.
Deze achtergrond helpt ons om het evangelie van vandaag te begrijpen. Jezus is moe na een dag onderwijzen en genezen in Galilea. Terwijl Hij met Zijn leerlingen over het Meer van Galilea naar het land van de heidenen vaart, breekt er een storm los. Grote golven slaan tegen hun kleine boot, en de leerlingen zijn doodsbang. Ze wenden zich tot Jezus en vinden Hem slapend: ‘Meester, kan het U niet schelen dat we vergaan?’ vragen ze. Jezus wordt wakker, kalmeert de storm en zegt: ‘Waarom zijn jullie zo bang? Hebben jullie nog steeds geen geloof?’
Deze gebeurtenis herinnert ons eraan dat we allemaal geconfronteerd worden met stormen in ons leven. Soms zijn het letterlijk stormen, maar vaak zijn het persoonlijke stormen zoals financiële problemen, gezondheidskwesties, relatieproblemen of innerlijke onrust (bv. als je je bedreigd voelt of plotseling door iedereen verlaten voelt of als een geliefde sterft). Vaak wenden mensen zich in tijden van nood tot God, maar negeren Hem als alles goed gaat. Dit kan een probleem zijn, want als we geen band met God opbouwen tijdens de rustige momenten, is het moeilijk om Hem te vinden tijdens de stormen.
Veel mensen denken dat, als God echt bij hen is, er geen stormen in hun leven zouden zijn. Maar het evangelie van vandaag leert ons dat dit niet waar is. Jezus was aanwezig toen de storm de leerlingen trof, maar Zijn aanwezigheid verhinderde de storm niet. Wat Hij wel deed, was de leerlingen geruststellen dat Hij met hen was, zelfs in de moeilijkste tijden.
We weten, maar willen het eigenlijk niet voor onszelf accepteren dat moeilijkheden een natuurlijk onderdeel van het leven zijn. Zelfs Jezus’ leven was niet probleemloos. Hij waarschuwde ons dat iedereen die Hem volgt, te maken kan krijgen met ‘verdrukking, benauwdheid en lijden’. Maar Hij belooft ook ons te helpen. Hij leert ons de ‘verdrukking’ te doorstaan: ‘Ik laat jullie niet als wezen achter’, zegt Jezus, ‘Ik kom naar jullie toe’. Het is daarvoor wel belangrijk dat we voor hem open staan.
Hoe kunnen we deze stormen in ons leven doorstaan? De lezingen van vandaag geven ons enkele nuttige richtlijnen. Onze eerste lezing uit het boek Job herinnert ons eraan dat alle stormen grenzen hebben; hoe intens ze ook zijn, ze gaan altijd voorbij.
Laten we ons dus in gedachten houden dat we nooit alleen zijn. God is altijd bij ons, zelfs als het lijkt alsof Hij slaapt. Blijf bidden en in verbonden gesprek met Hem wees je ervan bewust dat stormen ons niet alleen dichter bij God kunnen brengen, maar ook nieuwe wegen kunnen openen.
Moge God ons de kracht geven om de stormen in ons leven te doorstaan en ons geloof in Hem te versterken. Amen.
Kapelaan Siju.
______________________________________________________________
Zaterdag15 juni 19.00 uur - 11e zondag door het jaar
Lezingen uit: Ezra 17,22-24 en Marcus 4,26-34
______________________________________________________________
Zaterdag 8 juni 19.00 uur - 10e zondag door het jaar
Lezingen: Genesis 3, 9-15; 2 Korintiërs 4, 13-5, 1; Marcus 3, 20-35.
Wellicht herinneren de ouderen onder ons zich nog een liedje van Barend Servet uit 1973: ‘Waar moet het heen, hoe zal het gaan, waar komt die rotzooi toch vandaan? Wat moeten wij met ons bestaan, de wereld is nog niet vergaan’. ‘Waar moet het heen? Waar komt die rotzooi toch vandaan…….? Ondanks dat statistieken uitwijzen dat een groot percentage Nederlanders tevreden is met hun bestaan, blijken er toch ook nogal wat mensen te zijn die ongerust zijn over wat er zich op het wereldtoneel maar ook bij ons in de buurt allemaal afpeelt. Ze/we hebben er geen greep op, snappen het allemaal niet, vragen naar het waarom en missen vertrouwen en blijven thuis bij Europese verkiezingen. Een jaar of tien geleden dachten we waarschijnlijk niet in een dergelijke situatie terecht te zullen komen. Gelukkig weten we, waarschijnlijk uit eigen ervaring, dat er nog steeds veel goeds gebeurt: we hebben werk dat we graag doen of waartoe we ons geroepen voelen, we kunnen aan op de trouw van partner en vrienden, de liefde van kinderen, vrijwilligers die hun handen uit de mouwen steken ten bate van dorpsverenigingen en parochie, ‘n Zorgoverleg in Morgenster dat zich afvraagt hoe het naar vermogen parochianen aandacht kan geven die ze nodig hebben. Veel goeds, veel liefde dus. Maar ook nogal wat kwaad onder individuen en volken zoals de het dagelijks nieuws op de TV laat zien. Conclusie: wij leiden een kwetsbaar en gebroken bestaan. Hoe komt dat, wat is de achtergrond daarvan? Binnen onze geloofstraditie geeft het Boek van de Schepping in een mythisch verhaal de oorzaak aan. We zijn als vrije mensen door God geschapen; we kunnen het goede doen maar ook de neiging hebben grenzen te overschrijden, ons boven alles en iedereen te verheffen, van God noch gebod iets aan te trekken. In het verhaal van Adam (de mens) en Eva, man en vrouw, als vrije mensen geschapen, zwichten beide voor de verleiding. Ze willen meer zijn dan ze zijn en eten van vruchten van de boom waarvan ze niet mochten eten. Ze overschrijden hun grens. Dan zoekt God hen op: ‘Mens waar ben je’? Ze durven niet voor de dag te komen, want ze ervaren door hun daad hun naaktheid, hun armzaligheid. Om voor de dag te kunnen komen moeten we ons kleden. Van het kwaad geven mensen graag elkaar of een macht buiten hen de schuld. Bv. voorwendsel voor de oorlog in Oekraïne: het verwaarlozen van de Russische minderheid gepaard aan het waandenkbeeld van het herstel van ‘Groot-Rusland’. Kwaad in onze wereld komt het omdat grenzen worden overschreden, soms letterlijk zoals in oorlogen; maar ook het overschrijden van grenzen van respect voor menselijke integriteit door bedrog uitbuiting, geweld en misbruik. Het kwaad, gesymboliseerd in de kruipende slang, heeft op vele verschillende manieren invloed op mensen. Maar er is ook een antwoord.
Er is in Jezus Christus een nieuwe Adam gekomen, een nieuwe mens, die vasthoudt aan zijn goede verhouding met God, zijn en onze hemelse Vader. Hij koestert geen eigendunk. Hij beantwoordt aan zijn levensroeping te leven vanuit de liefde en daarmee het kwaad, de zonde, gesymboliseerd door de duivel, te bestrijden. Schriftgeleerden uit Jezus’ tijd, die hun in hun betweterige kennis en voorschriften medemensen gevangen houden, vrezen Jezus en zijn ruimte van leven, oproept op tot navolging van zijn leven in liefde. Degenen die hem daarin volgen belooft Hij ‘leven’ voorgoed. Zíj zijn Jezus’ moeder, broeders, zijn familie: zijn eigen moeder vanaf het begin, later ook zijn leerlingen; in onze tijd ook wij. Wij horen bij Hem. Het Pasen van Jezus, zijn opstanding ten leven, zijn opname bij onze hemelse Vader zijn het resultaat van het beantwoorden van Jezus aan zijn levensroeping. Mogen wij onze grenzen aanvaarden, Jezus Christus navolgen en leven vanuit de liefde voor God en medemens. Amen.
Emeritus pastoor Reijnen.
______________________________________________________________
Zondag 2 juni 09.00 uur - Sacramentsdag (hoogfeest) - Eucharistieviering gevolgd door Sacramentsprocessie
Lezingen uit: Exodus 24,3-8 en Marcus 14,12-16.22-26
______________________________________________________________
Zaterdag 25 mei 19.00 uur - H. Drie-eenheid (hoogfeest)
Lezingen uit Deuteronomium 4,32-34, 39-40 en Matheus 20, 16-20.
Dierbare broeders en zusters in Christus,
Heilige Augustinus van Hippo, een van de grootste kerkvaders in de Kerk, probeerde het mysterie van de Heilige Drie-eenheid te begrijpen, waarin hij vast geloofde en vertrouwde. Tijdens een wandeling langs de zee zag hij een kind spelen in het zand, een gat graven en proberen dit met water uit de oceaan te vullen. Toen H. Augustinus vroeg wat het kind deed, antwoordde het dat hij de oceaan in het gat wilde legen. "Dat is onmogelijk," zei H. Augustinus, "de oceaan is veel groter dan het gat." Op dat moment besefte H. Augustinus dat het net zo onmogelijk is om de menselijk geest te vullen met de immensiteit van het mysterie van de Heilige Drie-eenheid.
Vandaag vieren wij het hoogfeest van de Heilige Drie-eenheid, een van de diepste mysteries van ons geloof. Veel priesters en diakens kijken met enige angst uit naar de preek van deze zondag. Ze vragen zich af: "Hoe preek ik over de Drie-eenheid, als het een mysterie is dat we nooit volledig zullen begrijpen?"
Er is een mooi gezegde: 'Hoe beter we iemand kennen, hoe dieper we ingaan in het mysterie van wie die persoon is.'
Laten we een voorbeeld nemen: Een jonge man leerde een jong meisje kennen. Ze beginnen meer interesse voor elkaar te tonen en samen op te trekken. Door de loop van de maanden heen, leren ze elkaar steeds beter kennen. Terwijl hun relatie zich ontwikkelt van die eerste verliefdheid tot liefde, beginnen ze te beseffen dat ze elkaar nooit volledig zullen begrijpen. Maar ze beseffen dat ze de dingen anders benaderen, vanwege de hele reeks ervaringen, die ieder van hen afzonderlijk maken tot wie ze zijn.
Hoe beter ze elkaar leren kennen, hoe meer ze het mysterie van elkaar respecteren. Kennismaking (in elkaar verdiepen) heeft tot mysterie geleid. Er is een innerlijke verbinding tot stand gekomen en ze trouwen. Hun respect voor elkaar groeit omdat ze het mysterie van elkaar toestaan om hen tot nieuwe kennis van elkaar te brengen. Mysterie heeft tot kennis geleid.
Nu wil ik dit toepassen op ons geloofsleven en op ons begrip van de Drie-eenheid. Ten eerste leidt kennis tot mysterie. Hoe komen we tot de stelling dat er één God is in drie personen: Vader, Zoon en Heilige Geest? Eén God, maar toch is iedere persoon volledig God?
De Bijbel maakt heel duidelijk dat er maar één God is. Toch spreekt de Schrift ook over de Zoon als het eeuwige Woord van de Vader. Het Evangelie van Johannes stelt dat het Woord vlees is geworden en onder ons heeft gewoond. In de Bijbel zei Jezus vóór de Hemelvaart dat hij terugkeerde naar de Vader, zodat de Vader en de Zoon ons de Heilige Geest kunnen sturen. Jezus beloofde zijn discipelen dat zodra zij de Heilige Geest zouden ontvangen, zij door de Geest geleid zouden worden om te groeien in een begrip van God. Kennis van de Bijbel leidt ons dus naar het Mysterie van de Drie-eenheid.
Ten tweede leidt het Mysterie van de Drie-eenheid ons naar een diepere kennis van God. We vragen ons af: "Waarom heeft de Vader de Zoon gestuurd? Waarom offerde de Zoon zijn fysieke leven voor ons op? Waarom hebben wij de Heilige Geest ontvangen?" Het antwoord waar we op komen is dat God van ons houdt met een liefde die zo diep is, zo allesomvattend, dat die ondoorgrondelijk is.
We begrijpen misschien niet hoe de Ene Drie kan zijn en de Drie Eén kunnen zijn, maar we weten dit wel: er wordt van ons gehouden met een liefde die onze diepste verbeelding te boven gaat. God de Vader heeft ons geschapen, God de Zoon heeft ons verlost, en God de Heilige Geest heiligt ons. Dit mysterie van de Drie-eenheid is een uitnodiging om dieper binnen te treden in de liefde en de gemeenschap van God zelf.
Laten we vandaag, op dit Hoogfeest van de Heilige Drie-eenheid, onze harten openen voor het mysterie van Gods liefdevolle aanwezigheid in ons leven. Laten we ons leven doordringen door de Drie-eenheid, zodat we steeds dieper kunnen groeien in onze relatie met de Vader, de Zoon, en de Heilige Geest. Amen.
Kapelaan Siju
______________________________________________________________
Zaterdag 18 mei 19.00 uur - Pinksteren (hoogfeest)
Lezingen uit Handelingen 2, 1-11 en Johannes 15, 26-27, 16,12-15.
______________________________________________________________
Zaterdag 11 mei 2024 - 7e zondag van Pasen - Wereldcommunicatiedag - Moederdag
Lezingen uit Handelingen 1, 15-17, 20a, 20c-26 en Johannes 17, 11b-19.
Broeders en zusters in Christus,
Er is een mooi spreekwoord in mijn taal: "Het jongste kindje is altijd het liefste, maar ook het moeilijkste"
Ik ben daar ook geen uitzondering op. Niet als liefste maar moeilijkste. We kunnen ons allemaal herinneren hoe onze kindertijd gekenmerkt werd door fouten en misstappen. Maar ondanks alles bleef onze moeder ons liefhebben en verzorgen, altijd klaar om ons op te vangen en ons op het rechte pad te leiden.
Toen ik 15 jaar oud was, begon ik regelmatig te sporten met mijn vrienden. De normale afspraak met mijn moeder was tot 17.00 uur. Omdat het die dag mooi weer was, dachten we dat we naar het strand zouden gaan om uit te rusten. Doordat er toch die vrolijke sfeer was, werd het wat later. Ik kwam rond 20.00 uur thuis, 3 uur te laat. Maar als ik binnenkom, kijken alle buren naar mij. Ik begrijp ook niet wat er is gebeurd.
Toen ik thuiskwam hoorde ik dat de hele familie al bijna 2 uur naar mij aan het zoeken was. Toen dacht ik meteen: oh, oh, oh, hier beginnen mijn kruiswegstaties, de 'eerste' kruiswegstatie: Jezus is ter dood veroordeeld. Ja, ik voel me echt verkeerd, omdat ik mijn moeder had moeten informeren dat ik later zou komen.
Toen mijn vader mij zag…, mijn God, ik kan u niet vertellen hoe boos hij was, begint hier de 'tweede' statie: Jezus neemt het kruis op zijn schouders. Mijn oudste broer was erg blij, niet omdat ik terugkwam, maar omdat ik eindelijk werd gepakt. Dit voelde echt als de 'derde statie: Jezus valt voor de eerste keer onder het kruis.
Terwijl ik verder liep, kwam ík mijn moeder tegen, ja precies, de 'vierde' statie: Jezus ontmoet zijn bedroefde moeder. Iedereen dacht dat ze mij pijn zou doen. Maar mijn moeder keek me aan en stelde één vraag. Kennen alle moeders die hier in de kerk zitten die bekende vraag? Heb je iets gegeten vanavond?!!! Al mijn andere kruiswegstaties zijn hier voltooid.
Beste mensen, Vandaag, op deze zevende zondag van Pasen, vieren we ook Moederdag, een dag waarop we de onvoorwaardelijke liefde en zorg van moeders over de hele wereld eren. Moeder zijn betekent zoveel meer dan alleen maar leven geven; het betekent zorgen, koesteren en liefhebben, zelfs wanneer anderen fouten maken. Moeders hebben de unieke gave om ons te omringen met warmte en genegenheid, om ons te steunen in onze zwakheid en ons te leiden naar het goede.
Afgelopen donderdag vierden wij Hemelvaartsdag, en toen kregen de leerlingen de opdracht wereldwijd van Jezus te getuigen. Maar het evangelie van vandaag speelt zich af op een heel ander moment, namelijk tijdens het laatste avondmaal. Jezus weet wat Hem te wachten staat, en Hij bidt tot zijn Vader, niet voor zichzelf, maar voor zijn leerlingen.
Hij belooft hun niet alleen de Heilige Geest, maar Hij belooft ook dat Hij voor hen zal zorgen, net zoals een liefhebbende moeder voor haar kinderen zorgt. Deze zorg van Jezus is niet beperkt tot zijn tijd op aarde, maar strekt zich uit tot in alle eeuwigheid. Jezus zorgt ook voor ons, zijn volgelingen, op elk moment van ons leven.
Jezus roept ons ook op om deze liefdevolle zorg aan anderen te tonen. Hij vraagt ons om voor elkaar te zorgen, net zoals Hij voor ons zorgt. Dat betekent niet alleen het vervullen van materiële behoeften, maar vooral het tonen van medeleven, het delen van vreugde en verdriet, en het bieden van een luisterend oor in tijden van nood.
Beste mensen, Moederdag herinnert ons eraan hoe belangrijk het is om liefde en zorg in onze relaties te tonen. Het herinnert ons eraan dat liefde niet alleen een woord is, maar een daad van toewijding en opoffering. Het is de liefde die Jezus ons heeft voorgedaan, de liefde die ons vraagt om anderen lief te hebben zoals Hij ons heeft liefgehad.
Laten wij dus vandaag onze moeders en moederlijke vrouwen bedanken door lief voor hun te zijn als zij nog leven en door voor hen te bidden als zij naar hun eeuwige beloning zijn gegaan.
Ik wens alle moeders en moederlijke vrouwen fijne Moederdag, Amen.
Kapelaan Siju
______________________________________________________________
Donderdag 9 mei 2024 - Hemelvaart van de Heer (hoogfeest).
Lezingen: Handelingen 1, 1-11; Efeziërs 4, 1-13; Marcus 16, 15-20.
Vandaag, Hemelvaartsdag, wordt/werd veel drukte op de wegen verwacht vanwege het lang weekeinde waarvoor Hemelvaart de aanleiding is. Fijn dat er in ons land de mogelijkheid is om enkele dagen vrij te zijn voor ontspanning. De tijd en de omstandigheden zijn ernaar om in zorgvolle tijden aandacht te kunnen besteden aan plezierige dingen, vooral nu de weersverwachtingen gunstig lijken te zijn. Maar een beetje bezinning kan ook geen kwaad en zo is voor ons, christenen is vandaag een aanleiding om na te denken over de betekenis van Jezus Hemelvaart voor Hemzelf en voor ons. Jezus, van God de Vader uitgegaan is naar Hem teruggekeerd en dat heeft zijn weerslag op het leven van ons die in Jezus' Naam ons hebben laten dopen. Wij ontlenen aan Hemelvaartsdag onze opdracht/taak/ roeping als christenen in onze wereld. Wij zijn geroepen om in Jezus' Naam zijn taak van 'zich gevende liefde' voort te zetten. Die achtergrond van de 'vrije' Hemelvaartsdag mag herinnerd blijven. Door Jezus' optreden en ons geloof in Hem zijn wij toegekomen aan en nog 'diepere vrijheid' dan die van enkele dagen vakantie: we leven in de vrijheid van de kinderen Gods', dat is de 'vrijheid om te leven vanuit de liefde voor medemens en God' zoals Jezus zelf ons dat heeft voorgedaan.
Dat zulk soort leven niet simpel is zal duidelijk zijn. Vorige week hadden we een bijeenkomst voor mensen -ook van Nijswiller- die de H. Schrift lezen in de parochiekerken waar ik pastoor ben geweest. We begonnen, na een inleiding, aan de 1e Brief van Johannes. Het was een bijeenkomst met diepgang, waarbij een van de deelneemsters opmerkte: 'Nu zijn we hier bij elkaar en lezen over Gods liefde voor ons. Heel mooi en bemoedigend, maar als we de deur van de pastorie achter ons dicht trekken staan we in een wereld die voor heel andere dingen aandacht vraagt en zich aan ons opdringt: denk aan al het nieuws dat we dagelijks voorgeschoteld krijgen, de reclame die ons probeert wijst te maken wat we allemaal nodig hebben om gelukkig te zijn, de smartphones waarmee we steeds anderen bereiken en bereikbaar zijn. De spreekster had gelijk. We worden in beslag genomen door al hetgeen dagelijks op ons afkomt en onze aandacht vraagt. Dat kan ons zo in beslag nemen, dat we onszelf verliezen. Als we de betekenis van Jezus' Hemelvaart voor ogen houden, kan ons dat helpen? Twee thema's aan de orde: 1. Jezus, een van ons en Gods Zoon, die op zijn hemelse bestemming komt, een bestemming die uiteindelijk ook de onze is. 2. Onze roeping/taak/opdracht om Jezus' zending van bevrijdende liefde voort te zetten in de wereld waarin wij leven. In die/onze wereld zijn wij onderweg. De liefdevolle manier van leven van Jezus is voor ons een voorbeeld. Net zo min als het zijne verloopt ons leven probleemloos. We ervaren zowel geluk als leed, succes en pech, acceptatie en afwijzing. We zijn kwetsbaar, ons leven is eindig. Welnu, dat ons leven, heeft Jezus Christus in Godsnaam met ons geleefd in zichzelf gevende liefde. Dat hij het goed gezien gedaan heeft is bevestigd in zijn Hemelvaart. En voordat Hij vertrekt zegt Hij tegen zijn leerlingen van alle tijden, dus ook tegen ons: 'Blijf niet naar de hemel staren' alsof het geluk je vandaar in de schoot geworpen wordt. Ben niet passief, maar leid een leven van zichzelf gevende liefde. Dan kom je ook terecht waar ik ben. Houd daarom wat afstand van alle verleiding die je probeert van alles aan te smeren dat voor een zinvol leven noodzakelijk zou zijn. Slechts een ding is noodzakelijk een liefde die zichzelf geeft. Ik zal je blijven helpen en stuur je, als je je ervoor open stelt mijn Geest met Pinksteren. Amen
Emeritus pastoor T. Reijnen
______________________________________________________________
Zaterdag 27 april 2024 (Nijswiller) - 5e zondag van Pasen
Lezingen uit Handelingen 9, 26-31 en Johannes 15, 1-8 - Zondag Oosterse Kerken.
In het evangelie van afgelopen zondag identificeert Jezus zichzelf als een goede herder die van zijn schapen houdt en ervoor zorgt, zelfs zodanig dat Hij zijn leven voor de schapen geeft. Het is een vergelijking die Hij gebruikte om Zijn relatie tussen God en de gelovigen uit te leggen. In het evangelie van vandaag gebruikt Jezus de gelijkenis van 'de wijnstok met zijn ranken' om de eenheid tussen Hem en de gelovigen uit te leggen.
Om deze gelijkenis duidelijk te begrijpen, is het van belang de betekenis van 'de wijnstok' in het leven van het oude-Joodse volk te kennen. Ten eerste was de wijnstok, zeer symbolisch in het oude Israël. Het was een kostbaar bezit in het oude Midden-Oosten, omdat het een betrouwbare drank opleverde, aangezien water over het algemeen niet veilig was om te drinken. Wijnranken boden een bron van ontspanning en veel zoete, sappige vruchten voor de warme zomer dagen. Er werd veel zorg besteed aan het planten en onderhouden van de wijnstok.
Het beeld van een Wijngaard loopt door het Oude Testament en beschrijft Gods bijzondere relatie met Israël, hoe Hij hen zorgvuldig uitkoos en voor hen zorgde in tijden van nood en hen beschermde in tijden van gevaar. Israël werd beschreven als de uitgelezen wijnstok van de God, geplant in zijn wijngaard, in de verwachting goede druiven voort te brengen.
Beste mensen, Jezus gebruikte deze verbinding tussen de wijnstok en zijn takken om de relatie tussen Hem en ons te beschrijven. Hij is de ware Wijnstok en wij zijn de ranken. Hij is de pure Liefde waar wij het sap van mogen drinken. Door de doop zijn wij met Hem verenigd. Zoals takken en jonge boompjes uit de boom spruiten en groeien, zo spruiten onze zielen uit, voortvloeiend uit- en in het bestaan van Jezus, die ons de weg wijst, gevoed door het woord en de Heilige Communie. Net zoals takken niet kunnen overleven zonder de Wijnstok, kan niemand van ons overleven zonder het toelaten en begrijpen van de boodschap van Jezus.
De takken brengen prachtige bloemen en bladeren tevoorschijn. Waarom? Omdat ze verbonden zijn met de boom die hen van leven voorziet. Vandaag vertelt Jezus ons dat wij een deel van Hem zijn en dat wij Hem toebehoren. Wij vloeien in het bestaan, de vreugde en het geluk van hem voort. Omdat we deel van Hem zijn en genaden aan Hem ontlenen, wordt van ons verwacht dat we in ruil daarvoor goede vruchten voortbrengen. Goede vrucht dragen is een compliment van dankbaarheid jegens Hem en de almachtige God.
Laten we daarom vandaag reflecteren op onze verbondenheid met Jezus. Zijn we geworteld in Hem? Zijn we bereid om ons leven aan Hem toe te vertrouwen en zijn Liefde door te geven aan anderen? Laten we ons hart openen voor de kracht van zijn Geest, zodat we ware leerlingen kunnen zijn, vruchtbaar in zijn dienst.
Moge de Heilige Geest ons leiden en ons helpen om in Jezus te blijven, zodat onze levens vruchten dragen voor Gods koninkrijk. Amen.
Kapelaan Siju
______________________________________________________________
Zaterdag 20 april 2024 (Nijswiller) - 4e zondag van Pasen - Roepingen Zondag.
Lezingen uit Handelingen 4, 8-12 en Johannes 10, 11-18
Ons land kent een groot aantal mensen die een betaalde baan hebben, al of niet voltijds. Ze hebben daarvoor een opleiding gehad of zijn bezig aan een opleiding in of buiten het bedrijf waar ze werken. Ongeschoold werk wordt vaak minder betaald. Naast de werkenden zijn er heel veel vrijwilligers, die onbetaald, maar voor het overeind houden van de samenleving noodzakelijke bezigheden verrichten. Ze zoeken zinvolle invulling van het eigen bestaan. Ze doen wat ze oppakken vaak omdat ze begaan zijn met het lot van hulpbehoevenden en zieken. Ze zijn begaan met het lot van van ouderen, van mensen, die het minder breed hebben. Ze zijn begaan met mensen met een belemmering. Je zou hier kunnen spreken van een soort 'gevoeligheid voor het appél dat mensen in hun nood en kwetsbaarheid op hen doen, een 'zich geroepen voelen'. Fijn is het als je werk, betaald of niet, kunt doen al je je er ook toe geroepen voelt. Mensen met beroepen of vrijwilligerswerk in de sociale sector zoals maatschappelijk werk, lichamelijke en psychosociale zorg, (mantel)zorg, onderwijs, maar ook mensen in de agrarische- en veeteelt sector en in het onderzoek geven er vaak blijk van: zich tot hun beroep 'geroepen' te voelen. Mensen die zich aangetrokken om anderen te begeleiden in hun geestelijke ontwikkeling - tegenwoordig spreekt men graag van spiritualiteit - voelen zich vaak geroepen. Sterk op zichzelf gerichte mensen zullen dat roeping-gevoel niet hebben. Ze zijn weinig betrokken op het lot van anderen.
Een herder heeft een beroep, dat hem in het midden plaatst van een kudde, die hem nodig heeft om goede weidegrond te vinden, hulp te bieden bij de geboorte van de lammetjes, de kudde te beschermen tegen wolven. Maar er is een wederzijds: hij leeft van de kudde. Het is derhalve niet vreemd, dat Jezus in het Evangelie van vandaag verschijnt als 'de goede herder'. Zijn manier van leven is vol inzet voor de mensen. Hij voelt zich daartoe geroepen. Hij heeft hart voor zijn mensen, geeft dan ook zijn leven voor zijn schapen. 'Niemand heeft groter liefde dan die zijn leven geeft voor de zijnen'.
We leven in de Paastijd, tijd van opstanding en nieuw leven, die echter voorafgegaan is door de dagen van Jezus' lijden en ondergang. Niet vreemd dat vandaag sprake is van de goede herder, die Jezus is, de man wiens leven bestond in het zich 'in Gods Naam' geven. Aangetrokken door zijn manier van (over)leven hebben sindsdien talloze mensen zichzelf en hun kinderen laten dopen. Het heeft als consequentie -dat mogen we niet vergeten- dat we de manier van leven van Jezus, van 'het zich geven' willen navolgen. Het is vandaag 'roepingenzondag'. Geroepen tot navolging van onze Goede Herder zijn we allemaal. Maar er wordt vandaag ook aandacht en ondersteuning gevraagd van degenen, die zich, ook nu nog, 'geroepen voelen' om Jezus Christus van dichterbij te volgen: priesters en religieuzen. Het geestesklimaat is bij ons momenteel niet van dien aard, dat 'roepingen' tot religieus leven en ambt gemakkelijk ontstaan. We moeten het momenteel hebben van priesters en religieuzen van elders, die ons helpen dat het Evangelie in onze samenleving gehoord en geleefd wordt. Door paus Franciscus is als antwoord voor onze tijd een beweging op gang gebracht, die ons ervan bewust doet zijn, 'dat we samen volk van God zijn' , leken, ambtsdragers en kloosterlingen, 'samen als pelgrims onderweg in het leven'. Gods Geest leeft in ieder van ons. Het accent ligt op het luisteren naar elkaar en naar wat Gods Geest ons daarin te zeggen heeft. Gaan/blijven we met elkaar in gesprek, ondersteunen we elkaars verantwoordelijkheid, opdat ons geloof opnieuw tot leven komt. Amen
Emeritus pastoor Reijnen
______________________________________________________________
Weekeind 20/21 april 19.00 uur - 4e zondag van Pasen - Roepingen Zondag.
Lezingen uit Handelingen 4, 8-12 en Johannes 10, 11-18
UITGENODIGD OM ELKAARS HOEDERS TE ZIJN.
In zijn dagboek schrijft een hulpbehoevende man: 'Er komen bij mij veel mensen over de vloer. Er wordt gezorgd voor mijn eten en drinken. Anderen helpen mij om te douchen. Weer anderen zorgen dat mijn huis er netjes blijft uitzien, maar niemand zorgt er voor mij!' Uiterst pijnlijk, als iemand dat zó moet ervaren. Allerlei mensen komen in je huis om voor jou te zorgen. Ze doen hun plicht; werken efficiënt, maar je hebt niet het gevoel dat ze zich met jou verbonden voelen. Ze hebben geen tijd voor je!' Zo'n mens voelt zich 'klant' van de hulpverleners, één van de velen. Hij begrijpt wel dat tijdsdruk hen parten speelt, als je je zorg moet verdelen over velen. Dat neemt niet weg, dat je van goede zorg meer verwacht: nl. dat je gezien wordt als de mens die je bent en niet enkel als een voorwerp van zorg. Een goede begeleider is meer dan zorgverlener. Hij of zij luistert naar wat je bezig houdt, reageert op je vragen, leeft zich in en ziet wat je nodig hebt. Je voelt je gewaardeerd en dat je mag zijn die je bent.
In het Evangelie van deze dag zegt Jezus tot zijn leerlingen: 'Ik ben als een goede herder die zich helemaal geeft voor het welzijn van zijn schapen. Ik ben geen huurling die het alleen gaat om zijn salaris. Ik ga er niet vandoor, als er gevaar dreigt. Ik laat mijn schapen niet in de steek. Ik ken de mijnen en weet wat ze nodig hebben.'. Wij weten allen: als een mens in nood verkeert of in paniek is, dan staat hij niet te wachten op een formulier dat hij moet invullen of een loket of een website met info. Zo'n mens heeft een ander mens nodig met wie hij zijn zorgen kan delen, iemand die luistert en aandacht schenkt. Als hulpverlener of leidinggevende mag je je niet verschuilen achter regels en idealen en intussen mensen met hun problemen laten zitten. In het Evangelie zegt Jezus: 'Een goede herder weet wat zijn schapen nodig hebben. Hij loopt achter zijn kudde aan en houdt ze in het oog. Hij jaagt ze niet op. Ze kunnen zelf hun tempo bepalen. Hij brengt hen op plaatsen waar ze vinden wat ze nodig hebben.'. U weet: het woord 'pastor' is het latijnse woord voor 'herder'. Onze westerse kerk heeft een tekort aan herders, mensen die zich - ondanks hun eigen zwakheden en beperkingen - geroepen weten om anderen te begeleiden en te helpen bij het zoeken naar plekken waar je voedsel vindt voor je geloof en waar de bron stroomt die je diepste dorst lest. Meer dan voorheen worden parochianen zich bewust dat ze als leerlingen van de Goede Herder worden uitgenodigd om in hun kerk niet alleen 'te halen' wat ze nodig hebben - als klanten in een winkel of tankstation - , maar dat we als geloofsgenoten ook worden geroepen elkaar te laten delen in de rijkdom en armoede van ons geloof en om 'herders' te zijn voor elkaar. Niet iedereen wordt geroepen om te preken en voor te gaan in de liturgie, maar wel om elkaar te laten delen in onze 'geestelijke bagage'. Op grond van ons Doopsel, Vormsel en deelname aan de Eucharistie zijn we geroepen elkaar te laten zien wat ons beweegt en onszelf te geven voor wie ons nodig hebben. In een 'synodaal proces' van uitwisseling proberen we te ontdekken wat dat van ons vraagt. Het is verheugend te zien hoeveel medegelovigen zich inzetten voor hun parochie, cluster en allerlei vrijwilligerswerk in de samenleving. Zo wordt er door kerkbesturen, werk- en overleggroepen heel wat geherderd en gezorgd voor elkaar.
Vandaag op deze zgn. Roepingenzondag wordt ons niet alleen gevraagd om te bidden voor priesters, diakens, pastoraal werkenden en religieuzen, maar ook om zelf beter te verstaan waartoe God ieder van ons roept. Jezus roept ons op ons niet te gedragen als 'huurlingen', mensen die als het moeilijk wordt de handdoek in de ring gooien en het laten afweten, maar om voor elkaar te zijn als 'goede herders' die waar nodig voor elkaar in de bres springen. Jezus zegt: 'Ik geef mijn leven voor mijn schapen, ook voor anderen die niet uit deze schaapstal zijn'. Onze wereld is a.h.w. een grote stad geworden. Er gebeurt nauwelijks iets waarvan we niet binnen de kortste keren op de hoogte zijn. We kunnen ons niet verschuilen achter: 'Daar wist ik niets van!'. We hoeven niet de sores van de hele wereld op ons te laden, maar het geweld en de nood van vluchtelingen, slachtoffers van oorlog en klimaatveranderingen mogen ons niet onberoerd laten. Tijdgebrek en eigenbelang, angsten en twijfels zullen ons parten blijven spelen, maar we mogen Jezus, de Goede Herder, bidden dat Hij ons als zijn volgelingen de alertheid, de moed en de kracht geeft onszelf te geven voor het welzijn van anderen, vooral voor hen die dat het meest nodig hebben. AMEN.
Pastor A.G.M. Franssen
______________________________________________________________
Weekeind 13/14 april 2024 - 3e zondag van Pasen
Lezingen: Handelingen 3, 13-15.17-19; 1 Johannes 2, 1-5a; Lucas 24, 32.
Van de week, beste mensen hoorde ik een verbijsterend verhaal over biologische oorlogsvoering gedurende de 2e wereldoorlog. Verteld werd hoe de uitwerking van o.a. cholera en pest onder gezonde gevangenen werd getest om op grootschalige manier daarna te worden toegepast; o.a. door keramiek-vazen met besmette vlooien te droppen uit vliegtuigen. De besmette vlooien uit de kapot gevallen vazen verspreidden zich onder bevolkingsgroepen. Naar schatting anderhalf miljoen mensen kwamen om. Het verbijsterende zat hem hierin:
1. Hoe mensen in staat zijn tot zulke daden.
2. Hoe mensen op de duur zo gevangen raken in hun (wetenschappelijke) experimenten, dat ze op de duur hun hele gevoel kwijt raken met iets misdadigs bezig te zijn.
Als je in onze tijd meemaakt hoe mensenlevens in situaties van oorlog, geweld, van macht en hebzucht niet tellen kun je opnieuw de vraag stellen: hoe is het mogelijk? Bij het vragen stellen na de lezing werd de opmerking gemaakt: het kwaad is weliswaar een kant van het leven met een enorme invloed; maar er is ook heel veel goeds, ongelooflijke inzet ter ondersteuning van leven, er is ook enorm veel goedheid onder mensen. Dat dit zo is, dat er goedheid is en kwaad wordt onderstreept in de paasverhalen, zowel in de preek van Petrus met Pinksteren, na de genezing van een lamme, waarvan we zojuist een gedeelte hoorden; maar ook in de verschijningsverhalen van Jezus na zijn opstanding met Pasen. Het kwaad is de marteling en de terechtstelling van de Mens, Jezus, die zich zijn leven lang in woord en daad in dienst had gesteld van de liefde. Het goede was/is zijn opstanding en het geloof, dat kwaad en dood, in vele vormen, naar Gods bedoeling niet het laatste woord hebben. Als nieuwe mensen gaan leven vanuit de liefde daar gaat het om en is mogelijk. Talloze mensen hebben daar -geïnspireerd door hun geloof in ‘opstanding uit het kwaad’, door hun manier van leven getuigenis afgelegd. Er is zelfs, zoals in de 1e Lezing van vandaag zegt, vergeving voor berouwvolle mensen, die uit onwetendheid kwaad hebben gedaan. Christen sinds onze doop zijn we geroepen te leven in het voetspoor van Jezus, dezelfde toen Hij onder ons op aarde leefde. Hij eet een stuk vis, door de leerlingen Hem aangereikt; maar ook anders, opnieuw tot leven gekomen; nu als een ‘hemelse mens’ onttrokken aan de machten van het kwaad. Een Jezus, die telkens als Hij zich laat zien een zijn leerlingen ‘vrede’ wenst. Is dat niet waarnaar de mens van nu uitziet “VREDE”?
De mens van nu, in zekere zin thuis in het leven, maar ook steeds onderweg, onrustig onder wat ons overkomt, ons zorgen baart wat betreft veiligheid en zekerheid van leven, niet zeker van wat de toekomst betreft voor onszelf, voor (klein)kinderen. ’VREDE’, door alle wederwaardigheden geborgen in God, zoals Jezus die zelf heeft ervaren met Pasen na zijn pijnlijke dood, Hem aangedaan door de machten van het kwaad. Het gebouw waarin we zijn is gebouwd, geïnspireerd door dat geloof in die vrede. Hier beleven we dat geloof samen pelgrimerend onderweg door het leven. Hier brengen we pasgeboren kinderen binnen om er in ons geloof te worden opgenomen. Hier herinneren we ons Jezus’ Laatste Avondmaal en delen we Brood en leven met elkaar. Hier bidden we in geloof, hier luisteren we naar Gods Goede Tijding; hier ontvangen we vergeving in geval van ons tekortschieten; hier worden we gezegend; hier staan onze voorbeeldfiguren, onze heiligen. Het voornaamste is dat wij zelf ‘tempel zijn waarin God kan wonen’ en wij als nieuwe mensen door het paaswonder van Jezus vanuit de liefde leven en vrede vinden.
Emeritus pastoor Reijnen
______________________________________________________________
Zaterdag 6 april 19.00 uur - 2e zondag van Pasen - Goddelijke Barmhartigheid.
Lezingen uit Handelingen 4,32-35 en Johannes 20,19-31
Mede gelovigen, wij zien de wereld elke dag onder onze ogen veranderen. Onze manier van leven, onze communicatie, onze ontspanning, alles evolueert van dag tot dag. De mens zelf verandert; niet alleen zijn lichaamslengte ook zijn taalvaardigheid, zijn toets vaardigheid, zijn manier om informatie te verwerken en misschien nog het meest, is manier van denken en van geloven. In deze moderne wereld geloven de meeste mensen meer in wetenschap dan in God. Voor veel mensen is het moeilijk om in God te geloven. Ze vragen allemaal hiervoor wetenschappelijk bewijs dat God bestaat. Maar hierover hoeven wij niet verbaasd te zijn. Want zelfs voor de leerlingen van Jezus is het moeilijk geweest om volledig in Hem te geloven. Zij hadden Zijn woorden gehoord en Zijn wonderdaden gezien. Maar toch konden zij niet geloven dat Jezus waarlijk verrezen was.
Eigenlijk hadden zij allereerst de woorden van Jezus Christus, die tot drie keer toe aankondigde, dat Hij zou sterven, maar ook zou verrijzen. Vervolgens verscheen Hij aan Maria Magdalena en aan andere vrouwen. Zij zagen het lege graf. En nog op de avond van de eerste zondag van Pasen mochten zij Hemzelf zien, in levenden lijve. En toch zijn ze nog bange en zwakke apostelen. Ramen en deuren blijven stevig op slot. Hoewel ze het zelf gezien hadden, was het voor hen niet genoeg om volledig in Jezus te geloven. Dat kunnen wij heel duidelijk zien aan wat er daarna in hun leven gebeurde. Ze waren allemaal teruggegaan naar hun werk.
De verrezen Jezus verscheen aan zijn discipelen in elf verschillende situaties, gedurende een periode van zes weken. Zo bemoedigde Hij hen om in Hem te geloven. Hij bad voor hen dat hun geloof niet zou bezwijken. Hij stuurde hen de heilige Geest. Die heilige Geest geeft hun de genade van het geloof. Pas daarna geloofden ze volledig in Jezus en verkondigden ze met groot enthousiasme hun geloof aan anderen. Dat zien wij vandaag in het Evangelie.
Het leven van Jezus' leerlingen maakt ons hier twee dingen duidelijk.
Ten eerste dat een echt sterk geloof niet voortkomt uit wetenschappelijk bewijs of wonderen die wij in ons leven meemaken. Want als wij geloven omdat wij dat gezien of gehoord hebben of een wonderbaar gebeuren in ons leven meegemaakt hebben is dat heel weinig. Jezus zei vandaag in het Evangelie dit zelf toen apostel Tomas twijfelde aan Zijn verrijzenis. Tomas wilde eerst de wonden van de spijkers in zijn handen zien en met zijn hand de wond in Zijn zijde voelen. Wat Tomas hier vraagt is een zintuiglijk bewijs. Hij wilde Hem zien en voelen om in Hem te kunnen geloven. Jezus verscheen aan hem en liet hem Zijn wonden zien. Tomas zei meteen, "U bent mijn Heer en mijn God, Ik geloof".
Deze ontmoeting tussen Jezus en Tomas herinnert ons eraan dat geloof niet altijd gemakkelijk is. Soms hebben we twijfels, vragen en onzekerheden. Maar Jezus nodigt ons uit om onze twijfels onder ogen te zien en ze bij Hem te brengen. Hij veroordeelt ons niet om onze twijfel, maar Hij nodigt ons uit om te groeien in geloof.
Ten tweede maakt dit duidelijk dat wij het geloof niet uit onszelf verdienen. Dat moet door God geschonken worden. Wij kunnen alleen door de genade van de heilige Geest een ware gelovige zijn. Pas na het ontvangen van de heilige Geest konden de apostelen volledig in Jezus geloven. Laten wij in deze heilige mis aan God vragen om ons geloof te vermeerderen en om aan ons zijn heilige Geest te schenken.
Broeders en zusters, zalig zijn zij die niet zien en toch geloven, zei Jezus aan alle generaties die na de apostelen kwamen. Zalig zij die in hun leven nauw verbonden zijn met de verrezen Heer en zich steeds opnieuw aan hem toevertrouwen. Die zaligheid wens ik u allen van harte toe. Amen.
Kapelaan Siju
______________________________________________________________
Zondag 31 maart 2024 - Paaszondag - Verrijzenis van de Heer (hoogfeest)
Lezingen: Handelingen 10, 34a.37-43; Kolossenzen 3, 1-4; Johannes 20, 1-9.
Waarschijnlijk hebben veel mensen j.l. Witte Donderdagavond gekeken naar 'the Passion', de uitbeelding van het lijdensverhaal van Jezus op een eigentijdse manier. Het thema van de uitbeelding van het passieverhaal van Jezus Christus was 'Ik geloof in jou'. Door het passieverhaal heen waren allerlei getuigenissen te zien van mensen, die in een ander geloven: ouders die geloven in hun kinderen en kleinkinderen, partners en vrienden die in elkaar geloven. Hoe belangrijk is wederzijdse betrokkenheid, goedheid en liefde voor iedere mens ter ondersteuning van elkaars bestaan in ieders situatie van leven. Het thema 'ik geloof in jou' bleef een tijdje hangen, vooral omdat we het tegendeel ervan zo sterk ervaren in onze huidige wereld, in onze eigen samenleving. Er zijn veel tegenstellingen, er is veel polarisatie, er is veel wantrouwen en intolerantie. U weet het zelf, u ervaart het zelf in de nieuwsuitzendingen en praatprogramma's op de TV.
'The Passion' de uitbeelding van het lijdensverhaal van Jezus, was en is de opmaat naar Pasen, mysterie van opstanding en leven na Jezus' lijden en dood. Het verhaal van Pasen wordt ons vandaag verteld. We hebben het niet zelf bedacht. Lijden en dood zijn ons bekend, horen tot de ervaringswereld van allemaal. Maar het verhaal van verrijzenis, opstanding wordt ons aangereikt. Weliswaar vinden we er sporen van in onze mensengeschiedenis als verlangen naar leven; beeldende kunstenaars hebben hun inspiratie uitgeleefd in hun ideeën voor voortgaand leven (hadden we hier een groot scherm, dan zou ik u beelden kunnen laten zien): dichters, verhalenvertellers en profeten, hebben gewezen op Verbondsbeloften van Godswege dat 'een leven in liefde, leven voorgoed' in zich draagt. Dat wijst op het geloof, dat waarachtige liefde in gezinnen, in vriendschappen, mededogen met en inzet voor mensen aan de marge is niet vergeefs, niet vruchteloos zijn maar leven ondersteunend. Welnu het verlangen naar leven, de suggesties daaromtrent uit mensengeschiedenis en kunst, komt vandaag tot een hoogtepunt in de verhalen uit onze H. Schrift m.b.t. Jezus van Nazareth, ervaren als de Christus 'gezalfde van God'. Petrus getuigt van Hem in de 1e lezing: God heeft Jezus, die de leerlingen zo goed gekend hebben, op de derde dag doen opstaan en laten verschijnen aan de getuigen, zijn leerlingen, die door Hem van tevoren waren uitgekozen. Die opstanding uit de dood is echter niet zomaar. Er is een heel leven aan voorafgegaan van weldoend rondgaan en mensen bevrijden van hun gevangen zijn door de machten van het kwaad (gesymboliseerd door het woord 'duivel'). Uit de preek van Petrus blijkt dat de met Pasen opgestane Jezus van de ene kant dezelfde persoon is, die ze kennen vanuit hun verleden toen ze met Hem optrokken; van de andere kant een andere persoon, onttrokken aan de machten van het kwaad, nieuw tot leven gekomen en verschenen aan zijn leerlingen. Het Evangelieverhaal met Maria Magdalena, die ontdekt dat het graf leeg is, het bericht brengt aan de leerlingen van wie Petrus en Johannes constateren dat het bericht klopt. Jezus dezelfde en toch anders, op wie gewezen door profeten, weergegeven in de werken van kunstenaars, belofte verder reikend dan ons eigen menselijk bevattingsvermogen. Aan deze Goede Tijding van Godswege mogen wij ons toevertrouwen. Die Goede Tijding mogen we verder dragen. Moge het zover komen dat iedere mens tegen iedere andere mens kan zeggen: ik geloof in jou, met al je mogelijkheden en beperkingen door alle wederwaardigheden van ons menselijk bestaan heen. Zalig Pasen, Zieëlige Poasje. Amen
Emeritus pastoor Reijnen.
_______________________________________________________________
Donderdag 28 maart 2024 - Witte Donderdag - gezamenlijke viering ouderen en parochianen.
Lezingen uit Exodus 12,1-8.11-14 en Johannes 13,1-15
Witte donderdag
"In de nacht dat hij werd verraden"... Elke keer dat we de Eucharistie vieren, gebruiken we die woorden. Elke keer dat we het moment naderen waarop Christus naar ons toekomt in brood en wijn, beginnen we met onszelf eraan te herinneren dat Christus dit deed 'in de nacht dat hij werd verraden'.
De Evangelisten Mattheüs, Marcus en Lucas vertellen ons zorgvuldig de rituele uitleg van wat Jezus deed 'in de nacht dat hij werd verraden'. Ze vertellen ons over brood en wijn, over zegenen en breken, over danken en delen. Maar wanneer Johannes voor ons de gebeurtenissen vertelt "in de nacht dat hij werd verraden", vertelt hij ons niets over brood en wijn. Maar Johannes vertelt ons wat het betekent.
En wat Jezus deed 'in de nacht dat hij werd verraden' van alles zich bewust. Hij wist dat het einde nabij was. Hij wist dat niet alleen Judas, maar ook Petrus en Andreas, Jakobus en Matteüs Hem zouden verraden. Ze zouden Hem allemaal in de steek laten. Zij zouden Hem door hun daden verloochenen. Jezus wist dat dit het uur was... dit was de tijd dat het verlossingswerk zou plaatsvinden. En Jezus zou dit uur naderen met een bezwaard hart dat hij nog nooit eerder had gekend. En op dat moment waarop de meesten van ons zich zouden overgeven aan woede en wanhoop... wanneer de meesten van ons zo onbarmahartig zouden zijn voor de pijn en verraad dat op handen was. Jezus deed het ondenkbare. Hij nam de plicht van de laagste van de slaven op zich en waste de voeten van zijn leerlingen. Hij goot niet alleen het water van dienstbaarheid uit, maar ook van vergeving. Hij reinigde en kuste hun voeten met de liefde van God die zo diep is dat ze door al onze kleinzieligheid, al onze woede, al onze pijn en al onze wrok heen snijdt.
Op deze Witte Donderdag zijn we geroepen om twee heel eenvoudige handelingen te verrichten. Wij zijn geroepen om in gebedsvolle eerbied voor de Eucharistie en vervolgens in nederige dienstbaarheid aan onze zusters en broeders. De Eucharistie verenigt ons met Christus. Christus gaf zijn leven voor ons en dat komt tot uiting in ons dagelijks leven door de voeten van anderen te wassen, anderen te dienen, anderen belangrijker te maken dan wijzelf, het welzijn van anderen te zoeken. 'Op de avond dat hij werd verraden' is vanavond. Vanavond begint onze geloofsreis, onze overgang van de dood naar het leven. Maar het is Christus die de reis benadrukken. Onze reis begint met gebedsvolle eerbied voor Christus, maar moet doorgaan in dienst van elkaar.
Beste mensen, het is vandaag feest voor ons allen, maar voor de priesters toch wel in het bijzonder. Door het priesterschap zet Jezus Christus zijn eigen werk op aarde voort. Het is de priester, die het levensoffer van Jezus Christus iedere dag opnieuw aan God mag opdragen. Het is een hele eer, maar ook hier geldt: wij hebben gratis ontvangen; wij hebben geen reden ons ergens op te beroemen, tenzij op Jezus Christus zelf.
Wij, priesters én diakens zijn dankbaar voor deze grote geschenken. Ik hoop, dat jullie ook heel dankbaar zijn voor Gods grote geschenken. Laten wij er altijd eerbiedig mee omgaan. En vooral laten wij er voor zorgen, dat de heilige Communie veel vruchten draagt in ons dagelijkse leven. Dat wij Jezus in zijn liefde navolgen, want daar is het Hem uiteindelijk om te doen: dat wij zijn liefde aan God en aan elkaar schenken. Amen.
Kapelaan Siju
______________________________________________________________
Zaterdag 23 maart 2024 - Palmzondag
Lezingen uit Marcus 11,1-10 en Marcus 14,1-15,47 of 15,1-39
Palmzondag
Beste mensen, Misschien hebben je buren het ook gevraagd: 'Breng mij eens een palmtakje mee.' Het gebeurt dat mensen, weliswaar vervreemd van de kerk zijn, maar toch nog belang hechten aan dat simpele palmtakje. Het is als een allerlaatste dunne band met de geloofsgemeenschap. Om te kunnen verstaan wat dat takje betekent, wat de symboolwaarde ervan is, gaf de kerk ons dit stukje Evangelie.
Vandaag klinkt het woord 'Hosanna', door de straten van Jeruzalem, en over een paar dagen zullen wij horen: 'Aan het kruis met Hem!' Het Joodse volk in Israël leeft in onderdrukking tijdens de Romeinse bezetting. In die omstandigheden duiken er verhalen op over een onbekende man uit de landstreek Galilea in het noorden van het land. Er wordt verteld dat Hij mensen weer moed inspreekt, nieuwe hoop geeft, en dat waar Hij komt het leven opbloeit. Langzaam gaan steeds meer mensen hopen en uitzien naar zijn komst naar Jeruzalem: 'Als Hij toch eens koning zou worden, wat zou het dan goed met ons gaan.' Maar Jezus wist echter dat Hij felle tegenwind zou ondervinden. De oudsten, de hogepriesters en Schriftgeleerden voelen zich bedreigd in hun positie en dreigen ook hun machtsmisbruik over het volk te verliezen door 'Jezus' optreden. Het conflict tussen Jezus en de hogepriesters heeft zijn hoogtepunt bereikt, en zij willen niet dat hun macht in gevaar komt door die Jezus van Nazareth. Er worden plannen gemaakt om de ontwikkeling in de kiem te smoren. Jezus wordt vooral geraakt door mensen die ziek zijn, verdrietig, eenzaam zijn of in nood verkeren. De pijn van die mensen wordt Zijn pijn. Meer dan eens heeft Hij ook de tranen in zijn ogen, Hij houdt van mensen, en juist van die mensen. Deze mensen lopen massaal naar hem toe en gaan uit hun dak als ze Hem verwelkomen in Jeruzalem, zij roepen Hem van alles toe zoals: Messias, verlosser, koning en profeet, en zingen luidkeels Hosanna en zwaaien met palmtakken, de vuile stoffige straten hadden ze met hun mantels bedekt voor Hem, Jezus mocht er zomaar overheen rijden.
Jezus is volledig gelijk geworden aan ons als mens, Hij heeft het menselijk geluk gekend, maar ook het menselijk lijden verdragen en gedeeld. Jezus was ook een echte doorzetter. Hij ging door met wat Hij begonnen was, ondanks zijn vele tegenwerking. In Jeruzalem moest Hij zijn taak en zending afronden en voltooien. Zijn intocht is het begin van zijn aardse einde. Hij ging door waar anderen allang afgehaakt zouden zijn, maar waarom? Omdat Hij geloofde in Zijn opdracht, in de taak die God, Zijn Vader Hem had toevertrouwd. Jezus vraagt ons ook, of je zijn volgeling wilt zijn: 'Wees alsjeblieft geen 'dood hout' maar 'levend hout', ga door! Zelfs als je ontmoedigd raakt door alle negatieve dingen die je om je heen ziet gebeuren. Maar als je bereid bent, net als de ezel, (en Jezus eveneens tijdens Zijn lijdensweg) de lasten van je medemensen te dragen, dan kun jij zelf, Jezus naar deze wereld dragen.
Mede gelovigen, als wij meer dan twintig eeuwen later een palmtakje in onze huiskamer achter het kruisbeeld bevestigden, dan zit daar een manier van leven achter, een keuze voor liefde, hoop, vrede en nederigheid. Het is een levenshouding die de fouten niet bij de andere gaat zoeken, maar naar zichzelf durft te kijken. In een huis met een palmtakje moet vrede wel een kans krijgen. Amen.
Kapelaan Siju
______________________________________________________________
Weekeind 16/17 maart 2024 - 5e zondag van de veertigdagentijd
1e lezing: Jer.31,31-34 - 2e lezing: Hebr.5,7-9 Evangelie: Joh.12,20-33
JEZUS WILLEN SPREKEN
“We zouden Jezus graag spreken.” Maar hoe kun je bij Jezus komen om Hem te spreken? Zeker als je nog een buitenstaander bent, zoals de Grieken in het evangelie. Jezus willen spreken. Maar Jezus kan zo hoog lijken. Te hoog voor je. Daarom laagdrempelig beginnen, zoals deze Grieken. Ze zoeken een weg naar Jezus door een apostel met een Griekse naam aan te klampen, Filippus. En die haalt er nog een andere apostel met een Griekse naam bij, Andreas. Daar beginnen waar het nog vertrouwd is. Grieken zoals zij. Geboren in het heidense Galilea en nog hun heidense naam dragend. Een opstapje naar Jezus.
Filippus en Andreas hebben ook elkaar gevonden. Een soort lotgenoten. Meestal samen. Ze komen uit dezelfde stad en zijn in dezelfde week geroepen. Ze zijn samen betrokken bij het overleg voor de wonderbare broodvermenigvuldiging. En in dit evangelie zijn ze samen de middelaars naar Jezus. Op dit moment zijn ze ook nog niet zover in het geloof. Ze komen in hun geloofsbelijdenis niet verder dan: Jezus is de Messias, maar ze noemen Hem ook nog de zoon van Jozef. Als ze door Jezus op de proef worden gesteld weten ze zich geen raad. Bij de wonderbare broodvermenigvuldiging beginnen ze heel menselijk, heel huishoudelijk te doen. Ze maken een berekening. Als heidenen op hen afkomen, zoeken ze eerst elkaar op en dan pas Jezus. Filippus krijgt nog een standje, omdat hij in Jezus niet de Vader ziet, dat hij Jezus die al zo lang bij hen is, nog niet kent.
Naar die Filippus en Andreas gaan de Grieken eerst toe. Laag beginnen. Stapje voor stapje. En dat is goed zo, om het stapje voor stapje te doen. Want het is niet niks als je in gesprek wilt komen met Jezus. “Als de graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft hij alleen. Wie zijn leven bemint, verliest het.” Als wij bang zijn om… kijkt Jezus voor ons vooruit. Hij ziet meer. “Maar als hij sterft, brengt hij veel vrucht voort. Maar wie zijn leven in deze wereld haat zal het ten eeuwigen leven bewaren.” Daar waar wij nog zoveel van het leven houden, kijkt Hij verder dan onze neus lang is. En van daaruit zegt Hij: “Volg Mij.”
Volg Hem die het aangedurfd heeft om te sterven, om zijn leven te verliezen. Niet dat Hij het gemakkelijk vindt. Hij is ontroerd. Eigenlijk staat er: Hij is er beroerd van. Maar Hij doet het toch. Niet voor zichzelf, maar voor ons. Hij wordt door het kruis van de aarde omhoog geheven om ons met zich mee omhoog te trekken. Het begint heel laag om uiteindelijk heel hoog te eindigen. En dat moet je stapje voor stapje doen. Zo is de weg met Jezus. En zo moeten we ook met elkaar omgaan. Beseffen dat we allemaal laag moeten beginnen. Elkaar ook die kans geven. Elkaar helpen om stapje voor stapje meer naar Jezus toe te gaan en meer met Hem mee te gaan. Elkaar steunen. Wat Filippus en Andreas met de Grieken doen, zo moeten wij met elkaar doen. We hebben elkaar zo ontzettend nodig om in gesprek te komen en te blijven met Jezus. Laten wij zo er voor elkaar dan ook zijn.
Tekst: Bezinning op het Woord, inleidende teksten bij de dagelijkse liturgie
______________________________________________________________
Weekeind 9/10 maart 2024 - 4e zondag van de veertigdagentijd - Zondag Lætare
Lezingen uit 2 Kronieken 36,14-16.19-23 en Johannes 3,14-21
HET MENSELIJK GELAAT VAN GOD
We kennen het verhaal uit het Oude testament hoe een slang ooit door Mozes op een paal werd geheven. Het was een teken van genezing tegen het gif van een slangenbeet. De omhoog geheven slang is het symbool geworden van de geneeskunde. Dit symbool wordt ons vandaag in het evangelie gegeven tegen de ziekte van onze ziel. Het stelt Jezus voor aan de paal van het kruis. En voor christenen is het een teken van heil. Het wil ons beschermen en een huis of plek zonder kruis is als een woestijn met giftige slangen.
Dit sluit aan bij de evangelist Johannes, voor wie het kruis niet zozeer een teken is van vernedering of ondergang, maar veeleer een beeld van verheffing en genezing. In de gelovige blik van Johannes besteeg Jezus zijn kruis niet als een veroordeelde, maar als een koning die zijn troon bestijgt.
De mens die kijkt met de ogen van Johannes ziet wat de Schriften vandaag verwoorden. Je ogen zien dat mens en wereld geen toevalsproducten zijn. Je ziet dat God in Jezus Christus een menselijk gelaat heeft aangenomen. Je ziet dat God van ons houdt en dat dit onze redding is, letterlijk en figuurlijk ons lijfsbehoud.
Want Jezus is door God naar ons gezonden om ons te redden en niet om ons te oordelen. Het is aan ons om ons oordeel in Gods hand te leggen, dan zijn onze daden in God verricht en komen we naar het licht zoals Johannes ons verhaalt.
Tekst: Bezinning op het Woord, inleidende teksten bij de dagelijkse liturgie
______________________________________________________________
Weekend 2/3 maart 2024 - 3e zondag van de veertigdagentijd
Lezingen uit Exodus 20,1-17 of 20,1-3.7-8.12-17 en Johannes 2,13-25
JEZUS ZELF IS DE NIEUWE TEMPEL.
U hebt zich misschien afgevraagd: Wat is er met Jezus aan de hand? Zo kennen we Hem niet. Dit harde optreden zijn we van Hem niet gewend. Dat klopt. In de ogen van de Joden is de tempel van Jerusalem een zeer heilige plaats. Ja, het is zelfs het middelpunt van hun religie. In hun beleving is God nergens op aarde duidelijker aanwezig dan op deze plek. Wat Hem ergert is dat Hij merkt dat men deze heilige plaats, dit huis van gebed gemaakt heeft tot een winkel. . Zijn harde optreden is een protestactie, niet zozeer gericht tegen het wisselen van geld dat er plaats vindt, maar tegen het feit dat het in - en rond de tempel alleen nog gaat om ceremonies en uiterlijkheden. De offers en eredienst die aan God worden gebracht zijn verworden tot een dood ritueel. Het gebed dat er verricht wordt is een soort handel geworden waar het hart niet meer bij is. Jezus' uitdrijven van die kooplui ligt helemaal in de lijn van wat de profeten eertijds hebben gedaan. Als de geloofsbeleving van het volk een verkeerde kant opging en een leeg ritueel dreigde te worden, dan hebben ze dat met felle woorden en gebaren aangeklaagd. Wat Jezus hier doet is een profetische oproep tot bekering. De religieuze leiders vragen Jezus waar Hij het recht vandaan haalt om zo op te treden. Het antwoord dat Hij geeft is geen wonderteken, maar een profetische uitspraak: 'Breek deze tempel maar af en in drie dagen zal Ik hem weer oprichten'. Als Jezus op de 'derde dag' uit de dood verrijst en langzaam duidelijk wordt dat Hij de Messias is, dan verliest de tempel van Jerusalem zijn onmisbaarheid. Deze religie van gebedsriemen en kwasten, van uiterlijkheden en buitenkant zal worden afgebroken. De Messias zal een andere tempel doen verrijzen die niet door mensenhanden is gemaakt. Jezus zelf is die nieuwe tempel. In - en via Hem kan God aanbeden worden in Geest en waarheid en daarmee is de tempel van Jerusalem zoals die reilt en zeilt afgeschreven. De stenen tempel zal worden verwoest, maar vanuit datzelfde Jerusalem verrijst een nieuw geestelijk bouwwerk, zoals de Messias uit zijn graf. Dat is het bouwwerk van de gemeenschap van Jezus' volgelingen.
Bij het mijmeren over dit verhaal van de Evangelist Johannes moest ik terugdenken aan een uitspraak van de voormalige kardinaal Danneels In een overweging over het gebed zei hij: 'Als je gaat bidden, begin dan altijd met danken. Daarna heb je nog tijd genoeg om te vragen'. Als ik denk aan de manier waarop wij vaak met God omgaan, rijst de vraag: Bestaat ons bidden niet voornamelijk uit vragen? We hebben zoveel zaken, waarbij wij Gods hulp willen inroepen, dat we het danken meestal vergeten. Nou zegt Jezus tegen zijn leerlingen: 'Vraag en er zal je gegeven worden. Klop en er wordt voor je opengedaan'. Hij spoort ons dus aan bij al ons doen en laten op God te vertrouwen. Maar lijkt ons bidden niet vaak op het gebeuren in de tempel van Jerusalem? Ik spreek mijn gebeden en wensen uit. Ik doe misschien beloftes. Ik geef wat prijs van mijn bezit in de hoop dat God mijn wensen vervult. Schuilt in deze manier van omgaan met God niet het gevaar dat ons bidden ' een handeltje' wordt, waarbij het vertrouwen in Gods goedheid gaat ontbreken? Dat we gaan denken dat het resultaat van ons bidden afhangt van ónze inspanning en inbreng? Als we echter beginnen met God te danken, dan staat niet het krijgen voorop, maar het besef dat we God dank verschuldigd zijn om ons leven en alle goeds dat wij ontvangen. Ik denk aan zijn wonderbare schepping, aan de mensen die ons omringen en al die talenten die we ontvangen. M.a.w. God is al onze lof en dankbaarheid waardig. Als een rode draad loopt door de Bijbel het besef dat ons bidden altijd vergezeld moet gaan van een houding van barmhartigheid, liefde en trouw in het omgaan met onze naasten. Uit onze aandacht en zorg voor armen, mensen in nood, zieken en andere kwetsbare mensen blijkt nl. de echtheid van ons geloof. Gods liefde gaat immers uit naar al zijn schepselen. De tien woorden (geboden) die God ons via Mozes heeft gegeven mogen we zien als basisregels om in harmonie met elkaar te leven. In het besef van onze zwakheid mogen wij God vragen om hulp. Dat Hij ons maakt tot tempel van de H. Geest. Amen
Pastor A.G.M. Franssen
______________________________________________________________
Zaterdag 17 februari (Nijswiller) - 1e zondag van de veertigdagentijd
Lezingen uit Genesis 9,8-15 en Marcus 1,12-15
Voorganger Pastoor-deken P. Bronneberg.
_______________________________________________________________
Zaterdag 10 februari 2024 - 6e zondag door het jaar - Dialectmis.
Lezingen: Leviticus 13, 1-2.45-46; 1 Korintiërs 10, 31-11,1; Marcus 1, 40-45
De zorg voor onze gezondheid is al zo oud als de mensheid. Een bekende naam uit de oudheid is die van de Griekse arts Hippocrates, die leefde van 460-377 vóór Christus. Hij dacht systematisch na over de mens en het menselijk lichaam, schreef er over en legde ook de verplichtingen van artsen vast in de zogenoemde 'eed van Hippocrates'. Hij wees, ook toen al, op het belang van hygiëne, een gezond eet- en drinkpatroon en op het belang van frisse lucht.
Als gezondheidszorg in oude tijden al zo in de belangstelling stond, is het niet verwonderlijk dat we in Bijbelverhalen zoals in het boek Leviticus, een van de vijf boeken van Mozes, allerlei voorschriften tegenkomen met aanwijzingen van wat, bijvoorbeeld, te doen in het geval van besmettelijke ziekten. Degenen, die leden aan een besmettelijke huidziekten als melaatsheid, werden ter bescherming van de gemeenschap geïsoleerd en daarna vaak aan hun lot overgelaten tot in de 19e eeuw toe. Er waren echter altijd mensen die zich hun lot aantrokken. (Zo de Vlaamse Pater Damiaan de Veuster op het eiland Molokai; en Pater Peerke Donders, uit Tilburg, in de melaatsenkolonie Batavia in de binnenlanden van Suriname).
Als Jezus in het Evangelieverhaal van Marcus van vandaag een melaatse ontmoet overtreden beide de gebruikelijke voorschriften: de melaatse, die op afstand blijven móet, kómt naar Jezus. En Jezus, die ook afstand zou móeten houden, laat de man bíj zich komen, geeft hem zelfs een hand en raakt hem aan. Dat geeft aan de rol van Jezus in de Evangelies: Gods grenzenloze barmhartigheid laten zien en zich daarbij niet laten weerhouden. Gods toewending naar mensen mag niet door voorschriften belemmerd worden. Gods kracht leeft in Jezus. Hij vertélt mensen zowel zijn Goede Tijding van bevrijding als dat Hij ernaar hándelt. Lichamelijk en geestelijk zieke mensen geneest en bevrijdt Hij.
Toch hoort daar m.n. in het Evangelie van Marcus ook een kanttekening bij. Jezus wil geen sensatie rond zijn persoon. Hij mag dan de verwachte Messias zijn, de gezalfde van God. Maar, zijn Messias-zijn heeft een heel eigen karakter en stemt niet overeen met de verwachtingen van velen. Die willen namelijk een machtige Messias, een machtige koning, die het beginsel huldigt van 'eigen volk eerst', een leus die je tegenwoordig van vele kanten hoort. Hij wil geen koning of president zijn in dienst van de macht- en grootheidsaspiraties, zoals we die momenteel regelmatig tegen komen in de media. Hij is juist het tegendeel. Hij is bekommerd om de medemens in diens kwetsbaarheid. (En welke mens is niet kwetsbaar??) Tegen zijn leerlingen zegt Hij dat ze dienaren moeten zijn, 'want ook Hij zelf is gekomen niet zozeer om gediend te worden, maar om te dienen en zijn leven te geven'. Het gaat Jezus om een manier van dienaar-zijn, die heel de mens bevrijdt van wat het leven bedreigt, al het kwaad, lichamelijk, psychisch en geestelijk. Hij is een dienaar, die mensen ruimte van leven geeft om te staan aan de kant van het goede, van de liefde; maar daar zelf verantwoordelijkheid voor te dragen. Hij nodigt uit: 'bekeer je en geloof in het Evangelie'. Voor Jezus zelf is dat gezien de weerstand, die Hij tijdens zijn leven ondervindt, een uitermate moeilijke taak. Maar Hij heeft er zijn leven voor over, dat mensen bevrijd worden van wat hen gevangen houdt.
Gods antwoord op deze zelfgave van Jezus is Pasen. Dan wekt Hij Jezus op ten leven. Daarmee neemt God Hem bij zich op. Tegelijk wordt daarmee aangegeven dat léven ook nú ál deel is van degenen die zich aan Jezus en zijn manier van mens-zijn kunnen/willen toevertrouwen. Wij, zoals we hier zitten, moeten weliswaar nog door onze tijd van leven heen, maar kunnen dat doen op de manier waarop Jezus ons in voorgegaan. Dienaar zijn in liefde voor God en medemens brengt ons -ook in de zorgvolle tijd van nu met zijn oorlogen, conflicten, instabiliteit en onzekerheid- vrede, saamhorigheid, verzoening en vergeving. Zij dragen blijvend leven in zich. Beste mensen, blijven we geloven. Laten we als gelovige mensen proberen heilzaam aanwezig te zijn in onze verwarde wereld. Amen
Emeritus pastoor Reijnen.
_______________________________________________________________
Zaterdag 3 februari 19.00 uur (Nijswiller)- 5e zondag door het jaar - Blasiuszegening.
Lezingen uit Job 7,1-4.6-7 en Marcus 1,29-39
JE EVEN TERUGTREKKEN OM TE TOEVEN BIJ DE BRON
Mogelijk hebt U het wel eens gelezen of gehoord de uitspraak van een zieke die zegt: 'De ergste pijn is als je lijden door niemand gezien wordt'. Marcus vertelt in het Evangelie van deze dag dat Jezus in de synagoge van Kafarnaüm onderricht geeft en een bezetene geneest. Na de dienst gaan ze direct naar het huis van Simon en Andreas. Daar geneest Hij de schoonmoeder van Simon. 's Avonds als de sabbat voorbij is, verzamelt zich vóór het huis van Simon een groep mensen die zieken meebrengen. Jezus geneest hen van allerlei kwalen. De volgende dag trekt Hij verder voor een grote tocht door Galilea. Het lijkt wel of Hij voortgedreven wordt door een onzichtbare macht, bang om tijd te verliezen. Misschien rijst bij ons de vraag: 'Wat is de Bron van zijn gedrevenheid?' Een begaafd spreker trekt veel mensen en zeker iemand die de gave heeft om zieken te genezen. Maar deze talenten vormen niet de Bron van die bijzondere gaven. Misschien hebben we het niet eens opgemerkt, maar Marcus vertelt ook: 'In alle vroegte stond Jezus op, ging naar een eenzame plaats en bleef daar bidden'. Zijn woorden en werken komen niet voort uit zijn bijzondere talenten als wel uit zijn relatie met zijn hemelse Vader. Hij is Bron van zijn genezende kracht. De schoonmoeder van Simon had koorts. Dan kun je je heel lamlendig voelen en neerslachtig. Daar staan we niet op te wachten. Wij willen graag gezond zijn en ons fit voelen. Maar ook ziek zijn hoort bij ons leven. Jezus geneest de koorts niet met medicijnen, maar pakt de schoonmoeder van Simon bij de hand en laat haar opstaan. De koorts verdwijnt en zij gaat voor hen zorgen. Wij weten dat het vaak veel deugd doet, als een zieke merkt en voelt: er wordt aan mij gedacht. Helaas gebeurt ook het tegenovergestelde: dat buren en bekenden uit de buurt blijven als iemand ziek is en niets van zich laten horen. Dat maakt het lijden van een zieke extra zwaar. In het verhaal van Marcus zien we dat door Jezus' genezende aandacht en kracht lamlendigheid verandert in dienstbaarheid. Hij laat zien hoe God met mensen omgaat: Hij wil ons nabij zijn, ons bij de hand nemen en indien mogelijk laten opstaan. Als wij Hem in ons leven toelaten, geeft ons dat kracht.
Wij beleven een moeilijke tijd: tal van brandhaarden in de wereld, tegenstellingen en milieuproblemen. Dat maakt veel mensen depressief, bang, gespannen en ongedurig. Een teken van aandacht en medeleven, een blijk van waardering en dankbaarheid en de belofte van ons gebed doen vaak wonderen. Jezus ging in stilte bidden om met zijn hart te kunnen zijn bij zieken en anderen die het moeilijk hadden, om verkeerde machten te verdrijven. Natuurlijk verdwijnen door ons gebed niet alle problemen als sneeuw voor de zon, maar als wij ze kunnen delen en aan God toevertrouwen is dat een weg naar bevrijding. Vaak zijn wij zo vol van onze eigen besognes, dat wij de belangen en de zorgen van anderen over het hoofd zien. Wat wij voor anderen kunnen betekenen, hangt niet af van de talenten die ons zijn toebedeeld, maar of wij ons voor God durven plaatsen met alles wat ons bezig houdt en ons openstellen. Om ons te laten bevrijden van zaken waarvan we bezeten zijn en te laten helen van onze gebrokenheid en eigengerichtheid. In de Evangelies zien we dat Jezus er niet op uit was om zich te laten vieren als de grote wonderdoener. Telkens gaat Hij naar de Bron om zich te laten vormen tot een instrument dat in staat is om Gods wil te doen. Ook ons nodigt Hij uit om naar die Bron te komen. AMEN
Pastor A.G.M. Franssen
______________________________________________________________
Weekeind 27/28 januari 2024 - 4e zondag door het jaar - Week van gebed voor eenheid
Lezingen uit Deut. 18,15-20 en Mc. 1,21-28
LUISTEREN NAAR JEZUS EN DE HUIDIGE PROFETEN.
Marcus tekent Jezus als een leraar die zijn gehoor weet te boeien. Zijn toehoorders hebben in de gaten: die man spreekt uit ervaring. Hij spreekt vanuit zijn overtuiging. Hij herkauwt niet wat wetgeleerden en Farizeeën voorhouden. Wat Hij zegt is geen theorie; het zijn woorden die mensen raken en bemoedigen. Ze helpen om richting te geven aan ons leven. Wat Jezus precies gezegd heeft, vermeldt Marcus niet. Nou bevindt zich in de synagoge een man die niet gediend is van wat Jezus vertelt en luid protesteert. Misschien is hij wel bang dat Jezus hen op het verkeerde been zet. Hij is overstuur. Hij begint te schreeuwen. We maken wel eens mee, dat iemand zo schrikt van de mening van een spreker, dat hij luidruchtig en fel reageert. Misschien mag je de 'onreine geest' waarvan Marcus spreekt beschouwen als de weerstand die we voelen als onze vertrouwde ideeën worden 'opengebroken' en ons nieuwe wegen worden gewezen. Je kunt je afvragen: Hoe komt het die mens zo fel reageert? Wat heeft hij meegemaakt? We weten het niet. Hoe vaak maken we niet mee dat verkeerde machten anoniem zijn. Hoe komt het bijv. dat er zoveel mensen in de wereld honger en armoe lijden? Niemand wil dat, en toch gebeurt het. Waar komen de tegenstellingen vandaan en al dat geweld waarmee we worden geconfronteerd? Voorbeelden hoef ik U niet te noemen. Niemand is daar op uit, behalve bepaalde machthebbers en fanatiekelingen. Toch gebeurt het steeds weer. Hoeveel vluchtelingen moeten overleven in kampen, vaak in barre omstandigheden? Niemand wil dat en toch gebeurt het nog steeds. Stress op het werk, je opgejaagd voelen: ook werkgevers willen dat niet, maar vergen soms het uiterste van hun arbeiders om concurrenten het hoofd te bieden. Vaak zijn de echte schuldigen niet met de vinger aan te wijzen, maar feit is wel dat er veel onrecht en onheil gebeurt, zij het anoniem.
Marcus verhaalt hoe Jezus reageert op de verwarde man in de synagoge. Hij scheldt niet terug en roept geen ordebewaarder erbij. Hij laat die opgewonden man zichzelf worden, zoals hij diep van binnen en in wezen graag zou willen zijn. Hij brengt die anonieme kwade macht tot zwijgen. Hij maakt die mens los uit de houdgreep van de dingen waarvan hij helemaal bezeten is. Dat Jezus zulke mensen tot rust kan brengen en de kwade machten kan uitschakelen, dat verbijstert de toehoorders in de synagoge. Misschien doet het bij ons de vraag rijzen: 'Zijn er ook in mijn leven zaken, waarvan ik helemaal bezeten ben en die mij a.h.w. in een houdgreep gevangen houden?' Ik denk bv. aan de idee fixe dat ik altijd bereikbaar zou moeten zijn en aan het feit dat velen a.h.w. geleefd worden door hun mobieltje en al de mails die ze ontvangen. Als we niet oppassen, verdrinken we in de stortvloed van berichten en informatie die over ons worden uitgegoten. Durven we ook pas op de plaats maken om tot rust te komen, om ons te realiseren waar we mee bezig zijn en te onderscheiden of dat belangrijk is voor ons levensgeluk en dat van anderen? Bij al de tegenstellingen, het onrecht en geweld, waar we vaak geen schuldige voor kunnen aanwijzen, kan het gebeuren dat we moedeloos worden. In het Evangelie van deze dag laat Marcus zien Jezus de macht bezit om kwade machten een halt toe te roepen. Hem mogen wij de wijsheid vragen om verkeerde ontwikkelingen te herkennen en te vermijden. Wat wij op eigen kracht niet kunnen en waarvoor ons vaak de moed ontbreekt, daarin zullen wij slagen met de hulp van de H. Geest die ons geschonken wordt, als wij erom durven bidden, vragen en smeken. Hij bevrijdt ons uit de houdgreep van angst, verkeerde machten en moedeloosheid die ons kunnen verlammen. AMEN.
Pastor A.G.M. Franssen
______________________________________________________________
Zaterdag 20 januari 2024 (Nijswiller) - 3e zondag door het jaar - Zondag van het Woord van God
Lezingen: Jona 3, 1-5.10; 1 Korintiërs 7, 29-31; Marcus 1, 14-20.
Een van mijn medebroeders bezorgde mij van de week de Nieuwjaarsboodschap van bisschop Franz Josef Overbeck van Essen. Het is een realistische brief, die wijst op meerdere moeilijke perioden in de geschiedenis van het christelijk geloven. Zij laten ons zien, dat we geen angst hoeven te hebben en mogen vertrouwen op Gods aanwezigheid onder ons. Hij constateert echter ook dat steeds minder mensen in God geloven en dat het geloven in God geen vanzelfsprekende zaak is. Hij schrijft dat we dat ook persoonlijk merken in onze eigen families en de omgeving waarin we leven. Er is naar zijn mening sprake van een dramatische omwenteling. Jammer genoeg geeft het ook aanleiding tot bittere discussies en onbarmhartige verwijten over en weer van degenen die zichzelf als rechtgelovig zien en meer liberale christenen. Hij waarschuwt daarvoor, omdat het fundamenteel in strijd is met de waarden van het Evangelie. We moeten een kerk zijn, die mensen-in-hun-verschillend-zijn respecteert; een kerk die voor tegemoetkoming en verzoening zorgt, voor vrijheid, vrede en gerechtigheid, want dat is de inhoud van het Evangelie. We moeten ons voorbereiden op wat op ons afkomt. Ik meen dat ik we het al eerder over de afname van het Godsgeloof hebben gehad. De Belgische kardinaal Jozef de Kesel heeft er een publicatie aan gewijd 'God en geloof in een seculiere samenleving'. Ook hij constateert dat de tijd van het zogenoemde cultuur-christendom voorbij is, waarin de kerk, zeker in katholieke landen en streken een dominante positie had, niet alleen godsdienstig - overal parochies en kerken -, maar ook maatschappelijk via verenigingen van katholieke werkgevers, katholieke sportverenigingen enz. Paus Franciscus zei in 2015 dat we niet zozeer leven in een tijdperk van verandering, maar eerder nog van een verandering van tijdperk. We kunnen over deze afkalving van de vroegere manier van gelovig zijn en kerk zijn treuren, maar we kunnen ons ook afvragen: welke uitdaging deze trend van Godverlatenheid in houdt? En, zijn er ook kansen? Mij dunkt dat onze huidige tijd met al zijn problemen, zijn tegenstellingen en conflicten, zijn armoede, zijn ongelijkheid, achterstelling en uitbuiting, zijn aantasting van de schepping best behoefte heeft aan een Goede Tijding (Evangelie), die ons van Godswege wordt aangereikt. Weliswaar klinkt daarbij ook de oproep tot een zich keren tot de waarden van het evangelie als gerechtigheid liefde en vrede. Het evangelie pleit voor mededogen, ontferming vergeving en verzoening; waarden, die de mens en zijn leven dragen. Het Evangelie pleit zelfs voor de liefde voor de vijand. Die blijkt echter op het ogenblik wel heel ver zoek te zijn.
We gaan kijken of we inspiratie vinden in de lezingen van vandaag. De profeet Jona, aanvankelijk op de vlucht voor zijn roeping het heidense Nineve tot bekering te brengen, gaat uiteindelijk toch en bemerkt hoe zijn oproep weerklank vindt. Het heidense Nineve wordt zich bewust van zijn eigen tekorten, die leven en welzijn aantasten en bekeert zich tot God en tot dienst aan elkaar. Dat is interessant, dat ook het zogenaamd 'heidense' volk ontvankelijk is voor Gods oproep door de mond van de profeet.
In het Evangelie roept Jezus aan de oever van het meer van Galilea zo maar mensen uit die bezig zijn met hun visnetten uit om vissers van mensen te worden. Jezus' uitnodiging werkt. Klaarblijkelijk opende Jezus met zijn uitnodiging voor hen een nieuw perspectief. Andreas en Petrus, Jacobus en Johannes volgen Jezus om mensenvissers te worden, d.w.z. medemensen samen te brengen in de gemeenschap van geloof, hoop en liefde van Jezus, die in staat is kwaad en dood te overwinnen en daar leven voor in de plaats te stellen. Er volgt een traject van die jaar van vorming en van vallen en opstaan. (Denk aan hoe ze de gevangengenomen Jezus in de steek gelaten hebben). Maar uiteindelijk geven ze leiding aan geloofsgemeenschappen, die in hun levenspraktijk Jezus en zijn manier van leven willen volgen. Nu we leven in een verandering van tijdperk kunnen we ons de vraag stellen naar de kwaliteit van ons christenzijn. Zijn in onze manier van doen geloof, hoop en liefde in ons geworteld en zichtbaar voor de mensen te midden van wie we leven? De laatste jaren hebben wij, mensen van nu onze kwetsbaarheid en onzekerheid, ons verlangen naar geborgenheid en veiligheid ervaren. Als gelovige mensen zijn we uitgenodigd licht te brengen in onze tijd. Amen
Emeritus pastoor Reijnen.
_________________________________________________________
Zaterdag 13 januari 2024 - 2e zondag door het jaar
Lezingen uit 1 Sam. 3,3b-10.19 en Joh. 1,35-42
GEBOEID DOOR HET LAM VAN GOD
U hebt het misschien wel eens meegemaakt dat je een boek of artikel leest dat je zozeer aanspreekt dat je van de auteur meer wilt weten. Zo kan het ook gebeuren dat je iemand tegenkomt die je zo weet te boeien, dat je hem/haar nader wilt leren kennen. Iets in die trant moet Andreas en Johannes overkomen zijn in het contact met Jezus. Johannes de Doper heeft hen op Hem gewezen. Zelf was ik eerst verbaasd over dit verhaal, maar later dacht ik: je zult als jongeman maar dagelijks bezig zijn met vissen en netten repareren. Als er dan iemand op het toneel verschijnt van wie zulke bijzondere dingen worden verteld, dan is het niet vreemd dat je nieuwsgierigheid wordt geprikkeld en dat je die mens nader wilt leren kennen. Die twee leerlingen van de Doper zijn zo onder de indruk van wat hij over Jezus vertelt, dat ze Hem achterna gaan en meer over Hem willen weten. Als Jezus hun nieuwsgierigheid merkt, nodigt Hij hen uit om te komen kijken waar Hij woont. Je zou kunnen zeggen: Jezus houdt open huis. Omdat het al laat in de namiddag is, blijven ze die avond en nacht bij Hem. Wat ze in die ontmoeting besproken hebben, vertelt de apostel Johannes niet, maar de Doper die hen op Jezus attent heeft gemaakt noemt Hem 'het Lam van God'. Wat moet je je daarbij voorstellen? Ze weten wat een lam is, zo'n zachtaardig dier waarvoor niemand bang is. De Joden slachten ieder jaar een lam om de bevrijding uit de slavernij in Egypte te vieren. Maar 'Lam van God': wat moet je je daarbij voorstellen? Als Jezus een mens is, bescheiden en zachtaardig als een lam, dan hoef je voor Hem niet bang te zijn, maar voel je in zijn nabijheid veiligheid en vrede. Dat is heel iets anders dan de onvrede waarmee wij vaak worden geconfronteerd. Wat die twee bij Jezus horen en zien vertelt het Evangelie niet, wel mogen we aannemen dat ze zich bij Hem op hun gemak hebben gevoeld en iets hebben geproefd van zijn aandacht en bescheidenheid, zijn eerbied en vrede. Het heeft Andreas en Johannes zo enthousiast gemaakt dat ze hun ervaringen willen doorgeven. Zo brengt Andreas ook zijn broer Simon Petrus bij Jezus. In het vervolg van de Evangelies wordt de Geest en de levenshouding van Jezus verder voor ons uitgetekend. Wij ontdekken hoe Hij omgaat met mensen van allerlei slag: zieken en mensen met een handicap, armen en vreemdelingen, zondaars en mensen die niet in het gelid lopen van de Joodse Wet. Hij is er niet op uit om mensen af te wijzen en te veroordelen; integendeel Hij toont bewogenheid, begrip en medeleven. Hij helpt mensen terug te keren in de gemeenschap die hen vaak heeft uitgestoten en afgewezen. Is dat ook niet het verlangen dat er diep leeft in het hart van ieder van ons? Mensen bv. die meelopen in een stille tocht zijn niet uit op wraak en vergelding, maar laten zien: op deze manier mogen wij niet met elkaar omgaan.
Als wij zoeken naar plaatsen waar Jezus zich ophoudt, dan brengt Hij ons ook bij mensen en op plekken, die wij liever zouden mijden. Hij brengt zijn woord in herinnering: 'Niet de gezonden hebben een dokter nodig, maar de zieken'. M.a.w. Hij brengt ons bij mensen die ons - om een of andere reden - nodig hebben. Wie het Lam van God wil volgen, begrijpt dat het niet onze opdracht is mensen bang te maken of te beschuldigen, maar een helpende hand toe te steken, te delen met wie tekort komt. In elke ontmoeting waarin eerbied en respect de voertaal zijn, neemt 'het Lam van God de zondenlast' van ons weg. D.w.z. onze eigen fouten en de neiging om te oordelen, onze kortzichtigheid en alles wat ons belemmert om de naaste te zien zoals hij werkelijk is. Als wij elkaar benaderen met de onbevangenheid en weerloosheid van een lam, dan vallen die belemmeringen weg. Wij mensen vergeten makkelijk, vooral de dingen die ons moeilijk voorkomen - maar God blijft ons roepen, net als bij Samuel. Als wij ons niet doof houden, dan komt - vroeg of laat - het moment dat we durven geloven en vertrouwen dat de wapens van het Lam Gods, eerbied en zachtmoedigheid, mededogen en geduld sterker zijn dan alle geweld en dwang.
Wij worden uitgenodigd intussen te blijven bidden: 'Lam van God', neem van ons weg de angst en het wantrouwen die ons zo vaak parten spelen. Wees ons arme zondaars genadig. AMEN.
Pastor A.G.M. Franssen
NIEUWJAAR 2024
Als wij iets nieuws beginnen: een andere baan, andere woning betrekken, een nieuwe relatie, een nieuwe vakantiebestemming of net een ernstige operatie of ziekte achter de rug hebben, dan is dat altijd spannend. Het maakt ons onzeker, want we weten niet hoe dat zal uitpakken en voor welke verrassingen we komen te staan.
Zo voelt het ook vandaag een beetje, nu wij een nieuw jaar zijn binnengegaan. Nieuwjaar is een dag om even pas op de plaats te maken. Zakenlui maken de balans op. Media geven een jaaroverzicht. Zelf staan we stil bij gebeurtenissen die voor ons belangrijk zijn geweest. Misschien hebben we dierbare mensen verloren. We denken aan de aardbevingen in Turkije, Syrië en Marokko. We denken aan de oorlog in Oekraïne en Rusland, Israël en Gaza. Kortom: gebeurtenissen die we niet zomaar naast ons neerleggen. We denken ook aan wat ons deugd heeft gedaan en blij heeft gemaakt. Met alles wat we hebben meegemaakt: het positieve dat we hebben ervaren en met wat ons pijn heeft gedaan, vertrouwen wij ons aan God toe. Wij danken voor de vreugdevolle dingen en wij vragen kracht voor wat moeilijk te dragen is.
Vorige week hebben wij Kerstmis gevierd: het feest van Jezus' geboorte: een Geheim dat te groot is voor ons mensenverstand: in zijn liefde en zorg voor ons heeft God ons zijn veelgeliefde Zoon geschonken. Hij is te midden van de mensen komen wonen om onze Gids en Leidsman te zijn en ons te bevrijden van angst en onvrede en van alles wat mensen beschadigt. Hij neemt ons geen werk uit handen. De zorg voor zijn schepping heeft Hij aan ons toevertrouwd en Jezus is ons daarin voorgegaan. Hij heeft ons duidelijk gemaakt dat God een relatie met ons wil, een band die dieper gaat dan ons verlangen naar familie en vrienden. Hij wil dat wij Hem betrekken bij wat wij meemaken en bij de opgaven waarvoor het leven ons stelt. Hij wil ons leven delen als onze trouwste vriend. Als wij openstaan voor zo'n relatie dan vraagt dat aandacht en tijd, zoals we die ook besteden aan familie en vrienden.
In het Evangelie van deze dag vertelt Lucas dat Maria en Jozef verbaasd zijn over het verhaal van de herders. Maria bewaart die woorden in haar hart en blijft er over nadenken. Bij de aankondiging dat ze moeder zou worden heeft ze - ondanks al haar vragen - tegen de engel gezegd dat ze God de vrije hand zou geven in haar leven. God is heus niet verwonderd als wij met de nodige aarzelingen en gevoelens van onzekerheid aan dit nieuwe jaar beginnen, maar de boodschap van de engel aan de herders is ook voor ons bedoeld: 'Wees niet bang, want er is voor jullie een Redder geboren, de Messias, de Gezalfde van God. Hij zal je helpen en steunen bij alles wat er op je toekomt. Hij zal moeilijkheden niet als sneeuw voor de zon doen verdwijnen, maar Hij zal er voor je zijn en je terzijde staan met zijn Woord en tekens, als je je voor Hem openstelt. Met deze boodschap en belofte worden wij op pad gestuurd in dit nieuwe jaar. Wij die ons terecht zorgen maken over de oorlogen en het geweld in onze wereld, de verdeeldheid en tegenstellingen die wij waarnemen, de milieuproblemen en andere zaken die de bestaanszekerheid van mensen bedreigen. Toch zingen die engelen bij Jezus' geboorte van 'vrede op aarde voor alle mensen die God liefheeft'. Dat lied is geen zoethouder voor goedgelovige en onnozele mensen, maar een opgave en nieuwe kans voor alle mensen van goede wil. Laten we erom bidden met de woorden van pater Marcel Weermaes CssR:
'Menslievende God, wij vertrouwen aan U toe het nieuwe jaar dat begonnen is en al de jaren die - als het U belieft - ons nog gegeven mogen zijn. Zegen alles wat wij doen, onze vreugdes en onze zorgen. En maak ons attent op wat goed is voor de zwaksten, opdat het ook voor hen een gezegend jaar moge zijn. Zegen onze genegenheid voor elkaar, en verdiep onze mildheid en ons begrip voor wie falen net als wij. Wees Gij de God die ons hoedt alle dagen van dit nieuwe jaar.'
Amen. ZALIG NIEUWJAAR.
Pastor A.G.M. Franssen
_________________________________________________________
Zaterdag 30 december 2023 (Nijswiller) - H. Familie, Jezus, Maria, Jozef
Lezingen: Jezus Sirach 3, 3-7.14-17a; Lucas 2, 22-40 of 2, 22+39-40.
We vieren vandaag de H. Familie: Maria en Jozef en het kind Jezus, het gezin dat zij vormden sinds de geboorte van Jezus in Bethlehem, met al de opgaven die bij ieder gezin passen: onderlinge trouw, het dragen van verantwoordelijkheid voor elkaar, het elkaar ruimte bieden en tegelijk houvast; en de noodzakelijke van sturing bij de opvoeding. De accenten en gezagsverhoudingen kunnen daarbij verschillen. Het maakt nogal wat uit in welke tijd, omstandigheden, cultuur en godsdienst een gezin leeft. Jezus werd geboren en groeide op in een Joodse cultuur, die bepaald werd door de Wet van Mozes, de Profeten, de Wijsheids-geschriften en het geloof in de ene God. Officieel geldt dat nog steeds. Maar zich ernaar gedragen is een ander verhaal. Jezus vierde met zijn ouders de Joodse feesten, werd in de tempel aan God toegewijd, pelgrimeerde met zijn leerlingen naar de tempel in Jeruzalem op feestdagen, bezocht plaatselijke synagogen, discussieerde er met groeperingen en overheden, want onderlinge meningen verschilden, ook in die tijd. Regelmatig worden ons daarover verhalen verteld in de lezingen met name uit de 4 Evangelies. Jezus groeide dus op in een Joodse omgeving, maar vertolkte daarbij zijn eigen mening. Tegenover de wildgroei een voorschriften zette Hij de kern van de Joodse geschriften 'de liefde voor God en medemens' in het middelpunt.
De cultuur, de opvattingen, godsdienst, gebruiken waarin men in gezinnen opgroeit maken dus nogal wat uit wat betreft ieders opvattingen en de manier waarop men leeft. Honderd jaar geleden dacht en leefde men bij ons in grote gezinnen anders dan nu; leerden oudere kinderen vaak aan de kleintjes hoe ze zich te gedragen hadden. Of men in gezinnen leeft met of zonder God, maakt wat uit. Maar ook maakt wat uit of men in een Joods, Christelijk- of Moslimgezin opgroeit. Maar in welk soort gezin dan ook, altijd is er de noodzaak van het bieden van houvast, van vertrouwen waarop men in staat is de wisselvalligheden van het leven met zijn vreugde en verdriet aan te kunnen. Het vraagt van degenen die deel uitmaken van een gezin: betrokkenheid, aandacht wederzijdse, verantwoordelijkheid, liefde; het daarin bieden van ruimte van leven naast correctie en vergeving van elkaars menselijk tekort. Paus Franciscus heeft er in 2016 een publicatie aan gewijd, die hij de naam meegaf 'De vreugde van de liefde'. De publicatie is het resultaat van twee bijeenkomsten van bisschoppen en deskundigen in 2014 en 2015 over huwelijk en gezin. De paus geeft aan dat 'de dialoog (het gesprek met elkaar in het gezin) een onontbeerlijke manier is om de onderlinge liefde in het gezin tot uitdrukking te brengen en te groeien in het huwelijk- en gezinsleven' (nr 136 blz 82). Ons past groot respect voor de ouders die erin slagen hun kinderen een goede, uitgebalanceerde opvoeding te geven. Dat is momenteel niet eenvoudig. Onze tijd is gecompliceerd en kent veel uitdagingen. Dat klemt te meer voor mensen, gezinnen, kinderen die leven onder de armoedegrens of op een andere manier te kort komen. Het is niet uitzonderlijk dat tegenwoordig beide ouders moeten werken om de hypotheek van hun huizen en vaste lasten te kunnen betalen. Economische wetten/marktwerking/inflatie houden ons leven in hun greep. Het kan dan moeite kosten aan ouders om voldoende aandacht voor elkaar en voor hun kinderen op te brengen. Het vraagt veel om een juiste balans in de opvoeding te vinden tussen ruimte geven en sturen, voor het aanleren van discipline en voor het verantwoord gebruik van vrijheid. Jezus, Maria en Jozef, leefden hun leven als een roeping van Godswege. Ze vertrouwden zichzelf en elkaar toe aan God, die zij zagen als 'Onze Vader in de hemel' die hen nabij was in vreugde en leed, hun houvast, hun perspectief. Iets voor mensen van nu? Amen.
Emeritus pastoor Reijnen.
_________________________________________________________
KERSTMIS 2023
'Wees niet bang, want ik kom jullie goed nieuws brengen! ' zegt de engel tegen de herders. 'Vrees niet!' Hoe vaak horen we in de Bijbel die aansporing niet? We hebben de neiging om tegen die engel te zeggen: 'Er gebeurt in onze wereld en in ons eigen leven zoveel, dat ons vaak de schrik om het hart slaat! U hebt makkelijk praten!' Want ondanks ons geloof en ons Godsvertrouwen worden we bang, als we via het journaal of in andere media geconfronteerd worden met die oorlogen en het geweld tegen medemensen, met al die onrust en de politieke verdeeldheid, milieuproblemen en misleidende informatie. De engel uit het Kerstverhaal zegt tegen de herders: 'Vandaag is er in de stad van David uw Redder geboren. Hij is de Messias', de Bevrijder over wie de profeten hebben gesproken en naar wie eeuwenlang is uitgekeken. Jesaja noemt Hem een stralend licht voor het volk dat in duisternis ronddoolt. Hij neemt het juk van jullie schouders. Jesaja typeert Hem als 'wonderbare raadsman, sterke God, eeuwige Vader, Vredevorst.' Kardinaal de Kesel schrijft: 'De God die wij aanbidden is geen God die zelfvoldaan genoeg heeft aan zichzelf, maar die op zoek is naar ons mensen. Hij hoopt dat er tussen Hem en ons een band ontstaat van respect, bewondering en vertrouwen. Hij wil een relatie met ons die dieper gaat dan ons verlangen naar elkaar als familie en vrienden. Hij wil een relatie waarin lief en leed worden gedeeld. God wil betrokken zijn bij alles wat wij meemaken en wat ons bezig houdt. Hij hoopt dat wij Hem deelgenoot maken, zowel van wat ons blij en dankbaar maakt, alsook van onze angsten, zorgen en verdriet. Wij mensen zijn kostbaar in de ogen van God. Hij heeft van ons gedroomd nog vóór wij geboren werden, net als a.s. (groot) ouders dromen van het kind waarop ze wachten. God ziet veel goeds in ons. Het komt er nu op aan dat wij dat zelf ook durven zien. Zelfs als een kind verkeerde wegen gaat, maken ouders zich niet alleen grote zorgen, maar ze blijven ook van hem houden. Wij staan er misschien niet zo bij stil, maar als wij zo'n open relatie met God op prijs stellen, dan kun je niet volstaan met een kaarsje als je in de penarie zit. Zo'n relatie vraagt regelmatig contact zoals we dat onderhouden met familie en vrienden. Om hen bij ons leven te betrekken, maken we bewust tijd vrij. De Kerstdagen zijn zo'n belangrijk moment om stil te staan, zowel bij elkaar alsook bij de kribbe. Want als we alsmaar doordenderen is de kans groot dat we de plannen die God met ons heeft niet zien en eraan voorbijlopen. Als we het verhaal horen dat Lucas vertelt over Jezus' geboorte, dan is daar geen sprake van tromgeroffel en machtsvertoon. Jezus komt ter wereld in een stal of grot in het open veld, een schuilplaats voor dieren. Herodes en de inwoners van Jerusalem hebben niet in de gaten wat er die nacht in hun omgeving gebeurt. Het is voor ons verstand ongelooflijk en onbegrijpelijk dat de Schepper van het heelal zijn Zoon laat geboren worden in ons midden als een kwetsbaar kind en zich afhankelijk maakt van onze medewerking. Je zou kunnen zeggen: Zo iets kan alleen God verzinnen!. Een Mysterie waarvoor alle woorden tekort schieten en waarbij we alleen maar kunnen zingen en stil worden. Niet om ons onder te dompelen in allerlei genoegens, maar ons af te vragen: Wat is hier aan de hand? Wat gebeurt hier eigenlijk? Wat wordt er van ons gevraagd om daar op een gepaste manier op te reageren? God grijpt - zover we weten - niet in in de gang van zaken in onze wereld, zoals wij dat misschien hopen. In alle stilte is Hij in de geboorte van Jezus tussen ons komen wonen. Wij wachten misschien op een wonder.
Luc Gorrebeek schrijft in een gedicht: 'Ik heb gehoord dat velen van jullie zitten te wachten op een wonder, het wonder dat Ik, God, de wereld zal redden. Maar hoe zal ik redden zonder jullie handen? Hoe zal ik rechtspreken zonder jullie stem? Hoe zal ik liefhebben zonder jullie hart? Niet jullie, maar ík, Gód, wacht op het wonder'. Als een kind is God in de persoon van Jezus bij ons komen wonen. Hij gelooft er nl. in dat wij in staat zijn het wonder van zijn liefde zichtbaar te maken. Dat vraagt van ons offers en gebed, maar wij mogen vertrouwen op Gods hulp. ZALIG KERSTMIS !
Pastor A.G.M. Franssen